Eeuwige bestemming van Ananias en Saffira
Ds. C. Harinck | 5 reacties | 22-02-2022| 09:47
Vraag
Laatst ontving ik een verhelderend inzicht over de eeuwige bestemming van Ananias en Saffira. Mij is altijd geleerd dat zij zowel de tijdelijke als eeuwige straf kregen na hun leugens tegen Petrus. Echter, op grond van de Bijbelteksten 1 Korinthe 11:27-32; 1 Korinthe 5:3 en 2 Samuël 14:14 zei laatst een Bijbelgetrouwe dominee uit het buitenland dat Ananias en Saffira de straf voor hun zonde nu hebben ondergaan, zodat hen die in de eeuwigheid niet zal worden toegerekend. Wil een Ger. Gem.-dominee hier iets over schrijven?
Antwoord
Beste vraagsteller,
De verheldering die u meent gekregen te hebben over de gevolgen van de zonde van Ananias en Saffira zijn in strijd met de Schrift. Ananias en Saffira hebben de Heilige Geest gelogen en voor die zonde, zo zegt de Bijbel, is geen vergeving. Het gaat in 1 Korinthe 11 wel over een ernstige zonde, namelijk de ontheiliging van het Avondmaal, maar niet over de zonden tegen de Heilige Geest. En in 2 Samuël 14:14 hetzelfde.
Voor de vraag welke zonden vergeving kunnen ontvangen moet je Mattheüs 12:31 lezen. Jezus zegt daar: “Alle zonde en lastering zal de mensen vergeven worden; maar de lastering tegen de Geest zal de mensen niet worden vergeven.” Wat de Farizeeën lasterden in Mattheüs 12:22-24 is onvergeeflijk. Zij lasterden het ontfermend werk van werk van Jezus dat zij zagen gebeuren. Zo ook de zonde van Ananias en Saffira. Ook daar is een zodanig lasteren en verachten van het werk van God dat men de grens is overgegaan. Je moet met nieuwe vondsten voorzichtig zijn.
Ik wil echter ook wijzen op wat Jezus eerst zegt, namelijk: “Alle zonde zal de mensen vergeven worden.” Jezus heeft het over alle zonden, allerlei soorten van zonden. Je kunt denken van jezelf en van anderen: deze zonde die ik bedreven heb, kan niet vergeven worden. Maar dat is niet zo. Alle zonde, zegt Jezus, zal vergeven worden. Behalve die ene zonde, de zonde tegen de Heilige Geest. De persoon die zo ver gegaan is om moedwillig en tegen alle kennis daarvan het reddende werk van Jezus te lasteren (zie Mattheüs 12:22-24) zal deze zonde niet worden vergeven. Dan is men een grens overgegaan. Deze mensen hebben daar echter geen zorg en geen vrees over en ook geen behoefte aan vergeving. De Heilige Geest is daar afwezig. Daarom is daar geen vrees, betrouw of behoefte aan vergeving aanwezig. Er is ook geen vrees de zonde tegen de Heilige Geest gedaan te hebben. Ieder die vreest deze zonde gedaan te hebben, draagt daarin het bewijs dat hij of zij deze zonde niet heeft gedaan.
Daarom, denk aan het bevrijdend woord van Jezus: Alle zonde zal de mensen vergeven worden. De kracht van Jezus’ bloed is groter dan de verschrikkelijkheid van de zonde.
Ds. C. Harinck
Lees ook de vervolgvraag: 'Eeuwige bestemming van Ananias en Saffira (2)'.
En 'Wat zijn de kenmerken van de zonde tegen de Heilige Geest?'
Dit artikel is beantwoord door
Ds. C. Harinck
- Geboortedatum:09-04-1933
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Kapelle
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Wat waarheid is in dezen, weet ik ook niet. Een afschrikwekkend voorbeeld is het sowieso.
https://www.studylight.org/dictionaries/eng/wbc/a/ananias-and-sapphira.html
Iedere zonde die wij bedrijven is een zonde tegen God en dus ook tegen de Heilige Geest. Het liegen van Ananias en Saffira was wel een zonde tegen God en dus ook tegen de Heilige Geest maar het was niet de zonde die niet vergeven kon worden.
De zonde tegen de H.Geest die niet vergeven kan worden is iets anders nl. het lasteren van de H.Geest. Bijvoorbeeld het werk van God en Zijn Geest toeschrijven aan de duivelen. Dat is laster en onvergefelijk. Dat deden de Schriftgeleerden bv toen zij zeiden dat Jezus uit Beëlzebul was, dat Jezus zijn werken kon doen omdat Hij uit de duivelen zou zijn, lees Marcus 3 vanaf vers 22 en in vers 28 lees je dat Jezus zegt tegen Zijn discipelen dat alle zonden vergeven kunnen uitgezonderd de lasteringen die de Schriftgeleerden uitgesproken hadden.
Hij zegt dat de zonde van Ananias en Saffira zo groot was (ze hebben met voorbedachte rade en willens en wetens tegen de Heilige Geest gezondigd), dat ze geen tijd meer kregen om zich te bekeren. We lezen in het boek Handelingen (en ook in de brieven; zie bijvoorbeeld het boek Judas) dat het wel vaker gebeurde dat er in de christelijke gemeenten hypocrieten en valse leraars waren.