Jezus noemt God: Mijn God
Ds. A.D. Fokkema | 1 reactie | 26-02-2024| 08:02
Vraag
Ik hoorde een moslim zeggen dat Jezus niet God kon zijn omdat Jezus God "Mijn God" noemt in bepaalde verzen. Bijvoorbeeld in Johannes 20:17: “Jezus zei tegen haar: Houd Mij niet vast, want Ik ben nog niet opgevaren naar Mijn Vader, maar ga naar Mijn broeders en zeg tegen hen: Ik vaar op naar Mijn Vader en uw Vader, en naar Mijn God en uw God.” De moslim zei dat God geen God kan hebben. Hoe denkt u hierover? Hoe zit het met dit Bijbelgedeelte? Als Jezus God is, hoe kan Hij dan God "Mijn God" noemen?
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Je zou aan deze moslim de wedervraag kunnen stellen: waarom mag Jezus als Hij Zelf God is, Zijn Vader niet “Mijn God” noemen? Want daarmee zegt de Heere Jezus toch niets over Zichzelf? De uitdrukking “Mijn Vader” doet dat wel. Die maakt duidelijk: Zelf ben ik dus de Zoon. Maar bij de woorden “Mijn God” is dat niet het geval. Die kun je uitspreken terwijl je Zelf ook God bent. En dát Jezus God is wordt op andere plekken in het Nieuwe Testament duidelijk genoeg gezegd.
Overigens maakt de Heere Jezus in de manier waarop Hij hier spreekt juist duidelijk dat Zijn relatie tot God de Vader anders is en blijft, dan de relatie die de discipelen tot God de Vader hebben. Hij spreekt namelijk niet over “onze God en Vader” maar over “Mijn Vader en uw Vader” en “Mijn God en uw God.”
Ds. A. D. Fokkema
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A.D. Fokkema
- Geboortedatum:18-09-1986
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Kerkwerve
- Status:Actief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
En op psalm 45:8: 'daarom heeft U, o God (=Zoon), Uw God (=Vader) gezalfd met vreugdeolie boven Uw medegenoten'. Daarin worden Vader en Zoon in één zin beiden God genoemd, waarbij de Vader aangeduid wordt als 'Uw God' tov de Zoon.
Je zou ook kunnen wijzen op Filippenzen 2:6: 'Die in de gestaltenis Gods zijnde, geen roof geacht heeft Gode evengelijk te zijn'. Maw: die niet zou liegen als Hij zou zeggen dat Hij aan God gelijk was (wat je onmogelijk van een mens kunt zeggen; bij Adam was zijn zonde tenslotte dat hij 'als God' wilde zijn; dit was voor Jezus geen zonde, en dus was Hij als God. En was Hij het dus ook daadwerkelijk. Want wie is als God dan God alleen?
Overigens wilden de Joden Hem juist doden omdat Hij van Zichzelf zegt dat Hij gelijk is aan God. Voor hen was het dus heel duidelijk dat Hij Zichzelf als God beschouwde.
Waarom dan toch 'Uw God'? Je zou dan kunnen wijzen op Hebr. 5:8
Hoewel Hij de Zoon was, nochtans gehoorzaamheid geleerd heeft uit hetgeen Hij heeft geleden'.