U zult Mij zoeken en vinden

Ds. M.W. Muilwijk | Geen reacties | 16-06-2022| 10:06

Vraag

In Jeremia 29:13 staat: “U zult Mij zoeken en vinden, wanneer u naar Mij zult vragen met heel uw hart.” Hier heb ik twee vragen over.

In de eerste plaats en hoofdvraag: hoe moeten we dit vers zien in het licht van Romeinen 3 dat zegt dat er niemand is die God zoekt? Als niemand God zoekt, hoe kan Jeremia dan zeggen: “U zult mij zoeken en vinden.”

Als tweede vraag: deze tekst word nog wel eens gebruikt in algemene zin om tegen mensen te zeggen dat als ze God oprecht zoeken dat ze Hem zullen vinden. Maar deze tekst is geschreven aan de joodse ballingen. Mag je zo’n tekst die aan een specifieke groep in een specifieke tijd geschreven is wel in een algemene zin gebruiken? Want zo is dat vers in principe niet bedoeld toch?

Deze vraag werd ook besproken in het programma 'Pastorie online':

ADVERTORIAL

De zorgverzekeringen van Care4Life

Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.

U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.

De zorgverzekeringen van Care4Life

Antwoord

Beste vragensteller/-ster,
 
Bedankt voor de vraag die ervan getuigt dat je Bijbeltekst naast Bijbeltekst legt en probeert in overeenstemming met elkaar te brengen. Twee vragen stel je eigenlijk. In de eerste plaats hoe de algemene uitspraak van Paulus in Romeinen 3 zich verhoudt tot en specifiek geadresseerde uitspraak in Jeremia 29. In de tweede plaats, of je de specifiek gerichte uitspraak van Jeremia 29 wel algemeen mag maken.
 
Wat betreft Romeinen 3, het is belangrijk te beseffen wat Paulus hier doet. Hij wil aan de Joden duidelijk te maken dat zij vanuit zichzelf net zo min God zoeken als de heidenen, boven wie zij zich verheven voelen. Hij toont dit aan vanuit het Oude Testament, namelijk vanuit Psalm 14 en 53 (die op het verschil God/Heere na, totaal gelijk zijn). Het oordeel over de totale mensheid, Jood of heiden, kerkmens of belijdend atheïst, niemand zoekt God vanuit zichzelf. Toch blijft de opdracht staan om God te zoeken en dat we dat vanuit onszelf niet doen, maakt ons diep schuldig voor God. 
 
In Jeremia 29 is echter nog iets anders aan de hand. Daarvoor moeten we de omringende verzen lezen: “Want zo zegt de HEERE: Zekerlijk, als zeventig jaren te Babel zullen vervuld zijn, zal Ik ulieden bezoeken, en Ik zal Mijn goed woord over u verwekken, u wederbrengende tot deze plaats. Want Ik weet de gedachten, die Ik over u denk, spreekt de HEERE, gedachten des vredes, en niet des kwaads, dat Ik u geve het einde en de verwachting. Dan zult gij Mij aanroepen, en henengaan, en tot Mij bidden; en Ik zal naar u horen. En gij zult Mij zoeken en vinden, wanneer gij naar Mij zult vragen met uw ganse hart. En Ik zal van ulieden gevonden worden, spreekt de HEERE, en Ik zal uw gevangenis wenden, en u vergaderen uit al de volken, en uit al de plaatsen, waarhenen Ik u gedreven heb, spreekt de HEERE; en Ik zal u wederbrengen tot de plaats, van waar Ik u gevankelijk heb doen wegvoeren.”
 
De reden van vers 13 begint in vers 10 “Ik (= de HEERE) zal u bezoeken”; vervolgens klinkt in vers 11 drie “Ik...”; dus als de HEERE iets heeft gedaan, dan zal het volk iets doen. Waar begint dus het aanroepen, heengaan, bidden, zoeken en vragen met het gehele hart? Bij de HEERE! Uiteindelijk krijgt de HEERE in het aanroepen, heengaan, bidden, zoeken en vragen met het gehele hart door de mens Zijn eigen werk in die mens door Zijn Heilige Geest weer terug. Deze orde tref je vaker in de Bijbel aan, bijvoorbeeld in Ezechiël 36.
 
Hiermee is eigenlijk je tweede vraag al een beetje beantwoord. In de context van Jeremia 29 wordt duidelijk hoe de HEERE handelt en de mens daarom in zoeken e.d. antwoordt. God verandert niet en daarom mag dit specifieke toch algemeen worden gemaakt, mits in de juiste context. Het is wel van belang vers 13 niet los te maken van de omringende verzen.
 
Van harte wens ik je toe dat de Heere ook zo in jouw leven is gaan werken, zodat je Hem bent gaan zoeken en heb gevonden: want wie God in Christus vindt, heeft het leven en trekt een welgevallen van de HEERE (Spreuken 8)
 
Ds. M. W. Muilwijk

Dit artikel is beantwoord door

Ds. M.W. Muilwijk

  • Geboortedatum:
    23-12-1980
  • Kerkelijke gezindte:
    Hersteld Hervormd
  • Woon/standplaats:
    Aalst
  • Status:
    Actief
146 artikelen
Ds. M.W. Muilwijk

Bijzonderheden:

Bekijk ook:

 

 

 

 


Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geen reacties
Je kunt niet (meer) reageren op dit bericht. De reactiemogelijkheid is niet geactiveerd of de uiterste reactietermijn van 1 maand is verstreken.

Terug in de tijd

Ik kom vaak in een grote stad en als ik al die mensen zie lopen krijg ik het benauwd. Al die mensen die nog niet van God weten (...)

Ik kom vaak in een grote stad en als ik al die mensen zie lopen krijg ik het benauwd. Al die mensen die nog niet van God weten (veel tenminste), die God nog nooit echt nodig hebben gehad maar gewoon d...
Geen reacties
16-06-2008

Trouwen met achterneef

Mag je trouwen met je achterneef?
Geen reacties
16-06-2016

(...) heeft ieder waar kind van God een dergelijke ervaring? Dat ze als het ware in een punt des tijds in de ruimte gesteld worden? Of kan het ook zijn dat er sprake is van een gelijdelijke overbuiging (...)

Ds. R. Veldman heeft mijn vraag beantwoord. Dit ging over de opmerking: Gods volk kan veel vergeten, maar ze zullen nooit de eerste keer vergeten dat Christus tot hen sprak. Nu geloof ik dat de domine...
Geen reacties
16-06-2008
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering