Opgewekt overeenkomstig de Schriften

Ds. D. van der Wal | Geen reacties | 25-07-2022| 14:56

Vraag

Ik heb een vraag over 1 Korinthe 15 over dat Hij opgewekt is op de derde dag overeenkomstig de Schriften. De Heere Jezus maakt de vergelijking met Jona in de vis in Mattheüs 12:40. Kunnen we hier Mattheüs ook tot de Schriften rekenen? Of staat het in het Oude Testament nog ergens anders?

ADVERTORIAL

De zorgverzekeringen van Care4Life

De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?

Lees hier meer over onze principiële uitsluitingen.

De zorgverzekeringen van Care4Life

Antwoord

Beste vragensteller,

Hartelijk dank voor jouw vraag. Het punt is: waar dacht Paulus aan toen hij schreef dat Christus opstond op de derde dag “volgens de Schriften.” Jouw eerste suggestie is de uitspraak van de Heiland in Mattheüs 12 maar het is nog maar de vraag of Paulus dat gedeelte voor zich had toen hij 1 Korinthe 15 schreef. 

Het hangt af van de datering van het Evangelie naar Mattheüs en die van de eerste brief aan de gemeente te Korinthe. Nu voert het veel te ver om dat hier zeer uitgebreid uit de doeken te doen. De datering hangt voornamelijk af van de relatie tussen de val van Jeruzalem en Mattheüs 24:2 en Mattheüs 24:15-28. Want in het boek komen passages voor die door sommigen worden gezien als een profetie van de Heere Jezus over de komende val van Jeruzalem. In dat geval wordt het boek voor 70 na Christus (de verwoesting van de tempel) gedateerd. Anderen stellen dat het een latere redactie is van de auteur. In dat geval wordt het na 70 n.Chr. gedateerd. Daarnaast neem men over het algemeen aan dat Mattheüs bepaalde delen van Markus gebruikt heeft bij het schrijven. Het evangelie naar Markus wordt vaak rond 60 n.Chr. gedateerd en het evangelie naar Mattheüs dus later. 

Als je daarnaast de datering van 1 Korinthe legt wordt het redelijk lastig om aan te nemen dat Paulus hier het Evangelie naar Mattheüs citeert. Paulus schrijft de brief terwijl hij in Efeze verblijft. De gemeente te Korinthe is ontstaan als vrucht op zijn arbeid daar rond 49-51 n.Chr. (Handelingen 18). In de gemeente ontstonden na vertrek van Paulus in 51 n.Chr problemen waar hij middels deze brief op reageert. De precieze datering verschilt per uitlegger maar de algemene consensus is toch wel dat deze brief geschreven is ergens tussen het jaar 53 en 56 n.Chr. Paulus schreef naar alle waarschijnlijkheid zijn brief dus zo’n 15 jaar voordat Mattheüs zijn evangeliebeschrijving opstelde. 

Nu was die uitspraak van de Heere Jezus natuurlijk in die tijd voordat Mattheüs ging schrijven al bekend, maar dan waarschijnlijk niet schriftelijk en zou Paulus er niet op deze manier (“volgens de Schriften”) naar verwezen hebben.  

Maar waar verwijst Paulus dan naar in 1 Korinthe 15? Het antwoord op die vraag hangt er van af hoe je vers 4 leest. Is Christus op de derde dag opgestaan volgens de Schriften, of is Christus opgestaan, op de derde dag, volgens de Schriften. Bij het eerste is de verwijzing gericht op de derde dag (datering), bij het tweede gaat het om het feit van de opstanding 

Als we naar die tweede vorm van uitleg kijken dan kom je al vrij snel in de knoop. Gezien deze vorm zouden we over het vers wat eraan voorafgaat, 1 Korinthe 15 vers 3, ook kunnen stellen dat Christus gestorven is, volgens de Schriften, voor onze zonden. Waarbij dus alleen het sterven van de Heiland, maar niet de heilzame uitleg daarvan in het Oude Testament terug te vinden is. Een stelling die ik persoonlijk niet voor mijn rekening zou willen nemen. 

Als we van het eerste uitgaan moeten we dus ‘op zoek’ naar Schriftplaatsen in het Oude Testament (waar de bewoording “volgens de Schriften” naar verwijst) die spreken over de opstanding uit de dood op de derde dag. Naast het verhaal van Jona vinden velen deze tekst in Hosea 6 vers 2: “Na twee dagen zal Hij ons levend maken, op de derde dag zal Hij ons doen opstaan. Dan zullen wij voor Zijn aangezicht leven.” 

Nu is er over deze tekst in Hosea ontzettend veel te schrijven, maar dat ga ik nu hier maar niet doen. In het kort komt het hierop neer dat in Hosea 6:1-3 het volk Israël deze uitspraak doet. Ze lijken zich te willen bekeren tot de Heere, maar het is maar zeer de vraag of dit een oprecht verlangen is of alleen maar een soort van lippendienst. De verwijzing naar twee of drie dagen is een aanduiding voor een korte tijd en duiden op de vluchtigheid van Israëls bekering. 

De vraag is of we hier een bewuste profetie zien, of een (halfhartig) voornemen van Israël dat door de profeet in de mond genomen wordt. De uitleg van dit vers in Hosea is van doorslaggevend belang om de woorden van Paulus in 1 Korinthe 15 te kunnen duiden. Daarbij mag dan ook de kanttekening geplaatst worden dat dit vers nergens anders in het Nieuwe Testament geciteerd wordt als er over de opstanding gesproken wordt. Er zijn wel nog een aantal andere Schriftgedeelten te vinden die spreken over de verbinding tussen de “derde dag” en het heil. Je kunt denken aan Genesis 22:4, Genesis 42:18, Exodus 19:11 en Jozua 3:2 maar we weten niet of Paulus daar expliciet uit citeert. 

Een derde weg is een soort van tussenoptie en dat is dat Paulus niet expliciet naar één bepaald vers verwijst maar met de woorden “volgens de Schriften” laat zien dat de opstanding van Christus helemaal bij het vastgestelde raadsbesluit en de voorkennis van God (zie Handelingen 2:23). Dat doet denken aan de Heere Jezus die aan de Emmaüsgangers uitlegde wat in al de Schriften over Hem geschreven was (Lukas 24:27) waarbij het niet alleen om een enkele tekst gaat maar vooral om heel Gods raadsbesluit dat in de Schriften aan ons geopenbaard is. 

Lang antwoord kort: Paulus citeert in 1 Korinthe 15 niet Mattheüs 12, wellicht dacht hij aan Hosea 6 of eventuele andere teksten die spreken over de derde dag. Dat hangt er vanaf hoe je Hosea 6 uitlegt. Het kan is ook goed mogelijk dat hij breder keek en de opstanding van Christus wilde beschrijven als in volkomen overeenstemming met heel Gods raadsbesluit. 

Met broederlijke groet,
Ds. D. van der Wal

Lees meer artikelen over:

opstanding
Dit artikel is beantwoord door

Ds. D. van der Wal

  • Geboortedatum:
    06-05-1987
  • Kerkelijke gezindte:
    Christelijk Gereformeerd
  • Woon/standplaats:
    Aalten
  • Status:
    Actief
43 artikelen
Ds. D. van der Wal

Bijzonderheden:

Bekijk ook:

 


Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geen reacties
Je kunt niet (meer) reageren op dit bericht. De reactiemogelijkheid is niet geactiveerd of de uiterste reactietermijn van 1 maand is verstreken.

Terug in de tijd

Vrije wil van de mens

Heeft de mens een vrije wil? Nee. Maar hoe zit het dan dat mensen veroordeeld worden omdat ze Jezus niet hebben aangenomen? Ze hebben immers niet gewild? Maar dan hadden ze toch een vrije wil? Anders ...
Geen reacties
25-07-2004

Ongemeende gedachten tegen Heilige Geest

Sinds 1,5 jaar geleden hoorde ik over de zonde tegen de Heilige Geest en dat dat de enige zonde is die niet vergeven kan worden. Dit zorgde voor mij meteen voor extreme angst. Ik kreeg dwanggedachten,...
7 reacties
25-07-2024

Verlies van vader grote impact

Ik ben op jonge leeftijd (20 jaar) mijn vader verloren. Ik had een erg goede band met hem en dit verlies heeft heel wat tranen gekost. Aan de andere kant ben ik ook zo van: we moeten door met wat we n...
Geen reacties
25-07-2023
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering