Moeite met bezoek aan ouders
C. M. Chr. Rots - de Weger | Geen reacties | 22-06-2023| 09:08
Vraag
Mijn ouders hebben nooit persoonlijke aandacht voor mij gehad. Wisten niet wat er in me om ging, lachten me vaak uit waardoor er geen vertrouwen was. Er zijn me ook geen levensvaardigheden geleerd, ik kon alleen een ei koken. Ik heb ook niks geleerd over menstruatie, laat staan seksualiteit. Mijn kleding paste nooit, ik mocht niet elke dag douchen. Door een bepaalde opleiding te kiezen waardoor ik op kamers kon, kon ik vluchten uit het benauwde, eenzame bestaan thuis. Ik had buitenshuis gelukkig wel goede contacten en persoonlijke steun.
Toen ik aangaf een psycholoog nodig te hebben, door bepaalde gebeurtenissen, ben ik genegeerd. Ik bleek PTSS te hebben. Ik heb alles alleen en met externen op moeten lossen, veel getob. We gingen naar een strenge kerk, er werd niet over (persoonlijk) geloof gesproken. Bij een andere kerk heb ik zelf de Heere God gezocht, gevonden (!) en -voor mij wonderlijk- heb ik Zijn steun wel altijd ervaren. Later zeiden ze dat we naar de kerk gingen, omdat dat zo hoorde. Ik ervaar nog de gevolgen van de strenge geboden en verboden (op zondag).
Nu heb ik kinderen en is de verwachting dat ik vaak bij ze op bezoek kom, alsof we een normale familie zijn. Wat mij betreft zijn we dat niet; er is veel schade. Als mijn kinderen moeten huilen, lachen ze erom, net als bij mij vroeger. Ik wil er niet naar toe. Zelfs mijn koffie wordt vergeten als ik er ben, er is alleen aandacht voor de kinderen. Ze gaan gewoon voorbij aan wie ik ben en gaan door zoals ze gewend waren. En ik krijg me een verwijten..., terwijl ik vind dat het de gevolgen zijn van hun eigen gedrag dat ik niet wil komen.
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Beste dochter en moeder,
Je schrijft een brief, maar je stelt geen vraag. Wel houdt jouw verhaal me al dagen bezig. Ik probeer dus een reactie te geven.
Ja, het doet me wat als ik lees dat je als dochter PTSS overhoudt aan je opvoeding. Je vluchtte het huis uit zodra een studie het je mogelijk maakte. Dat is nogal wat. Het klinkt niet goed (als ik het zo mag uitdrukken). Het is fijn dat je Gods steun ervaart, want ja, vertrouwen op Hem is belangrijk in je leven.
Nu echter willen je ouders dat je op bezoek komt, terwijl jij daar zelf moeite mee ervaart. Drie dingen wil ik erover zeggen, waar je het niet mee eens hoeft te zijn, maar waar je wellicht wel over na kunt denken nu jezelf ook moeder bent.
1. Je ouders zijn je gegeven, zoals jij als kind aan hen bent gegeven. Daar kom je niet van los. Je kunt dus geen ‘ex-kind’ worden en je ouders geen ‘ex-vader’ of ‘ex-moeder’. Je zult ook ongetwijfeld karaktereigenschappen en/of gelijkenissen ervaren, die misschien lastig of moeilijk zijn maar niet te óntkennen.
2. Ouders voeden op op de manier zoals die bij hen past: let op, ik zeg niet dat het altijd góéd is, maar ouders zullen een kind niet bewust frustreren. Misschien wel uit onkunde of uit onmacht, hetgeen natuurlijk wel degelijk frustratie is! Ouders willen het beste is mijn overtuiging, maar je kunt je natuurlijk altijd -en dat is zeer terecht- afvragen wat ‘het beste’ ís! Daarbij is een opvoeding ‘ondergaan’ dus iets anders dan de opvoeding zèlf. In de pastorale brieven van Paulus kunnen we er het een en ander over lezen. Óók over ouders die hun kinderen niet mogen verbitteren! Opvoeden is daarom een verantwoordelijke taak, waar ouders terdege over na moeten denken: wát leer je je kinderen en hóe doe je dat? Hoe ga je ze voor door het leven heen! Je eigen frustraties afreageren (wat vaak gebeurt) duidt bijvoorbeeld op ónmacht. Bezorgdheid uit zich vaak in boosheid met verwijten (bijvoorbeeld als een kind te laat thuiskomt en pa/ma zijn ongerust). Verwijdering kan snel ontstaan door onbegrip, miscommunicatie én het verkeerd verstaan van Bijbelse begrippen als "eer uw vader en uw moeder" (daar gaat het over respect om wie zij zijn) naast ‘gehoorzaamheid’ (dat betekent: doen wat zij zeggen).
3. Als dochter heb je ouders, als moeder bèn je ouder. Nu jóuw ouders (ofwel opa en oma) tegen jouw kinderen net zo doen als tegen jou vroeger, mag je daar iets van zeggen. Op volwàssen wijze. Dat wel. Jullie -je echtgenoot en jij- zijn nu verantwoordelijk voor de opvoeding van jullie eigen gezin. Ook jullie willen het beste voor je kind(eren). Vraag is opnieuw wat ís het beste... en daarbij begrijp ik heel goed dat het niet meevalt om op een rustige toon, met-ik-boodschappen te zeggen wat je van ‘uitlachen’ vindt. Dat opa en oma ‘vergeten’ om koffie te schenken of aandacht te geven aan jou is waarschijnlijk pijnlijk, maar kun je denk ik ook nog wel negeren. Kunst daarbij is om geen bittere gedachten toe te laten! Kleinkinderen zijn de kroon op het leven voor grootouders (staat in Spreuken 17:6), dus belangrijk en krijgen min of meer alle aandacht. Vergeet je daarbij eigen kinderen of staan ze een beetje naar achteren geschoven in de aandacht... ach, zonder kinderen waren er ook geen kleinkinderen. Belàngrijk ben je dus en blijf je ook in de lijn van de geslachten, zelfs al ‘uit’ zich dat niet zo op een zondagmiddag bij de koffie.
Samenvattend: jij bepaalt samen met je echtgenoot hoe je jullie kinderen op wil voeden en welke plaats daarbij opa en oma mogen innemen. Dat is nú jullie taak en ik wens je daarbij alle goeds toe.
Marijke Rots
Dit artikel is beantwoord door
C. M. Chr. Rots - de Weger
- Geboortedatum:18-02-1947
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Aalten
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Marijke leverde op 25-05-2017 haar 1000ste antwoord in de vragenrubriek af.
Lees hier het jubileuminterview.
Bekijk ook: