Israël: vroeger, nu en in de toekomst
P.C.H. Kleinbloesem | Geen reacties | 30-11-2023| 09:35
Vraag
Een paar vragen over de vreselijke strijd in Israël:
1. In hoeverre heeft Ezechiël 38-39 betrekking op deze strijd of überhaupt op het huidige Israël? Er zijn theologen die een direct verband zien en theologen die dat niet zien. Sommige theologen zeggen dat ook in Ezechiël met Israël enkel de Kerk bedoeld wordt en andere theologen stellen dat hier de huidige staat bedoeld wordt.
2. In hoeverre heeft Ezechiël 40 betrekking op de huidige pogingen van orthodoxe joden de derde tempel te bouwen?
3. Hoewel er veel steun is in Nederland voor Israël op humanitaire grond, wat mij betreft volledig terecht na deze aanval, is er vooral uit protestantse hoek ook terecht veel steun voor Israël op Bijbelse grond. Nou viel mij op dat vooral vanuit de Oosters-Orthodoxe kerk, ook in Gaza vertegenwoordigd, deze steun als onterecht wordt neergezet. Veelal omdat Israël een liberale staat is die geen directe connectie (anders dan een historische) zou hebben met het Bijbelse Israël, wat puur op de Kerk zou slaan. Ook wordt vaak de haat vanuit orthodoxe joden richting christenen genoemd (zie de recente spuugincidenten). Wat is uw visie hierop?
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Beste vraagsteller,
-Ik denk dat de strijd waarover het gaat in Ezechiël 38 en 39 in de toekomst zal plaatsvinden en dat de oorlog van nu niet het begin van die strijd is. Ik denk wel dat je kunt zeggen dat door de oorlog van nu de gebeurtenissen van Ezechiël 38 en 39 als het ware sneller dichterbij komen, omdat het gevolg toch ook is dat de haat van o.a. (bepaalde) omringende landen tegen Israël (én het Joodse volk) alleen maar groter wordt. Dus de gebeurtenissen van nu kunnen leiden tot de gebeurtenissen van straks.
-Ik denk dat je alleen maar kunt zeggen dat met Israël in Ezechiël de Kerk wordt bedoeld, als je uitgaat van de vervangingstheologie, dus meent dat de Kerk (voorgoed) de plaats heeft ingenomen van Israël. Ik geloof dat dat niet juist is. Israël is in Ezechiël gewoon Israël.
-Als het gaat over huidige pogingen om de tempel te herbouwen, zou ik zeggen: het gaat dan om pogingen om de tweede tempel te herbouwen. De tempel van Ezechiël 40 is de derde tempel. Die tempel zal door de Messias Zelf gebouwd worden. Zacharia 6:12-15:
“En spreek tot hem, zeggende: Alzo spreekt de HEERE der heerscharen, zeggende: Ziet, een Man, Wiens naam is SPRUIT, Die zal uit Zijn plaats spruiten, en Hij zal de tempel des HEEREN bouwen. Ja, Hij zal de tempel des HEEREN bouwen, en Hij zal het sieraad dragen, en Hij zal zitten, en heersen op Zijn troon; en Hij zal priester zijn op Zijn troon; en de raad des vredes zal tussen die beiden wezen. En die kronen zullen wezen voor Chelem, en voor Tobía, en voor Jedája, en voor Chen, de zoon van Zefánja, tot een gedachtenis in de tempel des HEEREN. En die verre zijn, zullen komen, en zullen bouwen in de tempel des HEEREN, en gij zult weten, dat de HEERE der heerscharen mij tot u gezonden heeft. Dit zal geschieden, indien gij vlijtig zult horen naar de stem van de HEERE, uw God.”
-Ik geloof op grond van bijvoorbeeld 2 Thessalonicenzen 2:4 en Mattheüs 24 dat er in de eindtijd weer een tempel zal staan in Jeruzalem (de antichrist zal zich zetten in die tempel). Ik geloof echter niet dat dat de tempel zal zijn waarover we lezen in Ezechiël 40! Nogmaals: die zal door de Messias Zelf gebouwd worden (dus als Zijn Koninkrijk op aarde gevestigd wordt).
-Ik denk dat het goed is onderscheid te maken tussen het Joodse volk en de Israëlische staat. Voor mij betekent dat o.a. dat steun voor het Joodse volk niet helemaal gelijk staat aan steun voor (de politiek van) de staat Israël. De aanslagen van Hamas en het lijden in Israël dat daar het gevolg van was: in één woord verschrikkelijk. Het lijden in de Gazastrook is ook verschrikkelijk en ik geloof dat de Heere God dat ook vindt (hoewel je ook hier eigenlijk met twee woorden moet spreken) en echt niet per se staat achter de politiek van ongelovige leiders van de staat Israël.
-Soms moet ik denken aan de geschiedenis van Jona. God was van plan Ninevé te vernietigen vanwege de goddeloosheid die daar was. Maar, mag ik het zo zeggen, wat was de Heere blij dat de Ninevieten zich bekeerden. Hij zegt tegen Jona (die in het laatste hoofdstuk letterlijk zit te wachten op de vernietiging van Ninevé) in Jona 4:11: “En Ik zou die grote stad Ninevé niet sparen? waarin veel meer dan honderd twintig duizend mensen zijn, die geen onderscheid weten tussen hun rechterhand, en hun linkerhand; daartoe veel vee?” Die 120.000 mensen waren naar alle waarschijnlijkheid kleine kinderen van onder de vijf jaren oud, die het verschil nog niet wisten tussen links en rechts.
-Dat God grootse plannen heeft met Israël, dat de gebeurtenissen van 1948 vervulling zijn van Ezechiël 37, dat straks ‘heel’ Israël zal zalig worden, dat de Heere Jezus hier Zijn Koninkrijk zal vestigen en dat Israël het centrum van dat Koninkrijk zal zijn, dat staat voor mij allemaal buiten kijf.
Hartelijke groet en Gods zegen toegewenst,
Ds. P. C. H. Kleinbloesem
Dit artikel is beantwoord door
P.C.H. Kleinbloesem
- Geboortedatum:13-10-1976
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Status:Actief