Een vloekend kind van God
Ds. C. Harinck | Geen reacties | 29-01-2024| 15:29
Vraag
Ik heb de Heere nodig in mijn leven, voor de tijdelijke en voor de eeuwige dingen. Toen ik nog naar de kerk ging, ging ik aan het avondmaal, maar ik kom al lang niet meer in de kerk vanwege psychische klachten (een angststoornis). In die tijd was er een verlangen om op de Heere Jezus te zien, vanwege mijn zondekwaal. Om bij Hem verlossing te zoeken. Sinds jaren kom ik niet meer in de kerk en door mijn klachten voel ik mij vaak radeloos. Ik ben uitbehandeld en krijg geen psychologische hulp meer.
Waar ik heel erg over in zit, is een zonde waar ik steeds in val. Namelijk boosheid en vloeken. Ik probeer als een rechteloze te bidden om ootmoed en ik vraag of God mijn boosheid en opstand weg wil nemen. Maar steeds weer ben ik het niet eens met Gods weg en dan begin ik soms vreselijk te vloeken. Ik vraag telkens om vergeving. Maar ik val ook telkens weer in deze zonde.
Het maakt me moedeloos. Zeker omdat de Heidelbergse catechismus zegt dat het de ergste zonde is. Daarbij komt dat de boze mij telkens influistert dat God zo’n vloeker zeker verloren zal laten gaan. Genade kan toch niet samen gaan met deze vreselijke zonde? Ik hoop dat ds. C. Harinck een antwoord wil geven...
Antwoord
Beste vraagsteller,
Je begint met een belangrijke mededeling. Je zegt dat je de Heere nodig hebt in je leven. En dat niet alleen voor de tijdelijke dingen, maar ook voor de eeuwige. Vervolgens zeg je aan het Avondmaal te hebben deelgenomen. Maar dan volgt dat dit allemaal in het verleden was. Je kruis en zonde is dat je snel boos bent en vloekt. En je zegt het ook niet eens te zijn met Gods weg. Dat zijn ingrijpende zaken.
Ik denk dat ik wel kan beginnen met gewoon eerlijk tegen je te zeggen, dat bij mensen zoals jij, want je bent hierin niet alleen, een zwakke en zieke geest en het geloofsleven door elkaar lopen. De duivel maakt daar misbruik van om je te verwoesten. Het is belangrijk om jezelf in de strijd vast te houden aan Gods Woord. Het Avondmaalsformulier heeft het over zonden die nog “tegen onze wil”, in ons zijn overgebleven. Dus dat er nog zonde is, ook jouw specifieke zonde, is niet vreemd in het leven van de gelovigen. In Romeinen 7 lees je daar ook over. Je zondigt, in jouw geval, je vloekt in je hart en bent opstandig jegens God. Dat is zonde en moet je zo blijven zien. Maar indien je kon en mocht kiezen zou je er van verlost willen zijn. Wanneer Jezus jou zou vragen wat Hij Bartimeüs vroeg: wilt u gezond worden? Zou je dan zeggen: Heere, dat ik van die vloekende geest verlost mocht zijn. Indien dat zo is ben je ver van de verworpenen en opzettelijke vloekers vandaan. Je geniet er niet van, maar gaat er onder gebukt. Dan lijk je op Paulus in Romeinen 7.
Een andere zaak is, en dat zal je wel verteld zijn door de behandelaars: je moet het over je laten komen. In dit verband zei Luther: je moet doen wat je in een hagelbui zou doen. Je moet de capuchon over je hoofd trekken en het over je laten komen. Hoe meer je je verzet, hoe erger het kan worden. Ik zou dan toch iets meer willen adviseren. Tracht steeds te zien waar het vandaan komt. Het wordt aan je opgedrongen, de duivel zit er achter. Je zou er vanaf willen, maar kunt niet. Je moet de strijd daarom maar opgeven en zeggen wat Josafat zei: In ons is geen kracht tegen deze grote menigte, maar onze ogen zijn op U. Dat is de beste verdediging.
Houd vooral ook in gedachten dat Johannes schrijft dat het bloed van Jezus Christus reinigt van alle zonde, ook van deze zonde. En dat Jezus' hart bijzonder bewogen was over de zogeheten 'bezeteten', mensen die geterroriseerd werden door de duivel. Er is een rijke troost in het feit dat Jezus bijzonder op de duivelen vertoornd was omdat zij het pronkjuweel van God, de mens, zo pijnigden. Je bent bij Jezus welkom met je strijd. En Hij kent deze strijd. Wie was ooit zo aangevochten en door de duivel geplaagd als Jezus?! Hij is ook hierin een medelijdend Hogepriester, Die in alles is verzocht geweest, gelijk als wij, en daarom ons in alles te hulp kan komen. Een hulp die je hard nodig hebt. De vloekende geest moet je niet van de Heere afhouden, maar veel meer tot Hem doen vluchten.
Er is een oudvader, die een boek over deze zaken heeft geschreven. Het is Simon Omius en de titel is “Satans vuistslagen”. Het lezen van dit boek zou je kunnen helpen.
De Heere zij je tot hulp en sterkte,
Ds. C. Harinck
Dit artikel is beantwoord door
Ds. C. Harinck
- Geboortedatum:09-04-1933
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Kapelle
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus
Bekijk ook: