Loflied van Debora
Ds. W. van Weelden | 4 reacties | 20-03-2024| 11:36
Vraag
In Richteren 5:3 staat in het loflied van Deborah: “Ik wil Psalmen zingen voor de HEERE, de God van Israël.” Dit is opvallend, aangezien de meeste psalmen geschreven zijn in de tijd van de koningen (David, Asaf, etcetera) wat lang na de tijd van de Richteren is. Dus welke psalmen zouden dat kunnen zijn? Is het mogelijk dat men in de tijd van de Richteren andere psalmen hadden dan wij in onze Bijbel hebben en die wellicht verloren zijn gegaan?
En wat definieert eigenlijk precies een psalm? Wat onderscheidt een psalm van een loflied?
Antwoord
De vraagsteller heeft goed door dat er meer psalmen gezongen zijn dan er in het Psalmboek zijn opgenomen. We kennen het loflied van Mirjam na de doortocht door de Rode Zee. Van dit lied is maar een fragment opgenomen in de Schrift. Dit treffen we ook aan in het Nieuwe Testament. Denk aan het lied dat Elisabeth zingt (Lukas 1). Het mag onder ons duidelijk zijn dat Israël al de eeuwen door God de lof gezongen heeft.
Naast de fragmenten kennen we twee liedbundels in de Schrift. De psalmen en de klaagliederen. Hiermee wordt direct ook het verschil duidelijk tussen lofliederen en psalmen. Volgens het gegeven “een koe is een zoogdier, maar niet ieder zoogdier is een koe” kennen de psalmen meerdere genres. Lofliederen, vertrouwenspsalmen, klaagpsalmen. Dit is niet uitputtend, maar het punt moge duidelijk zijn.
Psalmen worden algemeen gezien als liederen onder snarenspel (harp). Wat niet is opgetekend, is aan de vergetelheid prijsgegeven. Dit geldt niet alleen voor de tekst, maar ook voor de melodie.
De gestelde vragen zijn interessant en lonken naar meer kennis. Wanneer dit ontbreekt, zijn wij dankbaar dat het ontbrekende niet nodig is als opbouw van het geloof.
Ds. W. van Weelden
Dit artikel is beantwoord door
Ds. W. van Weelden
- Geboortedatum:13-11-1956
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Oud-Alblas
- Status:Actief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Ik zie in de psalm van Debora veel terugkomen van psalm 68.
Ik denk dat dat niet gek is. Je ziet in bijv. de lofzang van Maria heel erg veel terug van de lofzang van Hanna. (En eigenlijk is de lofzang van Hanna een gebed. Trouwens heel veel psalmen zijn ook gebeden.)
David, Maria etc. leefden allemaal met het Woord dat ze op dat moment tot hun beschikking hadden. Ze aten en ademde dat Woord. Dan is het niet gek dat je, waneer je gaat ‘zingen’, veel dezelfde woorden en zinnen gebruikt. Jona zat ‘te zingen’ in de buik van de vis. (Zal wel gekriebeld hebben…) En de Heere Jezus sprak/zong psalmen aan het kruis. Zo één met het Woord. Zijn Woord. Hij had Zijn Woorden al aan David gegeven zodat Hij, wanneer Hij in de tijd zou komen, ze Zelf kon gebruiken.
Als je gedreven door de Heilige Geest een lofzang van/voor de Heere mag zingen, spreken of schrijven en daarbij woorden neemt die anderen ‘gezongen’ hebben dan wil de Heilige Geest ons iets ‘extra’s’ leren. Er is zo een link naar andere gedeelten uit Zijn Woord met een les om meer van Hem te leren en van Zijn Woord.
De Heere Jezus heeft/kon Zijn woorden in de psalmen aan David gegeven ómdat Hij ze in de tijd Zelf ging/moest gebruiken.
Wat zie je hierin Zijn eeuwige Raad. En Zijn bewogenheid met Zijn mensen. Zo één geworden. De medelijdende Hogepriester. Naar de ordening van Melchizedek.