Vrouwenstemrecht bij ledenvergadering kerk
Ds. H. Korving | Geen reacties | 14-04-2022| 14:50
Vraag
Bij ons in de kerk (CGK) mogen alleen de mannen stemmen en op een ledenvergadering komen. Is dat wel terecht? Ik kan me voorstellen dat als je getrouwd bent, de man en jij als zijn vrouw in overleg treedt en dat de man dan de stem uitbrengt, maar ik ben een ongetrouwde vrouw. Mogen ongetrouwde vrouwen en weduwen dan hun stem niet uitbrengen? Wij behoren toch ook tot de gemeente? Is hier Bijbels iets op tegen? Wie moet ons dan vertegenwoordigen?
Graag antwoord van een CGK-dominee.
Antwoord
Beste vraagsteller,
Bedankt voor je vraag. Ik wil proberen er een antwoord op te geven. Laat ik vooraf zeggen dat binnen het verband van de Christelijke Gereformeerde Kerken deze kwestie vrijgelaten wordt aan de plaatselijke kerkenraad. Iedere kerkenraad kan dus zijn eigen afwegingen maken inzake de vraag wie zij gerechtigd achten deel te nemen aan de verkiezing van ambtsdragers.
Een ander puntje is dat je aanroert dat alleen mannen op een ledenvergadering zouden mogen komen. Ik weet niet goed wat daarmee wordt bedoeld; als dat de stemmingsvergadering is, dan kan ik het begrijpen. Maar een ledenvergadering zou ook de vorm kunnen hebben van een informatie- en/of toerustingsavond voor de hele gemeente. Er zijn gemeenten waar de vrouwen niet aan de verkiezing deelnemen, maar wel van harte welkom zijn op een ledenvergadering / gemeenteavond.
Dan je eigenlijke vraag. De Bijbel zegt er niet direct veel over, maar wijst wel bepaalde lijnen aan. Bij de verkiezing van Matthias als apostel (Handelingen 1:15) werd het lot geworpen. Dus zo kan het ook. De ‘gemeente’ (in wording) was bijeen – een menigte van ongeveer 120 personen. Die worden aangesproken als “mannen broeders” (vers 16). Dat is ongetwijfeld inclusief spraakgebruik: het sluit dus vrouwen in, hoewel er niet met zoveel woorden wordt gezegd dat ze erbij waren. Maar de mannen vertegenwoordigen dus in Handelingen 1 de hele groep. Niemand stemt, de Heere wijst de broeder aan door middel van het lot, te midden van een biddende gemeente.
Je kunt vervolgens de vraag stellen of de “algemene toestemming” van vers 26 dus niet de goedkeuring/medewerking van de gemeente inclusief de vrouwen insluit. Dat lijkt me zeker het geval te zijn, alleen hebben noch de mannen noch de vrouwen in Handelingen 1 een actieve rol in de verkiezing, omdat deze immers door loting plaatsvond. Maar de gemeente wordt er wel bij betrokken, bidt voor de verkiezing en verleent goedkeuring.
Wat gebeurt er eigenlijk wanneer er een verkiezing plaatsvindt voor ambtsdragers? Er zijn namen voorgedragen aan de gemeente van broeders die men geschikt acht om ambtsdragers te worden. In sommige gemeenten worden de gemeenteleden (ook de zusters) vooraf in de gelegenheid gesteld om namen in te dienen, waarna de kerkenraad die in een besloten vergadering gaat bespreken. Dit indienen van namen heeft een adviserende betekenis. De kerkenraad is niet verplicht om die namen over te nemen, maar gaat zelf beoordelen of de genoemde broeder gaven heeft en bekwaamheid om met zegen in de gemeente te kunnen dienen. Maar de kerkenraad heeft een eigen verantwoordelijkheid en kan dus de adviezen c.q. ingediende namen wel of niet overnemen.
Dan worden de namen van broeders die de kerkenraad voordraagt aan de gemeente bekend gemaakt en op enig moment vindt er een verkiezing plaats.
De vraag is vervolgens: is de uitslag van deze verkiezing ook een advies van de gemeente aan de kerkenraad, een advies wat de kerkenraad dus eventueel naast zich neer kan leggen? Ik denk dat je wel aanvoelt dat dat niet de bedoeling kan zijn. De uitslag is bindend en de ze is trouwens ook onder aanroeping van Gods naam tot stand gekomen; net als in Handelingen 1: Heere, wijst U ons de man(nen) aan die we nodig hebben. De verkiezing (en de uitslag van de verkiezing ) heeft te maken met de regering van de kerk, zo zei G. Voetius al en wordt om die reden alleen aan mannen toegekend omdat het ambt ook alleen voor mannen is bedoeld.
Momenteel verkeren we in de CGK in een crisis onder andere rond de vraag naar de vrouw in het ambt. Geeft de Bijbel ruimte aan vrouwelijke ambtsdragers? Vanaf de tijd van het Nieuwe Testament tot nu toe (dus al twintig eeuwen) wordt de Bijbel op dit punt zo verstaan dat dit niet Gods bedoeling is. Ik ga nu niet dieper op deze vraag in, maar men heeft wel een verband gezien tussen het een en het ander. Baant het vrouwenstemrecht niet de weg naar de vrouw in het ambt? Het moet wellicht mogelijk zijn om die twee gescheiden te houden, maar dat blijft lastig.
Onder de druk van de maatschappelijke ontwikkelingen, met name door de vrouwen-emancipatie, komt de vrouw in het ambt op de agenda van de kerken en doet men zijn best om op grond van dezelfde Bijbel tot heel andere conclusies te komen dan voorheen algemeen werd aanvaard.
Het vrouwenkiesrecht staat wel in de schaduw van deze discussie. Ik kan begrijpen dat weduwen en ongehuwde zusters in de gemeente zich niet gehonoreerd voelen. Je stelt een begrijpelijke vraag: wie moet ons vertegenwoordigen, als je zelf geen man (meer) hebt?
Nu zijn wij met zijn allen als westerse christenen in de 21e eeuw erg geïnfecteerd door het individualisme, vrucht van het Verlichtingsdenken; maar de christelijke gemeente moet juist niet gezien worden als een groep individuen die allemaal ‘gelijke rechten’ dienen te hebben. Het is een lichaam, het lichaam van Christus. Christus het Hoofd. In dat lichaam hebben mannen en vrouwen hun gelijkwaardige plaats en staan onder Zijn leiding en bescherming. Maar is binnen die eenheid toch verscheidenheid aan gaven.
De ambten vallen ook onder de gaven van Christus aan Zijn kerk (Efeze 4:11). Niet iedereen wordt tot een ambt geroepen en zo ook niet iedereen op dezelfde manier bij de verkiezing tot het ambt. Omdat de ambten niet voor de vrouw zijn weggelegd, trekken veel kerken die lijn ook door naar de verkiezing van ambtsdragers. Maar bij alle verscheidenheid dient ieder wel zijn of haar gaven met liefde te besteden aan de opbouw van het lichaam van Christus.
Deelname aan de verkiezing is vergeleken bij het geheel van alles wat nodig is voor de opbouw van Christus’ kerk maar een klein onderdeeltje. Jouw trouwe deelname in de gemeente en liefdevolle bijdrage aan de opbouw, die is van groot belang.
Daarom wil ik je opwekken om ook biddend na te denken over de vraag wat je wel kunt/mag/moet doen in de gemeente, om bij te dragen aan de opbouw van Christus’ kerk. Zouden er ook dingen zijn die een vrouw juist wel en een man niet (goed) kan doen in de gemeente?
Ik hoop dat je blijft zien en mag ervaren dat Christus als het Hoofd van Zijn gemeente goed zorgt voor het geheel (m/v). Draag de kerkenraad in je gebeden, noem op huisbezoek namen van geschikte broeders, ondersteun hen met jouw talenten en maak zo op een waardevolle en gewaardeerde manier deel uit van het geheel.
Ik hoop je vraag hiermee te hebben beantwoord.
Met een hartelijke groet,
Ds. H. Korving
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. Korving
- Geboortedatum:01-12-1954
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Urk
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Ds. Korving ging in november 2021 met emeritaat.
Lees ook het artikel dat Refoweb met ds. Korving had n.a.v. zijn boek 'Taal en teken'.
En kijk/luister: