Bidden tot de Drie-eenheid
Ds. K. van den Geest | 26 reacties | 28-12-2023| 12:06
Vraag
Ik heb een vraag over de drie-eenheid van God. Hoe moet ik dat zien? Als ik tot de Zoon bid, bid ik dan ook tot de Vader? Of moeten wij altijd tot de Vader bidden in de naam van de Zoon? Ik bid veel tot de Zoon en minder tot de Vader. Het lijkt ook of de Zoon dichterbij staat dan de Vader voor mijn beleving. Ik voel met de Heere Jezus echt een verbondenheid als mijn Zaligmaker.
Maar als ik me dan verder van God de Vader af voel staan als van God de Zoon, is dat dan wel goed? Of zie ik het allemaal verkeerd en begrijp ik het niet goed? Of moet ik God als drie-enige God aan roepen? Het zijn veel vragen maar ik hoop dat iemand mij er een antwoord op kan geven.
Een jonge vrouw.
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Een mooie vraag! En een moeilijk onderwerp om op te antwoorden. Om te beginnen: Jezus heeft ons geleerd God als onze Vader aan te roepen (bijv. in het Onze Vader). Ook heeft Hij ons geleerd God de Vader aan te roepen in Zijn naam. "Niemand kan tot de Vader komen dan door Mij", Jezus Christus de Zoon van God is altijd de 'tussenpersoon' of Middelaar. Door Hem kennen wij God. Heel duidelijk lezen we dat in het Evangelie van Johannes. In hoofdstuk 1:18 zegt hij: "Niemand heeft ooit God gezien, maar de enige Zoon, die zelf God is, die aan het hart van de Vader rust, heeft Hem doen kennen." Dat is een prachtige tekst die uitlegt dat we buiten de Zoon om God niet zouden kunnen kennen. God zou hoog verheven, onbereikbaar en onaangedaan boven ons tronen, maar wij zouden Hem niet 'kennen', niet weten wie of hoe Hij is. Door de Zoon krijgt Hij als het ware een Gezicht, God met een menselijk gezicht, immers de Zoon is mens geworden.
En nog belangrijker: Jezus heeft ook laten zien wie en hoe God is in de daden die Hij verrichtte, in zijn leven van volmaakte liefde en gehoorzaamheid toen Hij op aarde was. Juist in Hem zien we God als de goede God. Zonder of buiten Hem zou God als het ware 'onberekenbaar' zijn, we zouden niet weten waar we aan toe zijn. Feitelijk krijg je dan een 'moslim-god', een God die ver weg is en ongenaakbaar. Maar Christus' offer maakt dat we tot God kunnen naderen, Hij is het voorhangsel, zijn bloed is de toegang tot het heiligdom (zie de Brief aan de Hebreeën). Uit dit alles blijkt, dat Jezus Christus God de Vader dichtbij brengt. Terecht dus dat de vraagstelster in haar gebeden God ziet via het Gezicht van de Zoon. Dit is hoe wij als mensen het kunnen ervaren.
Iets heel anders is, dat dit uiteraard niet betekent dat we de Personen in de Drieeënheid kunnen scheiden. Altijd zijn ze alle Drie betrokken als we tot God bidden. Alleen kunnen wij dit mysterie en wonder niet vatten. Daardoor tasten we naar woorden en zijn al onze pogingen ontoereikend. Toch hoeft dat ons niet te verontrusten. Want uiteraard bid je dan tot de Drieënige, tot deze Personen tegelijk. Je hoeft er niet over in te zitten of je elk van deze Drie wel “voldoende aandacht” geeft, daar God God is en geen mens. Dus ook als je zegt “Onze Vader” en je daarbij allereerst toch Jezus de Zoon voor je ziet, is dat voor God geen zonde of tekortschieten. En zeker kun je ook de Vader afzonderlijk aanbidden of ook de Geest aanroepen. De Vader zegent ons en zorgt voor ons als de Schepper, de Zoon bidt voor ons als de Middelaar, de Geest draagt onze gebeden als de Geest van de gemeenschap. Het is een voortdurende kring waarin onze gebeden als het ware meegenomen worden en tot Gods hart gebracht worden. Dus ja, zo gezien bid je altijd tot alle Drie tegelijk, ook als je Eén in het bijzonder aanspreekt en noemt.
Als je toch het gevoel hebt, dat je er niet juist aan doet als je meer tot de Zoon spreekt dan tot de Vader (en/of de Heilige Geest), kun je dat uiteraard in je bewoordingen enkele malen afwisselen, door ook bewust te kiezen voor het aanspreken van de Vader en de Geest. Maar nogmaals, echt noodzakelijk is dat niet. God kent onze gedachten en motieven immers. Hij weet dat je intentie is Hem te aanbidden. Maar je zult zien, zoals ik al zei: juist door de Zoon kun je God de Vader kennen als de God die nabij is en ons Zijn liefde en genade schenkt.
Ik weet niet of dit antwoord echt verder helpt, omdat het niet een absoluut uitsluitsel biedt over de vragen die je stelt. Het is niet óf het één, óf het ander. God schenkt ons Zijn liefde en genade in Christus. Ik proef echter in deze vragen een intens geloofsleven, en dat is prachtig en integer. Je ervaart een echte band met God en wilt het goed doen. Dan zal God je zeker genadig zijn.
Ds. K. van den Geest
Lees ook:
- 'Wie moet je in het gebed aanspreken?'
- 'Bidden tot God Vader, Zoon en Heilige Geest'
- 'Hoe moet ik bidden en tot Wie?'
- 'Wie aanspreken in ons gebed?'
- 'Tot Wie bidden'
- 'Bidden van de Heere Jezus en de Heilige Geest'
- 'Gebed tot de Heilige Geest'
- 'Ambten en Personen benoemen'
- 'Bidden tot God de Drie-enige'
Dit artikel is beantwoord door
Ds. K. van den Geest
- Geboortedatum:12-10-1957
- Kerkelijke gezindte:Nederlandse Gereformeerde Kerken
- Woon/standplaats:Deventer
- Status:Actief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
O Vader, dat Uw liefd' ons blijk';
O Zoon, maar ons Uw beeld gelijk;
O Geest, zend Uwen troost on neer:
Drieënig God, U zij al d' eer!
Dit is een lied, maar niet speciaal in de Bijbel te vinden.
Klopt wel door de Geest of met de hulp van de Geest, maar niet tot de Geest, maar het hoeft dan niet verkeerd te zijn, alleen is het niet terug te vinden.
De Heere Jezus Christus is de Middelaar. De Hogepriester door Wiens bloed er een levende en verse weg is om tot God te gaan. Ik merk dat als ik in geestelijke nood zit dat Hij dan die schreeuw geeft: Jezus! Of Heere Jezus! Savior! Meestal als je ziet op je zonden ga je eerst tot de Middelaar. Ook om Zijn voorbidding, Zijn danken. Je hebt Hem nodig in al Zijn ambten. Hij is gegeven door Zijn Vader om jou te leiden.
Maar vaak als er tijdelijke noden zijn is het zo dat de Heere Jezus voor mij bidt: Vader! Soms hoeft het maar een angst te zijn. Of een emotionele pijn! Hij schenkt die Vaderroep in het hart en alles wordt rustig. O ja, Vader… Hij zorgt. Zo pakt de Heere Jezus je bij de hand als een klein kind.
Er is nog iets waarbij de Heilige Geest geeft om naar de Vader te roepen. Namelijk als het om de eer van Zijn Zoon gaat. Wordt Hij verworpen? In je eigen hart, in je gezin, in je gemeente, in ons land of in de wereld. Kijk maar naar Handelingen 4: 18-31. Want de Vader zal het opnemen voor de eer van Zijn Zoon. Want Zijn Zoon heeft Hem verheerlijkt en Hij zal nog steeds de Naam van Zijn Vader bekend maken.
De Heilige Geest is ook een Persoon. En Hij is God. Hij kan bedroefd worden, je kunt tegen Hem liegen, je kunt Hem verzoeken… Maar Hij wordt samen met de Vader en de Zoon aangebeden. Als ik kijk naar hoe de Heere dat geeft in het gebed dan bidt ik niet zo vaak tot de Heilige Geest maar als het zo is dan is het in aanbidding en verwondering om ook Zijn liefde en geduld. Wat doet ook de Heilige Geest een groot werk! In zo veel landen, in zoveel harten en zo geduldig… Maar er is nog iets: De Heilige Geest wordt vaak aangeduid als de Wind. In het Hooglied bidt de bruid: Hooglied 4:16 / STV
16 Ontwaak,⁶⁶ noordenwind! en kom, Gij zuidenwind! doorwaai⁶⁷ mijn hof,⁶⁸ dat zijn specerijen⁶⁹ uitvloeien. O, dat mijn Liefste tot Zijn hof kwame, en ate⁷⁰ zijn edele vruchten!⁷¹
Zo mag je de Heilige Geest ook aanroepen. Alles om meer vrucht en gemeenschap voor je Liefste. Onze Heere Jezus Christus.
Mooi is ook wat ons doopsformulier zegt over de “werken” van de drie afzonderlijke personen in het Goddelijk Wezen:
1. God de Vader betuigt en verzegelt ons, dat Hij met ons een eeuwig verbond der genade
opricht…
2. God de Zoon verzegelt ons, dat Hij ons wast in zijn bloed van al onze zonden …
3. God de Heilige Geest verzekert ons dat Hij in ons wonen, en ons tot lidmaten van
Christus heiligen wil, ons toe-eigenende hetgeen wij in Christus hebben…
Als je nu geen handen hebt om Christus aan te grijpen en geen voeten om naar Hem toe te komen, wijs dan maar op hetgeen de Geest beloofd heeft, volgens het doopformulier. Je mag er op pleiten en het eist dat je het gelooft.
Het is waar dat er in de Bijbel geen directe verwijzingen staan naar een gebed tot de Heilige Geest, maar uit b.v. het doopsformulier blijkt dat er toch welk tot de Geest gebeden mag worden: de Trooster....
Nu met onderbouwing uit de Bijbel...
Wat jammer dat je zo reageert, je verteld een heleboel, maar niet uit de Bijbel, dat moet ik onderbouwen uit de Bijbel dat het niet mag...
Dat heb ik namelijk niet gezegd.
Ik zal mezelf nog even citeren:
Klopt wel door de Geest of met de hulp van de Geest, maar niet tot de Geest, MAAR HET HOEFT DAN NIET VERKEERD TE ZIJN, alleen is het niet terug te vinden.
De Bereeërs zochten in de Schriften of het alzo was wat Paulus sprak... dat bedoelde ik tegen je te zeggen...
onderzoek de zaak inderdaad eens, zoals "die van Berea"...
Dan bidt je dit gebedje denk ik niet zo rustig meer mee...
Het is onbegrijpelijk hoe een onbijbels liedje van een kerkvader (gemaak door Ambrosius?) in gebruik is geraakt, zelf zó, dat het in veel kerken aan het einde van de dienst als afsluitend gebed wordt gebeden.
Want nergens in Gods Woord richt iemand zich in gebed tót de Heilige Geest.
Dus dan moeten wij (als we tenminste Bijbels willen zijn) dat ook niet doen, hoe mooi dat liedje uit de Avondzang ook klinkt.
Zelfs de Heere Jezus bidt niet tot de Heilige Geest, maar Hij zegt in Joh. 14:16-17:
En Ik zal de Vader bidden, en Hij zal u een andere Trooster geven, opdat Hij bij u blijft tot in eeuwigheid, namelijk de Geest van de waarheid… enz.
Dus willen we de troost van de Heilige Geest ontvangen, dan moeten we niet tot de Geest bidden, maar mogen we tot de Vader bidden.
De kerkvaders hebben dit geïntroduceerd en geleerd aan hun volgelingen. Wisten de kerkgangers van toen dat het niet klopte? Slechts een enkeling kon dat vaststellen. En omdat het al zo vaak geciteerd werd is het gemeengoed geworden.
Daarom is een goede kritiek op zaken die niet voorkomen in de Bijbel te benoemen en niet weg te stoppen als een onbeduidendheid.
Wat geloof jij dan van de Heilige Geest? Is Hij God? Is Hij een Persoon?
En hoe lees je Hooglied 4:16?
שמע, ישראל! יהוה אלוהינו יהוה אחד
Hoor, Israël! De Eeuwige, onze Heer, is Een.
De Joodse geloofsbelijdenis die nog steeds van toepassing is.
Hierin komt de volkomen eenheid naar voren. Ongedeeld, onzichtbaar en alom tegenwoordig. Van mensen kan dat niet gezegd worden al spreken wij wel eens uit: in gedachten ben ik bij je. Dat is op afstand en niet fysiek. Voor de Eeuwige is dat geen enkele belemmering. Hij is niet aan tijd of afstand verbonden.
G'd in de hemel en G'd op aarde een volkomen mysterie voor de mens. Voor mensen niet te bevatten en te beredeneren. Lees Jesaja 40:13-14. Kunnen wij mensen de wijsheid en kennis van de Eeuwige bevatten? Ook Jesaja houdt dat aan mijn volksgenoten voor. Wij mensen willen beredeneren en alles in categorieën onderverdelen om (be)grip te krijgen over iets. De Eeuwige is de onveranderlijke en Almachtige. De Eeuwige hield iets zichtbaars voor Zichzelf in de tuin van Eden: dat was de boom van kennis van goed en kwaad en de boom des levens. Ook daar een tweedeling waarin de mens een vrije keuze had. Het respecteren van dit is van de Eeuwige. Meer werd er niet gevraagd.
Hetzelfde geldt voor koning Salomo die in ruime mate wijsheid had ontvangen van de Eeuwige. In Hooglied 6 citeert Salomo de Thora en ontdekt de wijsheid die de Eeuwige daarin gelegd heeft. Hij doet dat in proza vorm om op deze wijze de liefde van de Eeuwige naar de mensheid en de schepping tot uiting te brengen.
Zoals de heerlijke geuren waren in het paradijs. De volkomen harmonie die daar was te bejubelen en onder de aandacht te brengen. Ingebed in de prozaïsche uitdrukking van het liefdesleven tussen man en vrouw zoals de Eeuwige dat had bedacht en toegepast heeft in het paradijs.
Op dezelfde manier geldt dat ook voor het bidden tot de Heilige Geest. Nergens staat een expliciet gebod om ook tot de Heilige Geest te bidden, nergens staat anderzijds een verbod om tot Hem te bidden. Maar de Drie-eenheid laat ons zien dat de Vader, de Zoon en de Heilige Geest samen God zijn. Als we tot één van hen bidden, bidden we tot God. Daarom zijn vanuit de vroege kerk al gebeden tot de Heilige Geest te vinden. Daarbij is Johannes 4:23-24 toch wel een belangrijke passage waarin m.i. de noodzaak van het bidden van de Heilige Geest te bidden. Maar een ieder zij in zijn/haar gemoed verzekerd.
Helaas is de doop niet zo'n goed voorbeeld...
Ja, ons verstand is te klein om de eenheid van de Eeuwige te kunnen bevatten. En toch… als Hij door Zijn Woord en Zijn Heilige Geest je iets ‘in Zichzelf trekt’ dan weet je het. En wil je wel sterven om voor altijd in Hem te zijn. Je hart weet het.
Johannes 1:14 / STV
14 En het Woord is vlees³³ geworden, en³⁴ heeft onder ons gewoond (en³⁵ wij hebben Zijn heerlijkheid³⁶ aanschouwd, een heerlijkheid als des Eniggeborenen³⁷ van den Vader), vol van genade³⁸ en waarheid.
Jezus heeft ons God verklaard.
Dat betekent dat wij in de Enige en Waarachtige God ook drie Personen mogen leren kennen.
En dat is het verschil…@Van_Berea er zijn momenten waarbij je het argument van iets niet kunnen weten gebruikt voor iets wat je wel zou kunnen weten. (Hoe noemen ze dat ook al weer? Het Imperious ignorance argument?) Maar Jezus heeft het ons helder verklaard. En ons ook Zijn Heilige Geest geschonken die dan Hem in Zijn eenheid aanroept, Die zucht tot de Zoon en een andere keer tot de Vader maar Die soms Zijn licht laat vallen (Niet zo der de wil van de Zoon en van de Vader want Zij zijn Één.) op Zijn Eigen Persoon zodat ook Zijn werk niet onteert wordt.
@Jesaja40
Iedereen die de Heilige Geest als Inwoner in het hart heeft weet dat het Hooglied gaat over de gemeenschap met de Eeuwige Schepper in Jezus de Christus. Blank en rood… Dus de omgang van de Eeuwige met Zijn Bruid en daarom ook de omgang van Zijn Bruid met Hem. Daarin zie je dus een geheimpje terug van het liefdesleven met Christus waar de bruid ook de Geest aanroept als: Noordenwind en Zuidenwind…
Want de Geest blaast waarheen Hij wil…
Jesaja 54:
Uw Makers is uw Mannen…
In de Thora lezen wij al over de Geest van de Eeuwige bij diverse personen.
Exodus 31:3, Exodus 35:31, Numeri 11:17, Numeri 11:25, Numeri 24:2, Numeri 27:18
De Geest van de Eeuwige was bij de rechters aanwezig: Richteren 6:10, Richteren 6:34, Richteren11:29, Richteren 13:25.
Al deze verschijningen moeten gelezen worden vanuit een historische context. Gebeurtenissen staan niet op zichzelf maar hebben een doel: voorbeeld, waarschuwing, onderwijzing door alle generaties heen. Geen los zand maar samenhang in volkomen harmonie.
Onze Messias Yeshua brengt met een messcherpe wijze mijn volksgenoten dat onder hun aandacht. Niet de letter van de wet, ook naar de geest, de strekking van de wet.
Als Hij zegt: "Ik en de Vader zijn Een" dan is dat zo. Laat het een voor ons mensen een mysterie blijven.
De Geest van de Eeuwige sprak door Bileam een rijke zegen uit over mijn volk. Wekelijks wordt deze zegen uitgesproken in de Synagogen. Het doel van de Eeuwige was om Israel te zegenen. De vloek daalde neer op Bileam toen hij via een achterdeur probeerde Israel te ondermijnen: Numeri 31:16.
De Geest van de Eeuwige was op Saul neergedaald. Het had een doel: een goede koning te zijn. 1 Samuel 10:6 Hij miste zijn doel en kwam met een heel slecht argument zich daarover verontschuldigen. De Geest van de Eeuwige week van hem 1 Samuel 16:14.
Zo kunnen ook de goede bedoelingen tegen ons zijn en de Geest van de Eeuwige zal niet meer op ons rusten. Het leert u en mij om uiterst zorgvuldig om te gaan met Zijn Woord.
Het duurde even en ik kan niet overal op reageren. (Al zou ik graag iets meer tijd hebben om je reacties te lezen en te begrijpen wat je nu precies zegt.)
Maar het Licht der wereld heeft ons God verklaard. Hij was in de schoot van Zijn Vader en Hij is het uitgedrukte Beeld van Zijn Zelfstandigheid. Daarom hoeven wij niet in de duisternis te blijven. We kunnen meer van de Eeuwige kennen dan jij in je reacties doet voorkomen. De bomen(!) gegeven in het paradijs waren voor ons en niet voor God. Door te eten van die ene boom van kennis van goed en kwaad hebben wij geen kennis/gemeenschap meer met onze Maker zoals we geschapen zijn. We maken daarom een eigen/verkeerd beeld van Hem en dienen Hem naar dat eigen beeld. (Een altaar voor de onbekende God) En Hij heeft de weg verspert om weer te kunnen eten van de boom des levens. We kunnen dus nooit meer zelf terug om ons levend te eten.
Maar buiten het paradijs heeft Hij Zelf een Weg terug gemaakt. Hij heeft een nieuwe Boom gegeven om in die gemeenschap terug te brengen. De Boom des Levens. De Weg, de Waarheid en het Leven. Een versen en levende Weg door Zijn bloed. Hij is ingegaan in het Heilige der Heilige. Door Hem hebben wij beiden (jood en heiden) den toegang door één Geest tot den Vader.
Over de Heilige Geest... waarvan het Licht zegt: En Ik zal den Vader bidden, en Hij zal u een anderen Trooster geven, opdat Hij bij u blijve in der eeuwigheid; En Die biddende Hogepriester, naar de wijze van Mechizedek zonder begin en zonder einde, bidt nog voor hen die Hij gekregen heeft van Zijn Vader dat hun geloof niet zal ophouden, dat ze bewaard zullen worden van de boze en dat ze geheilig zullen worden in de Waarheid. Dit bidt Hij op grond van zijn Eigen heiliging. Hij is zo stellig: Ze zijn niet van de wereld, Vader! Zijn gebed wordt verhoord.
Ja, sommigen ontvangen iets van de Heilige Geest, En de Heilige Geest kan ook op mensen zijn. Maar als je de Trooster als Inwoner ontvangen hebt van de voorbiddende Hogepriester zal Hij Hem nooit meer terugroepen. Hij kan bedroeft worden en Zich terug trekken tot onderwijs en als kastijding van de Vader maar als je gekocht bent met het bloed van de eeuwige Zoon van God dan heb je recht op Die Gave van de Vader. (Ik zeg het voorzichtig, maar zo is het wel. Jezus heeft er recht op en het gaat uit van de onvoorwaardelijke liefde.) Daarom worden we steeds vermaand om in vreze en voorzichtigheid te wandelen. Omdat je heilig BENT wees dan heilig. Je bent opnieuw geboren niet uit vergankelijk zaad maar uit onvergankelijk zaad. Het levende en eeuwigeblijvende Woord van God.
Wetende dat gij niet door vergankelijke dingen, zilver of goud, verlost zijt uit uw ijdelen wandel, die u van de vaderen overgeleverd is, Maar door het dierbaar bloed van Christus, als van een onbestraffelijk en onbevlekt Lam; Dewelke wel voorgekend is geweest voor de grondlegging der wereld, maar geopenbaard is in deze laatste tijden om uwentwil, Die door Hem gelooft in God, Welke Hem opgewekt heeft uit de doden, en Hem heerlijkheid gegeven heeft, opdat uw geloof en hoop op God zijn zou. Hebbende dan uw zielen gereinigd in de gehoorzaamheid der waarheid, door den Geest, tot ongeveinsde broederlijke liefde, zo hebt elkander vuriglijk lief uit een rein hart; Gij die wedergeboren zijt, niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en eeuwigblijvende Woord Gods.Want alle vlees is als gras, en alle heerlijkheid des mensen is als een bloem van het gras. Het gras is verdord en zijn bloem is afgevallen; Maar het Woord des Heeren blijft in der eeuwigheid. En dit is het Woord dat onder u verkondigd is.
DIT heeft Jezus gesproken, en Hij hief Zijn ogen op naar den hemel, en zeide: Vader, de ure is gekomen, verheerlijk Uw Zoon, opdat ook Uw Zoon U verheerlijke. Gelijkerwijs Gij Hem macht gegeven hebt over alle vlees, opdat al wat Gij Hem gegeven hebt, Hij hun het eeuwige leven geve. En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, den enigen waarachtigen God, en Jezus Christus, Dien Gij gezonden hebt. Ik heb U verheerlijkt op de aarde; Ik heb voleindigd het werk dat Gij Mij gegeven hebt om te doen. En nu, verheerlijk Mij, Gij Vader, bij Uzelven, met de heerlijkheid die Ik bij U had eer de wereld was. Ik heb Uw Naam geopenbaard den mensen die Gij Mij uit de wereld gegeven hebt. Zij waren Uwe, en Gij hebt Mij dezelve gegeven, en zij hebben Uw Woord bewaard. Nu hebben zij bekend dat alles wat Gij Mij gegeven hebt, van U is. Want de woorden die Gij Mij gegeven hebt, heb Ik hun gegeven, en zij hebben ze ontvangen, en zij hebben waarlijk bekend dat Ik van U uitgegaan ben, en hebben geloofd dat Gij Mij gezonden hebt. Ik bid voor hen; Ik bid niet voor de wereld, maar voor degenen die Gij Mij gegeven hebt, want zij zijn Uwe. En al het Mijne is Uwe, en het Uwe is Mijne; en Ik ben in hen verheerlijkt. En Ik ben niet meer in de wereld, maar dezen zijn in de wereld, en Ik kom tot U. Heilige Vader, bewaar hen in Uw Naam, die Gij Mij gegeven hebt, opdat zij één zijn, gelijk als Wij. Toen Ik met hen in de wereld was, bewaarde Ik hen in Uw Naam. Die Gij Mij gegeven hebt, heb Ik bewaard, en niemand uit hen is verloren gegaan, dan de zoon der verderfenis, opdat de Schrift vervuld worde. Maar nu kom Ik tot U en spreek dit in de wereld, opdat zij Mijn blijdschap vervuld mogen hebben in zichzelven. Ik heb hun Uw Woord gegeven, en de wereld heeft hen gehaat, omdat zij van de wereld niet zijn, gelijk als Ik van de wereld niet ben. Ik bid niet dat Gij hen uit de wereld wegneemt, maar dat Gij hen bewaart van den boze. Zij zijn niet van de wereld, gelijkerwijs Ik van de wereld niet ben. Heilig hen in Uw waarheid; Uw Woord is de waarheid. Gelijkerwijs Gij Mij gezonden hebt in de wereld, alzo heb Ik hen ook in de wereld gezonden. En Ik heilig Mijzelven voor hen, opdat ook zij geheiligd mogen zijn in waarheid. En Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor degenen die door hun woord in Mij geloven zullen. Opdat zij allen één zijn, gelijkerwijs Gij, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons één zijn, opdat de wereld gelove dat Gij Mij gezonden hebt. En Ik heb hun de heerlijkheid gegeven, die Gij Mij gegeven hebt, opdat zij één zijn, gelijk als Wij één zijn: Ik in hen, en Gij in Mij; opdat zij volmaakt zijn in één, en opdat de wereld bekenne dat Gij Mij gezonden hebt, en hen liefgehad hebt, gelijk Gij Mij liefgehad hebt. Vader, Ik wil dat waar Ik ben, ook die bij Mij zijn, die Gij Mij gegeven hebt; opdat zij Mijn heerlijkheid mogen aanschouwen, die Gij Mij gegeven hebt, want Gij hebt Mij liefgehad, voor de grondlegging der wereld. Rechtvaardige Vader, de wereld heeft U niet gekend; maar Ik heb U gekend, en dezen hebben bekend dat Gij Mij gezonden hebt. En Ik heb hun Uw Naam bekendgemaakt en zal hem bekendmaken, opdat de liefde waarmede Gij Mij liefgehad hebt, in hen zij, en Ik in hen.
Het Licht der wereld:
Chanoeka, de zuivere olie; het lichtfeest - Het Licht der wereld wandelde in de Tempel - Zijn onderwijs in de gelijkenis van de 5 wijze en 5 dwaze maagden - de olie in hun lampen.... :)
Er was een mens van God gezonden, wiens naam was Johannes. Deze kwam tot een getuigenis, om van het Licht te getuigen, opdat zij allen door hem geloven zouden. Hij was het Licht niet, maar was gezonden opdat hij van het Licht getuigen zou.
Dit was het waarachtige Licht, Hetwelk verlicht een iegelijk mens, komende in de wereld. Hij was in de wereld, en de wereld is door Hem gemaakt; en de wereld heeft Hem niet gekend. Hij is gekomen tot het Zijne, en de Zijnen hebben Hem niet aangenomen.
Maar zovelen Hem aangenomen hebben, dien heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven;
Welke niet uit den bloede, noch uit den wil des vleses, noch uit den wil des mans, maar uit God geboren zijn. En het Woord is vlees geworden, en heeft onder ons gewoond (en wij hebben Zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als des Eniggeborenen van den Vader), vol van genade en waarheid.
Johannes getuigt van Hem en heeft geroepen, zeggende: Deze was het van Welken ik zeide: Die na mij komt, is vóór mij geworden, want Hij was eer dan ik.En uit Zijn volheid hebben wij allen ontvangen, ook genade voor genade. Want de wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid is door Jezus Christus geworden. Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, Die in den schoot des Vaders is, Die heeft Hem ons verklaard.
Natuurlijk twijfel ik op geen enkele wijze aan het Licht der wereld. Wel hebben wij Messiasbelijdende Joden grote moeite met het vaststellen van een door u aangehaalde drie-eenheid. De reden van die moeite zit niet in teksten die gaan over het Licht der wereld maar wel over het in een drie-eenheid te plaatsen.
Wat doet Yeshua? Hij maakt de Naam van Zijn Vader bekend in de voor mijn volksgenoten heldere woorden "Ik en de Vader zijn een". Voor mijn volksgenoten in die dagen geen enkel probleem gelet op het eerste woord in de Thora: בְּרֵאשִׁית [beresiet]. Letterlijk inhoud: met de Eersteling schiep G'd de hemel en de aarde.
Grammaticaal past de ת niet, het is namelijk een voltooiing van iets wat daaraan vooraf is gegaan. Daarmee geeft de Eeuwige direct aan met het eerste woord: alles wat voor dit eerste voltooide woord zou moeten staan is het persoonlijke geheim van de Eeuwige. Niet voor mensenoren/ogen bestemd.
Dat zorgt er ook voor dat Messiasbelijdende Joden zeer terughoudend zijn om een drie-eenheid te benoemen. Wij van ons kennen de woorden "wie is Zijn raadsman geweest"? Het past ons dus niet om iets in te gaan vullen om iets te duiden of in een systeem te vatten. Grote terughoudendheid en respect voor de Eeuwige is op zijn plaats.
Het is een veelvuldigheid met veel meer facetten dan een drie-eenheid. Wij mensen kunnen, met alle beste bedoelingen ook, de Eeuwige niet narekenen in al zijn verschijningsvormen.
Wij kennen die vanuit de schriften zoals in het brandende braambos, de schrijvende hand op de muur, de stem uit de hemel, de droom van vader Jaacov en zoveel andere openbaring, gezichten en visioenen aan profeten enzovoort. Allemaal verschijnselen van de Eeuwige, maar niet in een vorm van drie-eenheid of een systeem.
Laat al die verschijnselen een plaats krijgen in de lange rij van verwondering die in de Bijbel staan vermeld.
- 1
- 2