Wanhoopspoging bij doopvont
Ds. W. Arkeraats | Geen reacties | 07-07-2023| 16:07
Vraag
Ik heb iets doms gedaan(tenminste dat idee heb ik nu). Ik heb al dertien jaar lang een angststoornis met daarbij nog andere klachten, zoals af en toe depressief zijn en veel pijn door spier- en gewrichtsklachten. Daarnaast ben ik ook vrij lang gokverslaafd geweest maar ben nu net iets dan langer dan een jaar gokvrij. Ik ben vroeger gedoopt en heb een aantal jaren geleden ook belijdenis gedaan.
Het voelt echter alsof ik niet voldoende aan het geloof doe (weet ik eigenlijk wel zeker). Ik probeer het zo goed te doen, maar het mislukt altijd. Ik denk dat het soms voelt alsof God mij heeft verlaten omdat ik niet goed genoeg ben. Waarschijnlijk wil ik een zo duidelijk teken van God dat ik omver geblazen wordt door Zijn aanwezigheid. Dus ik wil het op mijn manier doen, maar ik snap dat het natuurlijk niet zo werkt. Maar al samenvattend, voel ik me dus best schuldig dat ik me niet naar mijn doop en belijdenis gedraag.
Ik was nu vandaag in de kerk om wat werkzaamheden te verrichten en ik was alleen. Ik weet niet wat me bezielde, maar ik zag het doopvont staan en omdat ik me zo ontzettend schuldig voelde en aan God aangeven wilde dat ik echt bij Hem wil horen, heb ik klein beetje water erin gedaan en mezelf wat op het voorhoofd geveegd terwijl ik zei: "God, Zoon en Heilige Geest, ik geloof echt in U en wil bij U horen." Het was goed bedoeld omdat ik me zo schuldig voelde, maar naderhand voel ik me eigenlijk alleen maar schuldiger omdat dit als een soort Godslastering/zonde aanvoelt. Dit was dus echt niet de gedachte en de bedoeling erbij, maar ik zit nu een beetje in zak en as en heb berouw.
Ik weet dat alleen een dominee daadwerkelijk de doop kan uitvoeren, dus dat dit eigenlijk niks betekent, maar toch voel ik me enorm schuldig. Ik wil gewoon zo graag gered worden dat ik denk dat ik dit uit een soort wanhoopspoging gedaan heb. Denkt u dat God mij dit vergeven kan en mij ooit kan genezen van (vooral mijn mentale) klachten? Ik wil gewoon zo graag weer een gelukkig mens zijn en me voelen dat Hij ook om mij geeft.
Antwoord
Beste vriend,
Met bewogenheid heb ik je relaas gelezen. Een stuk uit je leven met vele hoogte- en vooral dieptepunten. Hoewel ik besef dat ik je zomaar geen pasklare oplossingen kan bieden, wil ik toch proberen vanuit het Woord van de Heere je mee te geven waarmee je hopelijk verder kunt.
Laat ik maar bij een dankbare kant beginnen: je schrijft dat je al langer dan een jaar ‘gokvrij’ bent. Laten we maar belijden: het is Gods goedheid dat je voor die verslaving tot nu toe bewaard bent gebleven. En al zal het telkens opnieuw weer een strijd zijn tegen deze macht, je mag de Heere ook bidden om kracht, om staande te blijven.
En dan die gedachte: leef ik eigenlijk wel zoals God van mij vraagt. En het antwoord zingt al in mijn gedachten rond: nee! Ik kom in alles te kort en al probeer ik te leven, zoals een gedoopt en belijdend mens dat behoort te doen, het lukt me ten enenmale niet. Ik wil proberen wat pastorale lijnen te trekken. Vanuit de Bijbel komt telkens weer de oproep tot ons te leven naar Gods geboden. Dat is duidelijk. En daar mogen we ons ook voor inzetten. En als we daar ernst mee maken, dan komen we tot de ontdekking dat we in alle opzichten falen! Dat brengt ons in de schuld voor God.
Maar nu een andere kant: we kunnen óók vervallen in een krampachtige drang om naar Gods geboden te leven. We willen -zo kunnen we het wel zeggen- iets presteren. Met alle goede bedoelingen, dat wel. En dat valt altijd tegen. Het loopt altijd op een teleurstelling uit. En dan kun je zomaar gaan denken dat er dan nooit sprake kan zijn van het geloof in de Heere Jezus.
We moeten leren, dat ons leven onvolmaakt is en we de strijd tegen de zonde altijd weer verliezen. En dan is er een diepe troost in de belijdenis dat we niet volmaakt kúnnen, maar ook niet hóeven te zijn. Het prachtige gedeelte uit het Avondmaalsformulier spreekt ervan: "Al is het, dat ik geen volkomen ijver heb om God te dienen, nochtans mag ik hopen op Gods genade."
Als je zo leeft dan word je bevrijd van krampachtigheid, hoeveel verdriet je ook mag hebben over dat telkens weer ‘verliezen’. Want dan brengt die nood je aan de voeten van de Heere Jezus die ons heel helder onze zonde doet zien, maar ons niet opjaagt. Zo worden zonden ook niet goedgepraat en toegedekt, maar worden we niet opgejaagd door een dwang te doen wat we niet kunnen.
Als je mij vraagt: "Denkt u, dat God mij vergeven kan?", dan zeg ik daar volmondig ja op.
Maar je vraag bestaat uit twee delen en je vervolgt: "of God mij genezen kan van mijn mentale klachten?" Dat kan God ongetwijfeld. Maar ik weet dat Hij ook wel eens een andere weg gaat. Soms laat Hij ons door moeilijke en diepe wegen gaan, waaruit Hij niet altijd verlost. Het ‘waarom’ kunnen wij niet overzien.
Ik heb in mijn werk meer dan eens mensen ontmoet die een psychische of fysieke nood, zelfs een kruis kenden. Niet altijd zag ik dat zij daarvan verlost werden. Maar ik zag wél, dat zij in die moeilijke tijden Gods troost mochten ondervinden en zo hun last mochten aanvaarden. Zo iemand ontmoeten we ook in de Bijbel: Paulus, met z’n doorn in het vlees. Hij werd er niet van verlost.
We kunnen dus niet stellen dat je van elke nood verlost wordt als je met God leeft. Zijn weg is wel eens heel anders. En dan wil ik daarmee natuurlijk een nood niet kleineren, dat zul je wel begrijpen. Maar wat Bijbels gezien zo rijk is: als je een last draagt, betekent dat niet dat God niet naar je omziet. Zo kun je het wel erváren en daarvan vinden we volop voorbeelden van in de Bijbel. En de duivel wil je maar al te graag laten geloven dat je door God verlaten wordt. In die nood moeten we maar steeds zien op de Heere Jezus, die écht verlaten werd.
Verder wil ik je nog op iets anders wijzen: je schrijft over depressieve klachten. Daarbij kan pastorale hulp veel betekenen. Ik hoop dat je deel uitmaakt van een gemeente waar je de dominee of een andere ambtsdrager in vertrouwen kunt nemen. Maar er zijn situaties waarin andere deskundige hulp nodig is. Ga dan eens naar je huisarts, die kan ongetwijfeld aangeven bij wie je deze hulp kunt krijgen.
Je ervaring in de kerk heb ik voor het laatst bewaard. Ik kan me voorstellen dat je je heel ongemakkelijk voelt bij de herinnering aan wat je deed bij het doopvont. En laten we ook maar heel nuchter stellen: dat was natuurlijk géén echte doop. Je bent immers al gedoopt toen je als kind het teken en zegel van Gods belofte ontving. Maar wat je deed was niet spottend bedoeld; dat blijkt wel uit je woorden. Dus in dit verband hoef je niet over ‘Godslastering’ te spreken hoor. Zeg maar tegen de Heere: "Ik zat zó in de put, dat ik bij dat doopvont dacht: misschien helpt dat beetje water wel. En als het toch verkeerd was, vergeeft U het dan maar."
Van harte Gods zegen gewenst!
Ds. W. Arkeraats
Dit artikel is beantwoord door
Ds. W. Arkeraats
- Geboortedatum:09-08-1946
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Hardinxveld Giessendam
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus