Goede oma zijn
C. M. Chr. Rots - de Weger | 6 reacties | 18-07-2022| 11:17
Vraag
Ik ben vrouw van in de 60 met volwassen kinderen. Oma van twee kleinkinderen. Het was wennen, kleinkinderen. Ik heb veel geholpen de afgelopen jaren. Bijna elke week. Praktisch, huishouden, oppassen, spelen. Door mijn dochter wordt er niet veel over gezegd. Wij zijn allemaal niet zo duidelijk in enthousiasme tonen. Dit komt door onze jeugd en andere best grote problemen, zoals het overlijden van onze zoon in zijn tienerleeftijd.
Ik had sommige dingen ook wel anders/beter kunnen doen, maar ik stel mij een beetje assertief op. Ik heb ook nog een eigen leven en ben niet sterk. De kleindochters zijn nog lang niet volwassen, wij kunnen nog vaak genoeg helpen. Maar anderzijds, als onze (schoon)kinderen vanwege onvrede andere manieren kiezen (opvang) zou ik dat soms jammer vinden. Hoe kun je beter evenwicht vinden in je kinderen helpen en een goede grootouder(s) zijn? Financieel zijn we redelijk beperkt. Kan het zijn dat de relatie minder hecht is met mijn dochter dan ik gedacht had en moet ik dit gewoon accepteren?
Ik vind dat moeilijk. Mijn man maakt zich hier nauwelijks druk om. Ik zit er echt mee, ik had misschien een ‘tandje’ meer kunnen bijzetten, bijvoorbeeld langer blijven en de kinderen in bad doen ‘s avonds. Maar ik was al erg moe. Een beetje kansloos natuurlijk om er nu nog mee te zitten. Praten erover is meestal erg moeilijk met de kinderen.
Antwoord
Beste mevrouw,
Een aantal kinderen, twee kleinkinderen. Hoewel niet expliciet gezegd ga ik er van uit dat uw kleindochters zusjes zijn. Ofwel: in één gezin hebt u van alles gedaan, van oppassen tot huishouden. Tja, kleinkinderen is wennen, zoals u schrijft. U bent zomaar oma geworden, daar hoefde u niets voor te doen. Lieve, kleine baby’tjes die ‘vanzelf’ groter worden. En dan begint het ‘probleem’, want hoe leer je nu om een goede oma te zijn? Helaas is daar geen handboek voor. Ook niet voor opa-zijn trouwens. Dus vult u voor uzelf maar in hoe u een goede oma zou wíllen zijn! Wat zijn uw eigen verwachtingen daarbij, welke gedachten komen in u op? En wat betekenen dan uw eigen mogelijkheden en beperkingen in het omgaan met kleinkinderen?
Ja, ik stel vragen. Ook bij de zin: “Door mijn dochter wordt er niet veel over gezegd.” U geeft hierna een verklaring van het omgaan met emoties binnen uw gezin en tóch verwacht u eigenlijk wél van uw dochter dat zij op z’n minst “dank u wel” zegt? Waarom, als u beiden dat moeilijk vindt? Toch stiekem als een soort van beloning voor de door u gedane arbeid in háár gezin? Als ú hulp logisch vindt (“want dat doen oma’s” kan zomaar een aanname of uw diepste gedachte hier zijn) mag uw dochter dat toch ‘om niet’ aannemen? Ziet u, dat er voor u een en ander is om over na te denken? Oma–zijn vraagt dus in de eerste plaats enige zelfkennis en reflectie!
Vervolgens: naast ‘wennen’ zijn kleinkinderen ook iets om heel dankbaar voor te zijn! Oma-zijn is derhalve niet alleen maar een opgave, een soort verlengde van de opvoeding van eigen kinderen. Maar een ‘kroon’ op het leven (Spreuken 17:6), waar grootouders van mogen genieten.
En als u nu ziet, dat kinderen -de ouders dus van de kleinkinderen- op de een of andere manier húlp nodig hebben: praktisch, financieel of anderszins? Dan gaat u overleggen óf en hóé u kunt helpen. Niet ongevraagd diensten aanbieden, maar óf reageren op een vraag van de kinderen óf zelf iets bespreekbaar maken vóóraf aan de te verlenen dienst! Als volwassen mensen, met ieder eigen mogelijkheden, beperkingen, aannames en vooroordelen. Dat betekent open en eerlijke gesprekken voeren! Ja, dát is de volgorde, want uw kinderen zijn verantwoordelijk voor hun eigen kinderen, huishouden en hele gezin. Áls u tenminste uw kinderen hebt opgevoed tot zelfstandige en verantwoordelijke mensen...
Tenslotte nog de opmerking over eventuele ándere keuzes die (schoon)kinderen maken: ja, dat kan. En dat kan zelfs heel pijnlijk zijn. Maar dat is dan een keuze waar ú zich bij neer moet leggen. Hoe moeilijk soms ook. Kinderen -en later kleinkinderen- maken nu eenmaal hun eigen keuzes die wij als ouderen nooit zouden maken. Bedenk dan dat tijden veranderen, mensen veranderen., mogelijkheden veranderen.
Ook ik ben oma, van een hele rij kleinkinderen zelfs. Toen een van onze kinderen eens tegen opa iets zei over het laten gelden van grootvaderlijk gezag ontspon zich een heel gesprek over opvoeding en verantwoordelijkheden: váderlijk gezag bestaat, grootvaderlijk gezag níét. Overigens, gezag moet men verdíenen door eigen gedrag, mácht is iets geheel anders. Macht néém je, gezag krijg je. In opvoeding zijn de óúders actief, bij kleinkinderen staan de grootouders aan de zijlijn (en moeten we soms domweg op onze handen zitten of onze mond houden!).
Hadden we dan -ooit- dingen ánders moeten doen? Misschien wel, maar gedane zaken nemen geen keer. Erover praten en eventueel schuld belijden aan elkaar openen mogelijkheden tot een te herstellen band c.q. contact. En daarbij mogen grootouders zeer zeker hun grenzen aangeven!
Als allerlaatste: hoe staat het met de ándere grootouders van de meisjes? Welke plaats/rol hebben zij in het gezin van uw dochter? Ook door dáár over te denken wordt úw houding bepaald!
Heb ik u op weg geholpen om uw gedachten eens op een rij te zetten?
Marijke Rots
Dit artikel is beantwoord door
C. M. Chr. Rots - de Weger
- Geboortedatum:18-02-1947
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Aalten
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Marijke leverde op 25-05-2017 haar 1000ste antwoord in de vragenrubriek af.
Lees hier het jubileuminterview.
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Misschien is dieper praten of echt praten over gevoelens moeilijk, maar ik zou wel proberen op luchtige/korte wijze verwachtingen uit te spreken, iets als in:
‘Ik vind het zo fijn je te helpen. Ik zou nog meer willen, maar meer dan dit of dat lukt niet’. Of: ‘vind je het fijn als ik wekelijks dit of dat doe, of heb je liever dat ik ergens anders mee help?’ Want ook als er ergens anders opvang wordt gezocht hoeft dat niet te betekenen dat u niets meer kunt of hoeft te doen! Misschien is het naast de nodige opvang wel heel fijn als u de kleinkinderen af en toe even meeneemt naar een speeltuintje ofzo, ik noem maar iets.
Pas dus echt op dat u niet te min denkt over uzelf en uw rol als moeder/oma! Ondanks ingewikkelde gevoelens hebt u die rol. De invulling ervan verschilt per persoon en per situatie, maar u mag uw weg daarin vinden. De een is er wekelijks en helpt praktisch veel, de ander doet een maandelijks uitstapje naar een kinderboerderij, of misschien alleen eens per jaar iets bijzonders, weer een ander is aan huis gebonden en afhankelijk van bezoekjes aan huis. Dus kijk wat u kunt, kijk wat uw dochter wenst, en probeer dat op een zo makkelijk/luchtige mogelijke manier wel op elkaar af te stemmen om teleurstelling of verkeerde verwachtingen te voorkomen
Er zit ook een groot verschil tussen meedoen in hun huishouden met (zware) taken, of een spelletje doen met een kleinkind. U kunt ook helpen door even op te passen, zodat de ouders even zelf de klussen kunnen doen en u rustig kunt voorlezen of id.
Ik denk echt dat u een stapje terug moet doen. U bent niet meer de jongste. Het huishouden van uw dochter is haar zaak. Dat zou niet op uw schouders moeten komen. Waarom kan uw dochter dat zelf niet? Het is niet alsof ze een groot gezin heeft.
Als u mijn zuster was, zou ik zeggen: heb eens een goed gesprek, en leg uit dat het je teveel wordt en dat je een stapje terug doet. Regelmatig oppassen: prima. Maar geen huishouden. Geen boodschappen. Geen zwemlessen. Gewoon aanwezig zijn en oma zijn. Spelletje, voorlezen, helpen met huiswerk. Koekjes bakken.
Het ergste vind ik nog dat uw inspanningen niet gewaardeerd worden. Dat is niet goed.
Dat weet je vaak helemaal niet. Ik onze familie hebben bepaalde dingen jarenlang door gesudderd omdat mensen van elkaar dachten ' zijn zal wel zo reageren om die en die redenen. allemaal eigen invulling en het klopte niet. Helaas zijn bepaalde relaties nooit meer helemaal hersteld.Als iets je dwars zit is het vaak beter om door te vragen. En eerlijk je grenzen aan te geven.