(On)mogelijkheid van zalig worden

O, kan het nog? Ik zit zo vast in de zonde en aan de duivel! Anderzijds lees en luister ik preken, bezoek ik kinderen van God, is het mijn grootste wens om dominee te worden en zie ik soms uit naar het hemelleven. Toch zit ik nog in de zonde en kan ik niet zeggen dat ik bekeerd ben. Als ik denk aan de hemel denk ik ook weleens: wat moet ik daar doen tot in eeuwigheid? Dat gaat toch vervelen? Ik wil niet zondigen maar ik doe het!

Bekering is Godskennis, zondekennis en Christuskennis. Ken ik dat? Ik ben zover weg! Bidden helpt niet. Waar is God? Kan het nog? Ik zit er zelf zo tussen, maar hoe kom ik er tussenuit? Hoe kom ik aan een einde met mezelf? Waarom doet God het nú niet in mijn leven?

Een worstelende jongere aan iemand van de Gereformeerde Gemeenten...

Geliefde vriend,

Je noodkreet heb ik niet direct kunnen beantwoorden en wilde daar graag de tijd voor nemen. De vragen buitelen over elkaar heen, maar concentreren zich volgens mij om de mogelijkheid van zalig worden. Je maakt je zorgen of het nog wel voor jou persoonlijk kan, het benauwt je nog zo vast te zitten aan de zonden, je ervaart zo ver van God vandaan te zijn en hebt niet de indruk dat Hij er is en wil werken. Kortom, zoals je het zelf omschrijft, een worstelende jongere.

In je vragen lees ik diverse dingen die je doet. Beste vriend, in het doen ga je nooit de vrede met God vinden. Al bezoek je vaak kinderen van God, luister je vele preken en verslind je leespreken en goede boeken. Misschien klinkt je dat vreemd in de oren, ik zal het toelichten. Uit je schrijven maak ik op dat je deze zaken als redenen, als gronden, ziet waarom je toch wel goed bezig bent voor God. Kijk voor jezelf eens eerlijk in de spiegel. Klopt het dat je hier -wellicht heimelijk- verdiensten in zoekt?

Verder lees ik vragen die gericht zijn op het zoeken in jezelf. Ik zal het wat interpreteren en omschrijven. Je hebt een wens bij jezelf gevonden om dominee te worden. Je hebt soms weleens denkbeelden over het hemelleven. Je zoekt de kenmerken van bekering in de kennis van God, zonde en Christus. Je toetst jezelf met: “Ken ik dat?” Verder merk je dat je nog niet kan zeggen dat je bekeerd bent, dus concludeer je dat jouw ontdekkingen nog niet kloppen bij wat volgens jou nodig is om dát te kunnen zeggen. Je voelt dat er iets niet klopt en hebt eens gehoord dat een mens er tussenuit moet en met een einde aan zichzelf moet komen. 

Misschien is de opsomming in de twee voorgaande alinea’s wel wat confronterend om te lezen, maar ik schrijf het uit alle liefde. Geliefde vriend, je zoekt het leven bij de dood. Je zoekt het leven in jezelf, in je daden, in ervaringen die nog zouden moeten komen, in gehoorde of geleerde kenmerken en je zoekt in de wet. Kortom, je zoekt bij de dood. 

Vanuit onszelf zijn we als de verdorde vijgenboom uit Mattheüs 21. De Heere Jezus heeft op weg naar Jeruzalem honger en ziet een boom. Hij verwacht daar vruchten te vinden die Zijn honger kan stillen. De Bijbel schrijft: “ging Hij naar hem [de boom] toe en vond niets aan denzelven dan alleenlijk bladeren.” De Heere Jezus zocht vrucht, geen bladeren. De bladeren gaven de boom wellicht nog een mooi uiterlijk, maar het gaat om de vrucht als dat wat eetbaar is. De vrucht als het leven. En wat zegt de Heere dan: “Uit u worde geen vrucht meer in der eeuwigheid.” Wat van deze boom geldt, is ook van toepassing op jou en mij. Uit ons geen vrucht, geen goed, geen leven, meer in eeuwigheid. Zet dat nu eens naast de daden die je allemaal hebt genoemd: geen vrucht in mij.

Romeinen 4:4 zegt dat degene die werkt loon krijgt. In Nederland kennen we het spreekwoord “loon naar werken.” Zoals je zelf uit eigen kracht aan het werk bent, dan zal je loon ontvangen. Dat is de belofte van dit Bijbelvers. Maar het confronterende is: dit loon wordt toegerekend naar schuld. Het is onmogelijk de rechtvaardigheid te verkrijgen door te werken. Het heil in Christus is enkel en alleen genade. Onverdiende goedheid van God. Lees eens mee in het volgende vers, Romeinen 4:5: “Doch degene die niet werkt, maar gelooft in Hem Die de goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot rechtvaardigheid.” God spreekt uit genade goddelozen vrij door het geloof in de Heere Jezus Christus.

Besef je dat de wet en de werken radicaal tegenovergesteld zijn aan het Evangelie en de genade van Jezus Christus? Wij zijn vaak zo snel geneigd om iets bij te willen dragen aan Gods werk. Nee, dat zeggen we natuurlijk niet hardop, want verstandelijk is wel bekend dat zalig worden genade is. En toch, toch geloof ik dat het in jou en mij zit om iets bij te willen dragen aan onze eigen zaligheid. Waarde vriend, als dat zo is dan verachten we het bloed van de Heere Jezus Christus. We besmeuren het met onze eigen godsdienstige gedachten en goede daden. Het kan zelfs zijn dat we dan onze zonden de schuld geven en de duivel tot zondebok maken. Maar weet je wat nu werkelijk het probleem is? “Ik.” 

“Ik” als probleem. Lees met dit zinnetje jouw negen vragen en zeven inhoudelijke zinnen nog eens door.

Het kan zijn dat je jezelf zó in de wanhoop brengt in je pogingen om er tussenuit te komen en aan een einde te komen met jezelf. En hoe harder je werkt, hoe hopelozer de toestand wordt. Ik zal proberen je vanuit Gods Woord de weg te wijzen. Thomas wist de weg van de Heere Jezus ook niet, maar Hij antwoordde Zelf. Zo is de Bijbel nog steeds de altijd blijvende en betrouwbare wegwijzer. In Johannes 14:5 vraagt Thomas: “Hoe kunnen wij de weg weten?” Dan antwoordt Jezus hem: “Ik ben de Weg, en de Waarheid, en het Leven. Niemand komt tot den Vader dan door Mij.” Je moet dus bij de Heere Jezus zijn. Hij zegt het Zelf. Recent bezocht ik iemand en zij zei nadrukkelijk: “Als Gods Woord niet meer betrouwbaar is, wat is dan nog wel betrouwbaar in deze wereld?” Nu, ik sluit mij daar van harte bij aan. In dit Bijbelgedeelte toont de Heere Jezus aan waar jij moet zijn: bij Hem. En Zijn Woord is betrouwbaar, zoals God Zelf volkomen betrouwbaar is.

Het kan een hele worsteling zijn of je wel vrijuit tot Christus mag komen. Misschien kwelt het je wel omdat je eerst in eigen ogen moet voldoen aan de voorwaarden, eisen en kenmerken. Op grond van Gods Woord schrijf ik je dat de Heere Jezus dit typeert als “lasten die zwaar zijn en kwalijk om te dragen” (Mattheüs 23:4). Deze last van de wet is onmogelijk zelf te volbrengen. Niemand ontvangt rust buiten Christus. Mattheüs schrijft in hoofdstuk 11:28 zulke liefdevolle, nodigende woorden van de Heere Jezus: “Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven.” 

Leg je eens neer bij dat Woord van Hemzelf. Vraag de Heere of Hij je wil leren om in alles af te zien van jezelf. Belijdt op je knieën je schuld voor Hem, de schuld van ongeloof, van het onrein achten van Christus’ bloed en erken voor Hem dat in jou geen goed meer in eeuwigheid te vinden is. De Heere is bereidwillig om je te ontvangen. “Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons de zonden vergeve en ons reinige van alle ongerechtigheid” (1 Johannes 1:9). Vlucht naar de Heere Jezus Christus toe met je nood, dood en ellende en zoek het leven bij deze Levensvorst. De Zoon van God heeft de volmaakte heerlijkheid bij Zijn Vader verlaten om te zoeken, niet rechtvaardigen, maar zondaren tot bekering (naar Mattheüs 9:13). Hij liet Zich vrijwillig en gehoorzaam aan het kruis nagelen, Zijn bloed drupte op de aarde en in de duisternis riep Hij Zijn nood uit omdat God Hem had verlaten. Deze Christus stierf. Nee, niet zoals een mens, want er staat: “En Jezus (...) gaf den geest” (Mattheüs 27:50). En na drie dagen in het graf te hebben gelegen, stond Hij op en werd Hij opgewekt. Hij verscheen aan velen en na 40 dagen voer Hij op naar de hemel. Al deze daden vragen niet om enige toevoeging van jou en mijn kant. Wel om iets anders, luister naar Paulus en Silas: “Geloof in de Heere Jezus Christus, en gij zult zalig worden, gij en uw huis” (Handelingen 16:31). De Heere is volkomen bereid het je te leren en je in alles te laten leiden door Zijn Woord en Zijn Heilige Geest. Klem je zo vast aan Zijn Woord en zie op deze Zaligmaker. Hij kán het geven. Hij wíl het geven. En Hij heeft Zelf beloofd: “Want de Schrift zegt: Een iegelijk die in Hem gelooft, die zal niet beschaamd worden” (Romeinen 10:11).

Geliefde vriend, ik wens van harte dat je jezelf neerlegt bij Zijn Woord. De Heere werkt in alles door Zijn Woord en Geest, laat je daarom door Hem leiden. Ik bid dat Gods Geest je aan jezelf ontdekt en je met McCheyne zal zingen: “Toen vluchtte ik tot Jezus! Hij heeft mij gered, Hij heeft mij verlost van het vonnis der wet. Mijn heil en mijn vreugde en mijn leven werd Hij. Ik boog me en geloofde, en mijn God sprak mij vrij!”

Met mooie groet,
A. J. C. van Gent

Dit artikel is beantwoord door

A. J. C van Gent

• Geboortedatum:
  28-10-1990
• Kerkelijke gezindte:
  Gereformeerde Gemeenten
• Woon/standplaats:
  Heinenoord
• Status:
  Actief

13 artikelen

Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven