Geen schriftuurlijke bevindelijkheid
Ds. W.G. Hulsman | Geen reacties | 08-02-2006| 00:00
Vraag
Onze mening is dat er in de prediking te weinig wordt stilgestaan bij de tweedeling: het Oude- en het Nieuwe Testament (Verbond). Uiteraard wordt het geestelijk wel doorgetrokken, echter een geschiedenis kan zo snel een verkeerde exegese krijgen waardoor de context volledig vergeten wordt - en geestelijk men gaat dwalen en terecht komt op een vorm van bevindelijkheid wat weinig met het waar zaligmakend geloof ("God werkt zonder ons, in ons," Dordtse leerregels) te maken heeft. Kunt u hier op ingaan?
Antwoord
Omdat je geen concreet voorbeeld geeft, is het moeilijk voor mij om een concreet antwoord te geven. Maar ik zal het proberen. Waarschijnlijk bedoel je dat er gepreekt wordt over een geschiedenis uit het Oude Testament. Daarbij wordt niet zozeer op de context ingegaan. Er wordt niet gevraagd wat de betekenis is van die geschiedenis in die tijd. Nee, al snel worden de lijnen doorgetrokken naar het geestelijk leven. Er komt dan een vorm van bevindelijkheid naar voren, die volgens jou maar weinig met het waar zaligmakend geloof te maken heeft.
Dat is inderdaad mogelijk. Zo kan de geschiedenis van Ruth gebruikt worden, waarbij Boaz een type van Christus. Eerst is er dan wel de keus van het geloof (Uw God is mijn God), maar er is nog geen kennen van Christus. Op die wijze wordt ook wel de geschiedenis van Jacob bij Bethel en Pniël gebruikt. Bij Bethel zou dan de wedergeboorte plaatsgehad hebben en bij Pniël de rechtvaardigmaking. Tevens wordt er dan helaas voorbijgegaan aan de letterlijke betekenis van deze geschiedenissen. Alsof daarin voor ons geen boodschap zou liggen.
Waarom gebeurt dit? Er wordt op een dergelijke manier omgegaan met zulke schriftgedeelten, vanuit pastorale motieven. Namelijk om mensen met allerlei strijd en aanvechting wat verder te kunnen helpen. Vaak wordt het tegendeel bereikt. Dan kan het inderdaad zijn dat er een ‘vorm van bevindelijkheid’ naar voren komt, die niet schriftuurlijk is. Waarbij iemand ‘opgebouwd’ wordt in dat wat hij allemaal ervaart, terwijl hij nog geen zicht op Christus heeft. Met name Calvijn heeft sterk de nadruk gelegd op de letterlijk-historische exegese. Laten we hem daarin maar volgen. Dan gaan we de meest veilige, bijbelse weg.
Ds. W. G. Hulsman
Dit artikel is beantwoord door
Ds. W.G. Hulsman
- Geboortedatum:08-11-1956
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Barneveld
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus