Gebed is voornaamste stuk van dankbaarheid
Ds. G.A. van den Brink | Geen reacties | 04-09-2023| 08:42
Vraag
Geachte dominee G. A. van den Brink. Graag zou ik u een vraag willen stellen over het gebed. De predikant in onze kerk benadrukt tot mijn spijt heel sterk de standen in de genade. Hij gelooft in bepaalde ijkpunten in de beleving. Als een stand eenmaal beleefd is, dan ga je verlangen naar een volgend ijkpunt. Hij koppelt dat aan het gebed. Als je een bepaald ijkpunt beleefd hebt, kun je daar tijdelijk (uurtjes van korte duurtjes) troost uit putten. Daarna kom je weer in het gemis; wat weer tot het gebed uitdrijft. Hij is dus heel zijn leven als een missend mens aan het bidden en het smeken omdat hij bij elk volgend ijkpunt opnieuw in het gemis gezet wordt. Misschien begrijp ik het verkeerd, maar zo komen zijn preken op mij over. En ik heb genoeg onderwijs van u en vele anderen gehad om dit als on-Bijbels af te wijzen.
Maar mijn brandende vraag is: hoe is nu de relatie tussen geloof en gebed? Ik heb wel sympathie voor het idee dat de vurigste gebeden komen van een missend mens. Die bidden vooral om bekering en genade voor hun onsterfelijke ziel vanwege de eeuwigheid die met rasse schreden nadert... Maar als je vast gelooft dat je zonden vergeven zijn en je kent rust en vrede in het hart, is dan het gebedsleven anders? Als iemand zo gesteld is, wat is dan met name de inhoud van het gebed? Voorbede, lofprijzing, hulp in de strijd tegen de zonde, enzovoorts? Wilt u hier iets over zeggen?
Antwoord
Beste vragensteller,
De catechismus plaatst het gebed niet in het stuk van de ellende, ook niet van de verlossing, maar in de dankbaarheid. Het gebed is zelfs het voornaamste stuk van de dankbaarheid (Heidelbergse Catechismus zondag 45 vraag 116). Er zijn twee hoofddelen in de dankbaarheid: de goede werken en het gebed, aldus Ursinus in zijn “Schatboek”.
Van deze twee is het gebed nog belangrijker dan de goede werken. Waarom is dat zo? Wel, wij kunnen God niets geven of vergelden – dit ene uitgezonderd dat wij ons hartelijke vertrouwen op God stellen. Dit doen wij als wij bidden: dan tonen wij onze dankbaarheid en dienen wij God. Het gebed is het mooiste, lieflijkste dankoffer, de lieflijkste reuk en de edelste wierook voor Gods aangezicht, aldus Ursinus.
God heeft niets van ons nodig. Hij eist niet, dreigt niet, vraagt niet, maar geeft, belooft en schenkt. In de gereformeerde theologie (en zo mogelijk nog meer bij Luther) speelt Romeinen 11:35 een grote rol: "Wie heeft Hem eerst iets gegeven en het zal hem vergolden worden?" Wij eren God dus niet als wij iets geven, maar als wij Hem vertrouwen, als wij Hem danken voor wat Hij geeft. "Offer dank aan God en kom aan de Allerhoogste uw geloften na" (Psalm 50:14). God komt niet aan Zijn eer als wij Hem iets geven, maar als wij van Hem ontvangen (Romeinen 4:20). "Doe uw mond wijd open en Ik zal hem vervullen" (Psalm 81:11). In één zin: het gebed dat God vraagt is dus niet het gebed van een missend mens, maar van een dankbaar mens.
Het is wel duidelijk dat jouw predikant anders over het gebed denkt dan de catechismus. Hij zou het gebed in het stuk van de ellende plaatsen. Helaas geldt voor meerderen dat zij met de taal van de catechismus geen raad weten. Ds. A. Moerkerken schrijft ("Ons troostboek", blz. 448): “Wat is dankbaarheid eigenlijk? [...] Dankbaarheid is heel wat anders dan blijdschap. Dat moet u niet verwarren. Ik zou u de raad willen geven om het woord dankbaarheid niet op een geboortekaartje te zetten. Zet het ook niet in een advertentie wanneer u zoveel jaren getrouwd bent dat u dankbaar bent. Als u echt dankbaar bent, durft u dat niet op een kaartje te zetten. Het is een vrucht van de Heilige Geest, die in de diepte van de verootmoediging en de schuld voor God wordt beleefd. Dat is dankbaarheid.”
Als je tot je door laat dringen wat hier staat, dan schrik je. Als je echt dankbaar bent, durf je dat volgens dit citaat niet te zeggen. Maar op deze wijze wordt niet alleen het karakter van de goede werken radicaal veranderd, maar ook het christelijke gebed van zijn essentie beroofd.
Waarop een christen vertrouwt, wat hij vraagt en waarvoor hij dankt, vind je in het Onze Vader. Lees de onovertroffen uitleg van de catechismus (vragen 116-129), en je hebt het mooiste antwoord op je vraag dat je je wensen kunt.
Met hartelijke groet,
Ds. G. A. van den Brink
Dit artikel is beantwoord door
Ds. G.A. van den Brink
- Geboortedatum:05-01-1974
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Apeldoorn
- Status:Actief
Bijzonderheden:
-Vragen aan ds. Van den Brink kunnen tot nader bericht niet worden ingediend.
-Emeritus-predikant. Sinds september 2020 als wetenschappelijk medewerker verbonden aan de TUA.
-Bekijk ook: