Geen recht op evangelie in preek
J. de Wit | Geen reacties | 06-06-2023| 11:11
Vraag
Een vriend van mij zit in een gemeente waar nauwelijks het evangelie wordt gebracht. Hij heeft het hier moeilijk mee gehad. Hij werd zelfs opstandig. Het lijkt erop dat hij zich hier inmiddels mee heeft verzoend. Argument: “Steeds word ik er weer bij bepaald dat ik nergens recht op heb. Ik ben een rechteloze en wie ben ik dan om hier opstandig van te worden? De Heere heeft mij hier in deze gemeente geplaatst en het heeft geen zin om hier opstandig onder te worden.” Hij berust er in. Hij bidt en is gehoorzaam.
Nu wil ik hem uiteraard niet zover krijgen dat hij zijn gemeente zou verlaten, integendeel. Maar hoe legaal is in dit geval het argument: “Ik heb toch nergens recht op!” Dan heeft ieder gesprek hierover toch ook geen zin? Nu kan ik me voorstellen dat u zegt: ga in gesprek met de kerkenraad. Maar dat is niet mijn vraag. Hoe legaal is het argument wat hij naar voren brengt? Kun je zeggen: ik heb toch nergens recht op dus neem ik maar genoegen met een wettisch-bevindelijke preek? Welke weg wijst Gods Woord?
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Wat is het verdrietig als je mensen om je heen ziet worstelen onder een prediking waarin het heerlijke evangelie van Gods genade wordt verduisterd! Terecht is je vraag er niet op gericht hoe je jouw vriend kunt overhalen om zijn gemeente te verlaten. Je vraag is echter wel wat je moet denken van de houding van deze vriend. “Kun je zeggen: ik heb toch nergens recht op dus neem ik maar genoegen met een wettisch-bevindelijke preek?”
Het antwoord lijkt me duidelijk: Volstrekt niet! Wij hebben helemaal nergens recht op, al helemaal niet op het evangelie. Maar God heeft er recht op dat het evangelie wordt recht gedaan. Het is Zijn evangelie, Zijn Woord en als we daar te kort aan doen dan doen we te kort aan Hem. Hij heeft Zijn beloften gegeven aan rechteloze zondaren; en wee degene die over die verkondiging een sluier legt! In Leviticus 4 schrijft de HEERE voor welke offers men in Israël moest brengen voor een zonde die men onwetend(!) had gedaan. Het valt op dat een priester een even groot offer (een jonge stier) moest brengen voor zijn zonde als wanneer het hele volk gezondigd had. M.a.w.: De zonde van een geestelijke leider is even groot als de zonde van degenen waarover hij gesteld is. Immers, hij kan door zijn zonde een heel volk in het verderf storten. Ik vraag me wel eens af of ambtsdragers dit beseffen: als hun gemeenteleden verloren gaan omdat Christus niet (voldoende) is gepredikt, zal het hun, als geestelijke leiders, worden aangerekend (Ezechiël 33:8, Handelingen 20:26-27).
Je schrijft dat je vriend zijn verontwaardiging over dit onrecht heeft laten varen en in plaats daarvan een gelaten houding heeft aangenomen: “Ik ben een rechteloze en wie ben ik dan om hier opstandig van te worden?” Dat lijkt me geen goede houding. Als je Gods liefde in Christus voor rechteloze zondaren hebt leren kennen, hoe kun je dan nog zwijgen als die liefde te kort wordt gedaan? Dat moet toch op z’n minst zorgen voor verontwaardiging; niet van een rechthebbend mens, maar juist van een rechteloos mens, die (juist vanwege zijn rechteloosheid!) zonder Gods onvoorwaardelijke evangelie niet leven kan.
Ik ben bang dat de verduistering van het evangelie op veel plaatsen in stand gehouden wordt, juist door een berustende en vergoelijkende houding. Het gevolg is een gevaarlijke vervlakking in de kerk. Enerzijds omdat velen genoegen nemen met een vreugdeloos christendom en een dode orthodoxie. Anderzijds omdat velen die, nadat ze na een lange worsteling tot ruimte zijn gekomen, doorschieten naar de andere kant. Omdat ze zo lang onder een voorwaardelijke prediking hebben gezeten willen ze van een bijbels spreken over zonde en schuldbeleving niet meer weten.
Ik zou dus je vriend proberen te helpen. Niet door hem te vertellen dat hij zijn gemeente moet verlaten, maar door hem wakker te schudden; door te proberen zijn verlangen naar het evangelie weer op te wekken. Stuur hem bijvoorbeeld preken door waarin het evangelie evenwichtig wordt gebracht. Wijs hem op geschriften van (nadere) reformatoren en puriteinen, waarin het evangelie vaak zo helder schittert. Je zou hem bijvoorbeeld een abonnement op De Tabernakel kado kunnen doen of boekjes zoals “Des christens groot interest” van William Guthrie, “De schatkamer van de evangelische beloften” van de gebroeders Erskine, of boekjes van Spurgeon, zoals 'Stel niet uit tot morgen!' Praat er over door en verwonder je over de rijkdom van Gods genade in Christus. Het evangelie werkt aanstekelijk. De kans is groot dat het verlangen van je vriend naar het evangelie dan weer wakker wordt!
Veel zegen!
J. de Wit
Dit artikel is beantwoord door
J. de Wit
- Geboortedatum:14-06-1989
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Berkenwoude
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Pastoraal medewerker en student aan het Hersteld Hervormd Seminarie