Bijbelvertaling NBG-51
Gereformeerde Bijbelstichting | Geen reacties | 09-10-2023| 12:01
Vraag
Sinds een tijdje ben ik me meer gaan verdiepen in de NBG-51 vertaling. Ik heb er de kanttekeningen van dr. J. H Bavinck en dr. A. H. Edelkoort bij gekocht. Dit heeft tot nu toe veel inzichten gegeven en veel duidelijkheden rondom vertaalkeuzes van deze Bijbelvertaling weggenomen. De GBS is, dacht ik, opgericht vanwege deze vertaling. Ik zoek al lange tijd naar een objectieve visie op deze vertaling. Is deze accuraat? En ligt deze niet dichter bij de Statenvertaling (en dan heb ik het niet over de verschillende manuscripten) qua woordkeuzes dan de Herziene Statenvertaling? Wat zijn terechte kritiekpunten op deze Bijbelvertaling uit 1951 van het Nederlands Bijbelgenootschap, naast het gebruik van HERE in plaats van HEERE?
Antwoord
De NBG-vertaling van 1951, aanvankelijk de Nieuwe Vertaling genoemd, ligt qua taalkleed op vele plaatsen dichter bij de Statenvertaling dan de Herziene Statenvertaling, maar zou ik niet als beter alternatief aanbevelen. U noemt al het verschil van de handschriften waarop de NBG-vertaling is gebaseerd. Een niet onbelangrijk verschil. Volgens de GBS zijn er goede redenen om vast te houden aan de textus receptus, die eeuwenlang algemeen aanvaard werd als de oorspronkelijke en waarop ook bijv. de bekende Lutherbijbel, de King James Version en de Statenvertaling zijn gebaseerd.
De NBG-vertaling van 1951 was bedoeld als een vertaling die in begrijpelijk Nederlands was gesteld, die wetenschappelijk verantwoord was, en die voor een zo breed mogelijk publiek toegankelijk en aanvaardbaar kon zijn. De GBS heeft over deze vertaling gepubliceerd in StandVastig en in brochures van de hand van ds. M. Baan en dhr. A. Bergsma. Daarin zijn voorbeelden van teksten gegeven die minder dicht bij de grondtekst staan dan de Statenvertaling. Woorden als hel en verdoemenis zijn verzwakt tot dodenrijk en veroordeling.
Diverse vertaalkeuzes strijden met Schrift en belijdenis, wat samenhangt met het feit dat veel medewerkers aan de Nieuwe Vertaling in meerdere of mindere mate bogen voor de Schriftkritiek. Als voorbeeld noemde dhr. Bergsma in zijn brochure "Statenvertaling contra Nieuwe Vertaling" de vertaling van Daniël 3: 17 (Statenvertaling): "Zal het zo zijn, onze God, Dien wij eeren, 'is machtig ons te verlossen', uit den oven des brandenden vuurs, en 'Hij zal' (ons) uit uw hand, o koning, verlossen." Nieuwe Vertaling: "Indien onze God, die wij vereren, in staat is ons te bevrijden, dan zal Hij ons uit de brandende vuuroven, en uit uw macht, o koning, bevrijden." Bergsma: "Alleen om deze tekst al moet het voor een ieder die gelooft in de almacht des Heeren voldoende zijn, de Nieuwe Vertaling uit volle overtuiging af te wijzen als zeer beledigend voor des Heeren almacht. Zelfs de 12 artikelen van onze Geloofsbelijdenis, artikel 1: Ik geloof in God de Almachtige, worden hiermede volledig verkracht. En dan te lezen in een rapport: dat de Nieuwe Vertaling niet in strijd is met wat de kerken leren. Uiterst gevaarlijke en onverantwoorde vertaling."
Ook bijvoorbeeld de NBG-vertaling van 2 Timotheüs 3:16a is bezwaarlijk; de Statenvertalers vertaalden hier met "Al de Schrift is van God ingegeven", maar de NBG-vertaling met "Elk van God ingegeven Schriftwoord". Taalkundig is het voor de hand liggender om het grondwoord ‘theopneustos’ als naamwoordelijk deel van het gezegde op te vatten, zoals in de Statenvertaling is gebeurd. Bovendien laat de NBG-vertaling de interpretatiemogelijkheid open dat er in de Bijbel ook Schriftwoorden staan die níét geïnspireerd zijn en kan ze zo tot ernstig misverstand leiden. Terwijl er geen misverstand over bestaan mag: de Schrift bevát niet alleen het Woord van God, maar ís het Woord van God.
Met vriendelijke groet,
Drs. L. J. van Belzen
Dit artikel is beantwoord door
Gereformeerde Bijbelstichting
- Kerkelijke gezindte:Divers
- Woon/standplaats:Leerdam
- Status:Actief