Wat de goddeloze vreest, dat overkomt hem
Ds. C. Harinck | Geen reacties | 23-12-2022| 11:23
Vraag
Aan een dominee van de Gereformeerde Gemeenten. Hoe moet ik Spreuken 10:24 interpreteren? “Wat de goddeloze vreest, dat overkomt hem.” Ik worstel hiermee. Betekent het, dat als iemand die bewust zijn weg zónder de Heere gaat en bijvoorbeeld erg bang is om een ernstige ziekte te krijgen, hij deze ziekte dan ook krijgt? Het is maar een voorbeeld. Het kan dan van alles zijn (waar iemand bang voor is).
Antwoord
Het boek Spreuken bestaat uit korte uitspraken, vol levenswijsheid. Meestal tegenstellingen tussen rechtvaardigen en goddelozen. De vrees van de goddelozen is: wat zij diep in hun binnenste vrezen. Hoewel zij het verdringen en zeggen: “Er is geen God. Er is geen dag waarop ik rekenschap zal moeten geven.” Toch diep in hun hart leeft de vrees: indien God wel bestaat en indien er wel een dag van oordeel is. Wat dan? Dat bezet ze met vrees. En wanneer zij zich niet bekeren zal die vrees ook komen. Maar de vele vrezen die het hart van de vromen kunnen vervullen, zullen niet komen. David vreesde: “Ik zal één dezer dagen in de handen van Saul omkomen.” Maar het is niet gebeurd.
Ik moet als ik aan u denk, denken aan het gedicht: “De mens lijdt dikwijls ‘t meest voor het lijden dat hij vreest, en dat nooit op komt dagen. Dus heeft hij meer te dragen dan God te dragen geeft.” Ik ben bang dat het bij u ook zo is. Ik hoop echter ook dat er een verlangen in je hart is. Een begeerte naar God en vrede met God. Spreek dat voor de Heere uit. Want dan zegt deze spreuk: dat de begeerte der rechtvaardigen zal vervuld worden.
Het betekent dus niet wat u denkt: ik ben bang voor iets, dus zal ook wel een keer komen...
Ds. C. Harinck
Dit artikel is beantwoord door
Ds. C. Harinck
- Geboortedatum:09-04-1933
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Kapelle
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus
Bekijk ook: