Angst om mezelf te bedriegen
C.A. Hoekman | Geen reacties | 07-02-2024| 13:27
Vraag
Ik luister graag naar een prediking met de oproep van geloof en bekering. Vervolgens ga ik daar op in om te schuilen, de toevlucht te nemen bij en tot Hem. Dat doe ik al ongeveer 30 jaar. Maar steeds is er iets in mij dat zegt: je doet het zelf, jij vertrouwt, jij vlucht, wat merk je er verder van? Waar zijn de vruchten? Natuurlijk leef ik uitwendig netjes. Anderen houden mij voor een gelovige, maar ik ben zo bang dat ik me bedrieg. Hoe kan ik nu onderscheiden of ik het zelf doe of dat de Heere al m'n hele leven met mij bezig is?
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Beste vraagsteller,
Je begrijpt zelf best dat een antwoord op deze vraag pastoraal heel teer ligt. Theologisch zou ik een aantal geijkte Bijbelse antwoorden kunnen geven. Allemaal waar op zich, maar doen deze antwoorden dan recht aan jouw situatie? Begrijp je dat ik liever antwoorden geef in een pastoraal één op één gesprek, dan kun je gelijk op elkaar reageren, wanneer er misvatting zou zijn. Doorvragen op zo’n moment is dan zo belangrijk. Toch ga ik het proberen je vraag te beantwoorden en we bidden samen om wijsheid van God en de leiding van de Heilige Geest.
In de eerste plaats wil ik aansluiten bij het begin van je vraag dat je gevolg geeft aan de oproep tot geloof en bekering. Je gaat daar op in, om te schuilen en de toevlucht te nemen tot Hem, de Heere Jezus Christus. Een oproep die ook de Heere Jezus zelf laat horen in Markus 1:15: “De tijd is vervuld, en het Koninkrijk van God nabij gekomen; bekeert u, en gelooft het Evangelie.” De Zaligmaker Zelf bindt de noodzaak van bekering en geloof op ons hart. Dat is geen vrijblijvend verzoek van de Heere Jezus, dat is een bevel! Waarom? Omdat niemand, dan alleen Jezus, zo goed weet wat het betekent niet te geloven in Hem en je niet te bekeren van je zonden. Je niet bekeren en niet geloven in Hem betekent geen vergeving van je zonden ontvangen, geen vrede met God kennen en ook niet geleid worden door de Heilige Geest. En aan het einde van ons leven sterven buiten God en zonder Christus. Wat een liefdesdrang van de Heere Jezus dat Hij ons dan toeroept: bekeert u, en gelooft het Evangelie. Hij zoekt ons behoud, Hij wil ons redden en verlossen van onze zonde. Lees Johannes 3:16.
Ik zeg het heel bewogen naar jou, zou daar misschien een haper kunnen liggen? Dat je wel ingegaan bent op Zijn aanbod, maar dat je gekomen bent zonder het diepe besef dat Jezus alleen Zaligmaker is voor zondaren, die dat niet alleen belijden, maar ook ervaren: ik moet Jezus hebben of ik moet verloren gaan. Gods toorn over jouw en mijn zonden kunnen we nooit ontgaan, dan alleen in het vluchten tot Jezus zoals je bent. Aan Zijn voeten zak je door al je bodems en blijft er maar één roep over: Heere Jezus, ontferm U over mij, red mijn ziel. Zal Hij zich dan niet over jou ontfermen? Dat zou tegen Zijn gewilligheid zijn om zondaren zalig te maken. Hij kwam niet om ons een goed gevoel te geven, maar om ons te verlossen van het grootste kwaad, onze zonde en ons te brengen tot de heerlijkste blijdschap, de verzoening en de vrede met God.
En wat denk je dat van deze redding de vrucht is? Vrede in je hart over deze verbazingwekkende genade, onverdiend, voor zo’n zondig mensje. Geen gedachten meer in je hart: ik doe het zelf, ik vertrouw, ik vlucht. Ook geen angst meer dat je jezelf bedriegt. Maar diepe vreugde, Hij redde ook mij, zelfs mij.
Wil dat nu zeggen dat je nooit meer aangevochten wordt of je geloof wel echt is? Ik denk dat het een wijs en waar woord is: in het geloof is er geen twijfel, in de gelovige helaas wel. Maar twijfel laat zich nooit overwinnen door op jezelf te zien en in jezelf te wroeten of het wel echt is. Want wat is een waar geloof? Een zeker weten of kennis waardoor je alles voor waarachtig houdt wat God in Zijn Woord heeft geopenbaard, maar ook een vast vertrouwen, wat de Heilige Geest door het Evangelie in mijn hart werkt, dat niet alleen anderen maar ook mij vergeving van de zonden (wat een troostrijke vrucht), eeuwige gerechtigheid en zaligheid (wat een heerlijke toekomst), van God geschonken is, uit enkel genade, alleen om de verdiensten van Christus’ wil (Heidelbergse catechismus zondag 7 met zijn verwijsteksten).
Hoe ervaar je dat? Dwars door de vertwijfeling heen. Je geweten klaagt je aan, dat je tegen al de geboden van God zwaar hebt gezondigd en niet één gebod hebt gehouden en bovendien nog steeds tot alle boosheid geneigd bent, nochtans God, zonder enige verdienste van mijn kant, uit enkel genade, mij de volkomen genoegdoening, gerechtigheid en heiligheid van Christus schenkt en toerekent (Heidelbergse catechismus zondag 23 met zijn verwijsteksten). Zo ben je rechtvaardig voor God. Alleen steunend op de verdienste van de Heere Jezus, Die alles, maar dan ook alles heeft volbracht. Voor wie? Voor jou, voor mij, die nog één aanbeveling overhoudt om tot Jezus te vluchten, je zonde.
Mc Cheyne dichtte het zo pastoraal:
Maar toen mij God Geest aan mij zelf had ontdekt,
toen werd in mijn ziele de vreze gewekt,
Toen voeld’ ik wat eisen Gods heiligheid deed.
Daar werd al mijn deugd een wegwerpelijk kleed!
Toen vlucht’ ik tot Jezus! Hij heeft mij gered;&
Hij heeft mij verlost van het vonnis der wet;
Mijn heil en mijn vrede, mijn leven werd Hij:
Ik boog m’, en geloofde, en mijn God sprak mij vrij!
Hoe kan ik nu onderscheiden of ik het zelf doe of dat de Heere al m’n hele leven met mij bezig is? Hoe kwamen de mensen tot Jezus? Zijn nodiging was indringend en hartinnemend: Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast bent, en Ik zal u rust geven (Mattheüs 11:28). En ze zijn gekomen, getrokken door de liefde en geleid door de Heilige Geest. Hoe? Allemaal met hun bepaalde zorg en nood. Herken je daar iets van? Gekomen tot de Heere Jezus, Die het verlorene zoekt en vindt. Ik zie ze gaan: de melaatse met zijn dodelijke kwaal (Mattheüs 8); de blinden met hun nood (Mattheüs 9); de Kananese vrouw met de nood van zichzelf en haar kind (Mattheüs 15); een vader met zijn maanzieke jongen (Markus 9); de zondares met haar verloren leven (Lukas 7); Nicodémus met zijn vragen en vroomheid (Johannes 3); de moordenaar aan het kruis met het laatste restje van zijn verzondigd leven (Lukas 23). Ze kwamen zoals ze op dat moment waren, dwars door hun vertwijfeling heen, moe, arm en naakt tot de God, Die zalig maakt. Tot onze Heere Jezus Christus. Die er niet één leeg en troosteloos wegstuurt. Herken je daar ook iets van? Zie je ze hun levensreis vervolgen? De woorden van Jezus gaan met hen mee, vertroostend, bemoedigend. Veel meer, Jezus gaat met hen mee, want Jezus mag je nooit los maken van Zijn verlossende woorden. Denk je ook niet dat ze David in Psalm 56 hebben nagezongen? Zullen we het samen meezingen?
Ik roem in God; ik prijs 't onfeilbaar woord;
Ik heb het zelf uit Zijnen mond gehoord;
'k Vertrouw op God, door gene vrees gestoord;
Wat sterv'ling zou mij schenden?
Ik heb beloofd, wanneer G' in mijn ellenden
Mij bijstand boodt, en 't onheil af zoudt wenden,
Tot U, o God, mijn lofzang op te zenden,
Door ijver aangespoord.
Waar zijn de vruchten? Ik elk geval nooit in jezelf. Daar vind je niets dan zonde en vertwijfeling. Vruchten vind je aan Jezus voeten. Je verliest alle vastheid in jezelf. Jij en ik kunnen niet het minst aan onze zaligheid bijdragen, elke vorm van zelfvertrouwen is verdachtmaking van de Heere Jezus. Rust niet voordat je het zelf uit Zijn mond hebt gehoord. Wat moet je meebrengen om door Jezus aangenomen te worden? Al je zonden en al je zorgen en je spoelt aan, aan de voeten van onze Heere en Zaligmaker Jezus Christus en Hij laat het zien en horen, lieflijk en teer: Jouw vrucht is uit Mij gevonden. En je zingt opnieuw:
Nu ken ik die waarheid zo diep als gewis,
Dat CHRISTUS alléén mijn gerechtigheid is;
Nu tart ik de dood en verwin ik het graf,
Nu neemt mij geen satan de zegekroon af!
Nu reis ik getroost onder ‘t heiligend kruis.
Naar ‘t erfgoed daarboven in het Vaderlijk huis.
Mijn JEZUS geleidt mij door d’ aardse woestijn.
’Gestorven voor mij’! zal mijn zwanenzang zijn.
Jongen, meisje, man, vrouw, waar ben je? Zing je mee?
Hartelijke groet,
C. A. Hoekman
Dit artikel is beantwoord door
C.A. Hoekman
- Geboortedatum:23-09-1943
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Kapelle
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Dhr. Hoekman was ruim 40 jaar ouderling in de Ger. Gem.
Bekijk ook: