Geloven dat God onze gedoopte kinderen zalig maakt
Ds. G.A. van den Brink | Geen reacties | 14-09-2023| 16:19
Vraag
Zou je op basis van het doopformulier kunnen zeggen tegen je kind: door de doop ben jij een kind van God. Toen je gedoopt werd heeft God je namelijk tot Zijn kind aangenomen, zo lees ik in het formulier. Dus jij bent Zijn kind, behalve als of totdat jij Hem verwerpt? Ds. G. A. van den Brink heeft inmiddels meerdere vragen omtrent de doop beantwoord. Deze is ook voor hem bedoeld.
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Beste vragensteller, vader of moeder,
In de eerdere vraag 'Ruim toelatingsbeleid Heilige doop' heb ik erop gewezen dat in het Nieuwe Testament sprake is van een doopverzoek en een doopbesluit. Dat geldt nog steeds: de ouders verzoeken om de doop van hun kind, de kerkenraad besluit het kind te dopen. Let dus op: de kerkenraad vraagt niet aan de ouders hun kind te laten dopen, maar andersom. Het verzoek om de doop komt van de ouders.
Je mag dus verwachten dat de ouders motieven hebben, redenen en argumenten om te vragen om de doop van hun kind. Zo bezien is jouw vraag eigenlijk wel merkwaardig. Jij bent vader of moeder, hebt je kind laten dopen en vraagt nu achteraf wat deze doop betekent... Zo zou het niet behoren te zijn.
Wat zou dan het motief moeten zijn dat de ouders tot hun doopverzoek brengt? Het formulier legt ons gelukkig de woorden in de mond bij de eerste doopvraag: wij ouders geloven “dat ons kind in Christus geheiligd is en daarom gedoopt behoort te zijn.” Deze formulering verwijst uiteraard naar 1 Korinthe 7:14: kinderen van gelovige ouders zijn heilig. Heilig betekent ‘apart gezet’. Maar niet simpelweg apart gezegd, want onze kinderen zijn geheiligd in Christus. Zij zijn afgezonderd doordat ze bij Christus horen, Zijn eigendom zijn.
Welke grond is er om te geloven dat mijn kind in Christus geheiligd is? Deze vraag krijgt een antwoord in Genesis 17:7. God belooft daar dat Hij de God is van de gelovigen én van hun kinderen. God zegt tegen Abraham: "Ik ben uw God én Ik ben de God van uw nageslacht. Ik maak u zalig én Ik maak uw kinderen zalig." De belofte omvat dus twee delen, en Abraham gelooft beide delen. Hij gelooft Gods belofte over hemzelf én hij gelooft Gods belofte over Zijn kinderen. Vanwege het tweede deel van de belofte gelooft hij dat zijn kinderen heilig zijn.
Ditzelfde is ook nu nog steeds nodig. Jij kunt als ouder onmogelijk geloven dat jouw kind in Christus geheiligd is, als jij niet gelooft dat jijzelf in Christus geheiligd bent. Je kunt niet de tweede helft van Genesis 17:7 geloven als je niet ook de eerste helft gelooft. Je mag Gods belofte niet verscheuren en naar eigen willekeur slechts een deel geloven. Kort gezegd: je kunt alleen doopouder zijn indien je gelovige bent. Vanuit die vooronderstelling word je in het formulier aangesproken als "geliefde in de Heere Christus", dus als iemand die zelf gelovige is. God verzegelt "ons en onze kinderen" Zijn verbond, zegt het formulier. Je hoort hierin de twee delen van Genesis 17:7 terug.
Nu kunnen we je vraag gaan beantwoorden. Jij mag zeggen tegen je kind: "God belooft mijn God te zijn én jouw God. Ik geloof Zijn belofte voor mijzelf én voor jou. Ik geloof dus dat God jouw God is, dat jij in Christus geheiligd bent, dat jij van Hem bent; daarom heb ik gevraagd of jij mocht worden gedoopt. En mijn doopverzoek is toegestaan. Daarmee heeft God Zelf gezegd: dit kind is heilig in Christus."
Misschien moet je later jouw oordeel over je kind bijstellen (als het kind volwassen is geworden en ongelovig blijkt te willen zijn). Maar dat is geen reden om nú al een slag om de arm te houden, en je kind te belasten met jouw twijfel. Zeg dus nooit: "God is jouw God maar alleen als jij goed genoeg leeft." Dan heb je er een werkverbond van gemaakt. Als jij met jouw kind over de doop spreekt, vertel je niet wat je van jouw kind verwacht, maar wat je van God en Zijn belofte verwacht.
Mogen we dan echt van God verwachten dat Hij elk van onze gedoopte kinderen zalig maakt? Ja, beslist. De christelijke opvoeding is Gods meest gewone én de meest gezegende manier waarop God mensen brengt tot wedergeboorte en geloof. Als je van één van je kinderen denkt dat hij of zij niet zalig wordt, had je hem of haar niet mogen laten dopen.
Kortom, de doop is geen magisch middel waarnaar je jouw kind verwijst. Je spreekt met je kind allereerst over jouw geloof in Gods tweeledige belofte, en vervolgens over de verzegeling daarvan in het sacrament van de doop.
Met hartelijke groet,
Ds. G. A. van den Brink
Dit artikel is beantwoord door
Ds. G.A. van den Brink
- Geboortedatum:05-01-1974
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Apeldoorn
- Status:Actief
Bijzonderheden:
-Vragen aan ds. Van den Brink kunnen tot nader bericht niet worden ingediend.
-Emeritus-predikant. Sinds september 2020 als wetenschappelijk medewerker verbonden aan de TUA.
-Bekijk ook: