Bekering van verloren zoon
Ds. A. van der Zwan | 2 reacties | 05-09-2023| 09:07
Vraag
Gaat de gelijkenis van de verloren zoon over iemand die al genade heeft ontvangen of over iemand die voor het eerst genade ontvangt?
Antwoord
In eerste instantie denk ik dat alle uitleggers het er wel over eens zijn dat deze gelijkenis gaat over iemand die Gods genade nog niet kent, maar in de loop van het verhaal deze wel leert kennen en waarderen. Daarom is het ook niet vreemd dat de gelijkenis van de verloren zoon (of liever: van de barmhartige Vader!) in veel preken als illustratie dient voor de bekering van een zondaar. De drieslag inkeer (tot jezelf), afkeer (van de zonde) en terugkeer (tot God, Die we van nature verlaten hebben), past helemaal bij wat je in het leven van deze jongeman ziet gebeuren.
Vervolgens is er echter nog wel iets meer over te zeggen, als je denkt aan de manier waarop het leven van een ‘bekeerde’ eruit ziet. Daarbij denk ik aan wat ik ooit hoorde vertellen over prof. G. Wisse, een predikant uit de eerste helft van de vorige eeuw. Toen hem in een interview eens werd gevraagd: "Professor, wanneer bent u bekeerd?", gaf hij het bijzondere antwoord: "Als u mijn rouwadvertentie in de krant leest." Hij wilde daarmee zeggen: op het moment dat ik sterf ben ik (definitief) bekeerd. Maar zolang ik nog leef, word ik bekeerd.
Wat dat betreft, kun je ook zeggen dat de ommekeer en de thuiskomst die je in de gelijkenis van de verloren zoon ziet plaatsvinden, zich nogal eens herhaalt in het leven van een kind van God. Het is daarom ook niet toevallig dat als de Heidelbergse Catechismus het onderwerp ‘bekering’ behandelt, dat pas gebeurt in het derde stuk van de dankbaarheid. Je zou zeggen: dan heeft iemand al kennis gekregen aan zijn ellende en is hij daarmee in geloof gevlucht tot Hem, Die verlossing geeft, Jezus Christus. Waarom gebeurt dat eigenlijk niet op de grens van het eerste en het tweede stuk? Omdat de bekering die in Zondag 33 aan de orde is, de dagelijkse bekering is, die elk kind van God nodig heeft. Telkens weer is er helaas sprake van vallen en struikelen, verachtering in de genade en het verdwalen van het rechte spoor. Vandaar dat het elke keer nodig is dat de nieuwe mens opstaat en de oude mens afsterft; een proces dat in feite een herhaling is van wat je in Lukas 15 de verloren zoon voor de eerste keer ziet meemaken.
Ik hoop dat dit antwoord duidelijkheid heeft verschaft omtrent de vraag die je stelde, maar bovenal dat je door Gods genade ook zelf mag beleven wat het is om bekeerd te zijn én telkens bekeerd te worden.
Ds. A. van der Zwan
Lees ook:
- 'Gelijkenis van de verloren zoon' (ds. Vreugdenhil)
- 'Gelijkenis van de verloren zoon' (ds. Tuinier)
- 'Al het mijne is het uwe'
- 'Vrienden van de verloren zoon'
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A. van der Zwan
- Geboortedatum:27-02-1972
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Dordrecht-Centrum
- Status:Actief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Antwoord: Het antwoord op je laatste vraag is ja. Dat staat namelijk ook in het antwoord.
In het artikel zelf staan vier preken over dit onderwerp van ds. Vreugdenhil. Misschien schept dat wat meer helderheid.
Het blijft natuurlijk een gelijkenis om iets duidelijk te maken.
Het verloren Schaap en de verloren penning horen ook bij deze serie gelijkenissen:
Ze eindigen met blijdschap over het vinden van iets wat verloren was:
Lucas 15
7 Ik zeg ulieden, dat er alzo blijdschap zal zijn in den hemel over één zondaar, die zich bekeert, meer dan over negen en negentig rechtvaardigen, die de bekering niet van node hebben. 10 Alzo, zeg Ik ulieden, is er blijdschap voor de engelen Gods over één zondaar, die zich bekeert. 32 Men behoorde dan vrolijk en blijde te zijn; want deze uw broeder was dood, en is weder levend geworden; en hij was verloren, en is gevonden.
Het gaat dus (bij de verloren zoon)in de eerste plaats, om de absurtheid van de blijdschap van de vader, niet om de bekering van de zoon, welke vader zou voor zo'n zoon het gemeste kalf laten slachten, er ging normaal gesproken een heel ritueel aan vooraf voor zo'n afgedwaald jongen weer in de familieclan werd opgenomen.
De zoon daarentegen had goede gedachten van zijn vader, wanneer zou hij bekeerd zijn, om met de Bijbel te zeggen, wanneer bekeerde hij zich? Toen hij zich afkeerde van zijn oude leven en heenging naar zijn vader, bekeren, terugkeren, omkeren.
Ook nodigt de vader de andere zoon uit oom eveneens feest te vieren.
Dus ga niet wroeten in wanneer, maar keer je om en ga terug naar je Schepper.