Rijke beloften voor Israël

Een vraag aan ds. Simons. Ik beluister graag uw preken. U kunt de zaken vaak zo helder voorstellen. Eén ding vraag ik me wel af en dat heeft met Israel te maken. U en andere predikanten gaan er vanuit dat er nog rijke beloften voor het volk Israël in de Bijbel staan, maar is dit wel juist? De staat Israël is er pas vanaf 1948. Daarvoor was er al sinds de grote verwoesting die de Heere Jezus zelf had voorzegd, geen Israël meer. Wel staan er verwijzingen in de Bijbel dat het niet alles Israël is wat Israël genaamd wordt en zingen wij in de psalmen over "tellen als in Israël ingelijfd", waarbij het over de heidenen gaat.

Zou het niet kunnen zijn dat wij verkeerd kijken en dat de komst van de Heere veel dichter bij is dan wij beseffen, omdat wij op de staat Israël blijven staren in de verwachting van grote dingen, zoals de joden ook een heel andere voorstelling hadden van de eerste komst van de Messias? Verder zien we steeds in Gods Woord dat de Heere Israël oordelen stuurt wanneer ze van Hem afwijken. Zou Hij dan nu voor hen strijden terwijl daar de homopride hoogtij viert, om maar iets te noemen? De Heere is toch zeker niet veranderd? Misschien een verwarrend verhaal, maar ik vraag me dit toch heel sterk af.

Dank voor je mail. Een goede vraag die je stelt aan de Bijbel en niet aan mij. Ik kan je alleen wijzen wat het Woord zegt. De visie die u voorhoudt is de vervangingstheologie. U gelooft dat het letterlijke Israël vervangen is door het geestelijke Israël (Romeinen 11). Dat koninkrijk bestaat uit jood en heiden. Bij Israël ingelijfd, zoals u schrijft.

Als het over de zaligheid gaat zegt Paulus in Efeze 2:11 dat het onderscheid is weggenomen door het kruis. Jood en heiden is in Christus één. Toch zegt de Bijbel, Israël heeft een plus boven de heidenvolken. Israël is als land en volk een uitverkoren volk (Deuteronomium 7). Paulus zegt in Romeinen 9-11 dat God altijd een volk gehad heeft in Israël.

Maar God heeft beloofd dat er een dag komen zal dat geheel Israël zal zalig worden. Dat is nog nooit vervuld. Altijd hier één en daar één. Maar de dag zal komen, dwars door het oordeel heen, dat geheel Israël zal zalig worden (Romeinen 11:25). Dan zullen de heidenen de jaspand van de joodse man vastgrijpen en zeggen: wij gaan met jullie want God is met jullie (Zacharia 12:23).

Er staan nog zoveel beloften in de Bijbel voor het letterlijke Israël die nog niet vervuld zijn. Daarom zong de dichter toen al: zouden Gods beloftenissen zijn vervulling missen? De dag komt en is aanstaande dat God zal pronken met Zijn Israël en Zijn Jeruzalem.

De discipelen vroegen vlak voor de hemelvaart: "Heere, wanneer komt dat koninkrijk?" En Jezus antwoordde: "Het komt mij niet toe maar mijn Vader in de hemel weet van de tijd en de gelegenheid". Dat koninkrijk daar ziet de kerk vandaag ook naar uit. Het koninkrijk waar Jezus toen van zei dat het komen gaat. Alleen wij weten niet precies wanneer, maar let wel op de tekenen van de vijgenboom (Mattheüs 24: 32).

Groet van uw dominee A. Simons