Doel van wet is schuldbelijdenis
Ds. G.A. van den Brink | Geen reacties | 08-11-2023| 16:51
Vraag
Ds. G. A. van den Brink heeft veel gezegd over het evangelie, maar ook over de wet. Iedere zondag wordt de wet voorgelezen. Met welke gedachten leest u die zelf voor; wat wilt u uw hoorders hierdoor meegeven? En wat heb je als toehoorder op dat moment te bedenken in je hart?
Ik zou het graag concreet gemaakt zien. Ik stel me voor dat je het volgende bedenkt en overdenkt: "Als ik dit hoor moet ik erkennen dat ik faal, ik ben een zondaar en zelfs als ik mijn best doe kan ik deze wet niet houden. Eerlijk gezegd wil ik hem ook niet altijd houden. Ik kan voor God niet bestaan als Hij mij afrekent op het zondigen tegen Zijn wet. Maar ik weet dat Jezus de wet volkomen gehouden heeft en dat Hij met mij wil ruilen: Hij mijn zonden en ik Zijn gerechtigheid. Ik geloof dat Hij meent wat Hij zegt, ik neem Zijn aanbod aan, want anders ben ik verloren! Deze wet die nu voorgelezen wordt verschrikt mij niet meer, want Jezus heeft voor mij betaald. Wat een wonder en wat een genade en wat een evangelie!" Dit?
Of zou er nog bij moeten: "Ik ben zo dankbaar en blij hiervoor dat ik mijn best ga doen de wet zo goed mogelijk te houden. Dat hoort bij het christen zijn en daar moet ik naar streven en mijn oude natuur doden. Natuurlijk lukt mij dat niet altijd, maar God weet wat van Zijn maaksel te verwachten is en zal niet naar het resultaat kijken maar naar mijn streven." Of is je best doen (aan de slag! Lopen in de renbaan!) om Gods wet te houden werkheiligheid (Kohlbrugge) en komen goede werken en vruchten van het geloof 'vanzelf', want God heeft die voorbereid.
Antwoord
Beste vragensteller,
De directe bedoeling van de wetslezing aan het begin van de zondag is schuldbelijdenis. Op de drempel van de oude en de nieuwe week blikken we terug en oordelen we dat we de geboden van God niet hebben gehouden. De wet zelf is heilig en rechtvaardig en goed, maar wij niet. Wij hebben de wet overtreden, en kunnen dus God niet ontmoeten op grond van onze eigen verdiensten.
Er zijn predikanten die zeggen dat we worden geplaatst onder de tucht én de belofte van Gods wet. Ikzelf zeg dat niet zo. We horen de wet niet vanwege de beloften maar vanwege de bedreigingen en de veroordeling. De wet klinkt niet als leefregel van dankbaarheid, ook niet als richtsnoer voor de samenleving, maar als kenbron van onze zondigheid.
Waarom is dit nodig? Omdat wij de boodschap van genade die zal gaan klinken in de verkondiging van het Evangelie alleen waarderen en aanvaarden, als we erkennen dat wij schuldige zondaren zijn die genade nodig hebben.
Jij vraagt: wat moet je als hoorder op het moment van de wetslezing bedenken in je hart? Bedenk dat de wetslezing jou voorbereidt op de verkondiging van het Evangelie. We weten dat de wet niet het laatste woord heeft. We hoeven niet bang en bevreesd te worden, want de zondag is de opstandingsdag van Christus. Juist omdat de bevrijding van het Evangelie zal volgen, kunnen wij ons buigen onder de veroordeling van de wet. Juist de tweeslag van wet en Evangelie maakt ons ootmoedig, eerlijk, ontvankelijk, gelovig.
Met hartelijke groet,
Ds. G. A. van den Brink
Dit artikel is beantwoord door
Ds. G.A. van den Brink
- Geboortedatum:05-01-1974
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Apeldoorn
- Status:Actief
Bijzonderheden:
-Vragen aan ds. Van den Brink kunnen tot nader bericht niet worden ingediend.
-Emeritus-predikant. Sinds september 2020 als wetenschappelijk medewerker verbonden aan de TUA.
-Bekijk ook: