Rank zonder vrucht
ds. D.M. Elsman | 3 reacties | 31-03-2023| 09:38
Vraag
Ik heb een vraag n.a.v. Johannes 15: 1-8 waar het gaat over de ware Wijnstok. In vers 2 staat: “Elke rank die in Mij geen vrucht draagt, neemt Hij weg; en elke rank die vrucht draagt, reinigt Hij, opdat zij meer vrucht draagt.” Hoe zit dat met de rank die geen vrucht draagt? Hoe komt het dat zij geen vruchten draagt? Ligt dit aan de Wijnstok? Het gaat hier toch over de rank die in Hem (!) geen vrucht draagt? Dan gaat het toch om de rank die aan Christus verbonden is? Of lees ik dit verkeerd?
Ik geloof niet dat het aan de Wijnstok ligt, maar hoe komt het dan dat die rank geen vrucht draagt? Want er staat toch: “Wie in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht” (vers 5)?
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Dank je wel voor je vraag: hoe zit dat met de rank die geen vrucht draagt? Ja, hoe kan dat als er toch sprake is van een zekere verbondenheid met Hem. Terecht merk je op dat dat niet aan de Wijnstok kan liggen. Het antwoord moeten wij hierin zoeken dat je wel in een nauwe relatie tot Hem kunt staan en toch geen vrucht dragen. Als er wel sprake is van een verbondsrelatie -een ‘zijn in Hem’- maar niet van een waar geloof. Zonder geloof kan er ook geen vrucht zijn van het nieuwe leven van heiligmaking. Geloof wordt uit de vruchten gekend. Er kan sprake zijn van schijn. De apostel Paulus waarschuwt Timotheüs tegen mensen die een schijn van godsvrucht hebben (2 Timotheüs 3:5); hij moet zich daarvan afkeren.
Als de Heere spreekt over “blijven in Hem”, betekent dat niet dat een ware discipel van Hem uit de genade kan vallen en alsnog kan worden afgesneden. Er kan echter sprake zijn van een aanvankelijke relatie met Hem die niet echt, waarachtig blijkt te zijn geweest. Zo lezen we in Johannes 6: 66: “Van toen af trokken velen van Zijn discipelen zich terug en gingen niet meer met Hem mee.”
Denk ook aan de gelijkenis van het zaad (Mattheüs 13). Er kan sprake zijn van een kortstondige vreugde, maar zonder wortel; of van verstikking door zorgen en verleiding. Dan draagt het Woord geen vrucht. Maar bij wie in de goede aarde gezaaid is draagt het Woord vrucht, honderd-, zestig- en dertigvoudig.
Als de Heere zegt: “Blijf in Mij, en Ik in u” betekent dat, dat de verbondenheid met Hem niet passief kan zijn. Het ware geloof is geloof dat door de liefde werkt (Gal.5: 6). Denk aan antwoord 64 van de Heidelbergse Catechismus: “Het is onmogelijk dat iemand die door een waarachtig geloof in Christus is ingeplant, geen vruchten van dankbaarheid zou voortbrengen.”
Ook dichtbij, in de nabijheid van de Heere, kan de scheiding zich voltrekken. Dat wordt pijnlijk duidelijk op Golgotha waar drie kruisen staan opgericht. De ene misdadiger wordt in genade aangenomen, de andere voorgoed afgesneden. Daar is het duidelijk: een zondaar die in zijn spotten volhardt. Maar spotten met Hem kan ook op een minder openlijke en voor het oog zelfs fatsoenlijke manier. Als je Hem wel Heere noemt, maar niet doet wat Hij zegt (Lukas 6: 46). Blijven in Hem betekent dat Zijn woorden in je blijven (vers 7, vergelijk ook vers 10 en 8:31).
“‘Elke rank die in Mij geen vrucht draagt, neemt Hij weg (...).” Vreselijk gedachte. Voor eeuwig afgesneden, buitengeworpen zoals de rank, verdord, in het vuur geworpen en verbrand. Voor elk mens zal Hij eens een woord hebben. Het zal zijn: óf “Kom, gezegenden van Mijn Vader, beërf het Koninkrijk”; óf “Ga weg van Mij, vervloekten, in het eeuwige vuur, dat voor de duivel en zijn engelen bestemd is” (Mattheüs 25). En wat zal het onderscheid zijn? Het geloof dat door de liefde werkt: “Want Ik had honger en u hebt Mij te eten gegeven; Ik had dorst en u hebt Mij te drinken gegeven; Ik was een vreemdeling en u hebt Mij gastvrij onthaald. Ik was naakt en u hebt Mij gekleed; Ik ben ziek geweest en u hebt Mij bezocht; Ik was in de gevangenis en u bent bij Mij gekomen.”
Kom, laten we elkaar opwekken en ernst maken met Zijn Woord. Hij zegt: “Hierin wordt Mijn Vader verheerlijkt, dat u veel vrucht draagt en Mijn discipelen bent” (vers 8). Als wij zien op de Heere Jezus - in alles wat Hij deed, wat Hij dacht, wat Hij sprak- steeds en overal heeft Hij de verheerlijking van Zijn Vader gezocht. In Johannes 17:4 horen we Hem bidden tot Zijn Vader: “Ik heb U verheerlijkt op de aarde. Ik heb het werk volbracht dat U Mij gegeven hebt om te doen.” Zal dat dan ook niet een kenmerk zijn van Zijn discipelen? Want wat is vrucht dragen voor de Vader anders dan het beeld van Zijn Zoon dragen – op Hem lijken? Daarom klinkt het: “Hierin wordt Mijn Vader verheerlijkt, dat u veel vrucht draagt en Mijn discipelen bent.”
Ds. D. M. Elsman
Dit artikel is beantwoord door
ds. D.M. Elsman
- Geboortedatum:16-04-1961
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Rijssen
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Jezus is gekomen voor zondaren
pedofielen
verkrachters
moordenaars
Niet voor nette kerkmensen die de uiterlijke normen en waarden het belangrijkst achten, maar hij kwam voor zondaren, dan is er ook nog genade voor ieder die zijn verschijning heeft lief gehad!
Geen zondaren dan?
Of je nou een moordenaar of net kerkmens bent, we zullen allemaal onze schuld moeten leren inleven en voor God in de schuld komen. Dan komt er een smeken en zoeken naar Genade en Dat is de weg naar Jezus (niet uit onszelf maar door Gods Geest gewerkt)