Gedane belofte zorgt voor benauwende angst
ds. D.M. Elsman | Geen reacties | 24-12-2021| 16:13
Vraag
Ik ben opgegroeid in een christelijk gezin en heb persoonlijk gekozen Jezus aan te nemen en in Hem te geloven. Echter heb ik in mijn (christelijke) leven zo ontzettend vaak bewuste, opzettelijke zonden gedaan, tegen beter weten in en zelfs met voorbedachte rade. Keer op keer kom ik tot God en wil ik me bekeren. Al jaren leef ik in angst, twijfel en onzekerheid met veel vragen als: ben ik wel al wedergeboren en gered?
Ongeveer twee jaar geleden kreeg ik een relatie met een christelijke jongeman. Een paar maanden geleden is het (voornamelijk door een nare situatie die speelde) uitgegaan. In die tijd dat het uit was, hebben we naar mijn idee een afspraak gemaakt met elkaar (en misschien met God) echt aan onszelf te werken (persoonlijke problemen en ons geestelijk leven) en dan later te kijken of we samen verder willen gaan. Echter kwamen we na twee maanden plots weer bij elkaar. De liefde naar elkaar toe was zo sterk en we besloten eens te gaan praten over een vervolgstap: het huwelijk. Echter die dag dat ik naar hem toe ging schoot mij plots iets te binnen... Gedachten als, dat ik met hem en mogelijk zelfs met God een afspraak had.
Daarnaast herinnerde ik me, dat ik heb gedacht of gezegd dat ik eerst echt eens in zekerheid van redding en geloof wil of ga leven en dan pas weer kijken naar verkering of trouwen. Het lastige is: ik weet niet meer de precieze bewoording. Ik weet ook niet precies wat ik heb gedacht en wat ik heb uitgesproken. Ik weet ook wat ik hiervan aan God heb gezegd (gelofte, belofte, afspraak). Ik denk namelijk dat er een groot verschil zit tussen tegen mezelf zeggen: ik wil graag voordat ik weer een relatie aanga, eerst echt in die zekerheid van redding en geloof leven... of: Heere God, ik wil/ga eerst in zekerheid van geloof leven en dat ik stabiel sta geestelijk en dan pas verder kijken naar dingen als verkering of huwelijk...
Het gevolg is angst, benauwende angst. Ik heb het tot verdriet van mijn vriend en mij weer uitgemaakt met mijn vriend, omdat ik voelde dat ik een afspraak of belofte niet nakwam. Ik leef nu in nog meer angst, veel angstige gedachten: wat als ik niet gauw tot die zekerheid van geloof of redding kom? Of wat als ik NOOIT tot dat punt kom, zou ik dan nooit met hem mogen trouwen vanwege een (mogelijke) belofte?! Maar ook denk ik terug aan relaties die ik had voordat ik met deze jongeman was: heb ik misschien ooit beloofd met een van die mannen te trouwen? Moet ik dat dan waarmaken? U begrijpt mogelijk wel mijn angst.
Ik lees (voornamelijk in het Oude Testament) dat we een belofte moeten nakomen, klaar. Zie bijvoorbeeld ook Richteren 11, de gelofte van Jefta. Hoe moet dat nu verder met mijn situatie? Zou u mij alstublieft meer duidelijkheid willen geven over wat mij te doen staat?
Antwoord
Beste vriendin. In je vraag lees ik zorgvuldigheid en oprechtheid. Het doet me denken aan de woorden van de Heere Jezus in Mat.5:37: “Laat uw woord ja (...) ja zijn en uw nee nee; wat hierboven uitgaat, is uit de boze.” De Heere wil dat wij waarachtig en betrouwbaar zijn, ook in de beloften die wij doen. De Heilige Geest is immers de Geest van de waarheid (Joh.14:17; 16:13) en de duivel de vader van de leugen (Joh. 8:44).
Naast zorgvuldigheid lees ik ook krampachtigheid in je vraag. Je staat voor een dilemma. Je hebt een afspraak gemaakt met jezelf, met je vriend, en mogelijk ook met God. Door die afspraak heb je jezelf onder embargo geplaatst. Je hebt jezelf een eis opgelegd die je verlamt. Je leeft in benauwende angst.
Er lijkt sprake te zijn van een vicieuze cirkel. Al jaren leef je in angst en worstel je met de vraag: “Ben ik wel wedergeboren en gered?” Intussen heb je een vriend ontmoet en graag zou je met hem verder willen, maar je hebt “gedacht of gezegd” dat je eerst echt in zekerheid van redding en geloof wilt leven en dan pas kijken naar verkering of trouwen. Maar -is je overweging- wat als je nooit tot dat punt komt? Zou je dan dus nooit met hem mogen trouwen? Die gedachte maakt je nog meer angstig en benauwd. Wat moet je doen, hoe kom je hieruit?
Graag wil ik enkele gedachten met je delen. Allereerst over de zekerheid van het geloof. In Hebr.6:19 wordt de hoop een anker voor de ziel genoemd. Wat is een anker? Een anker moet worden uitgeworpen, anders blijft het schip een speelbal van de winden en komt het nooit vast te liggen.
Waarin werp jij je anker? In jezelf? In je eigen beloften? Je merkt wel: daar vind je geen vastheid, maar slechts twijfel, onzekerheid en angst. Je moet je anker niet werpen op je eigen beloften, maar buiten jezelf op Gods beloften! Het geloof richt zich op de vaste grond van Gods beloften. En die beloften zijn in Jezus Christus ja en in Hem amen.
Terecht merk je op: “we moeten een belofte nakomen, klaar.” Inderdaad, Gods wet eist dat van ons (Deut.23: 21-23). Maar die eis maakt me wanhopig in mezelf, want ik moet het Goddelijk Woord nazeggen: “Alle mensen zijn leugenaars” (Ps. 116:11; Rom. 3:4). Zolang ik nog steun op mijn eigen belofte word ik als een schip heen en weer geslingerd en tol ik rond in mijn wanhoop en ellende. Maar nu komt de Heere met Zijn Woord en dat roept me toe: steun niet langer op jezelf, werp je anker uit naar Mijn Zoon Jezus Christus. Omhels Hem in geloof en steun op Zijn Woord!
God houdt ons aan ons woord. Maar Hij zal je laten inzien wat jouw woord in zichzelf waard is, namelijk even leugenachtig en onbetrouwbaar als dat je zelf van nature bent. Pas als je met jezelf én je belofte naar de Heere Jezus Christus vlucht, zul je rust vinden voor je ziel. Leg jezelf niet op wat God niet van je vraagt. Werp je op Zijn belofte dat ieder die in de gekruisigde Christus gelooft, niet verloren gaat, maar het eeuwige leven heeft. Vlucht tot Hem als een zondaar die niet in staat is ook maar één van zijn beloften waar te maken. De Heere Jezus heeft gezegd: “Zonder Mij kunt u niets doen” (Joh. 15:5).
Dat is trouwens ook het geheim van het christelijke huwelijk. Nadat wij elkaar als man en vrouw voor het oog van de wereld trouw beloofd hebben, vluchten wij met onze belofte naar Gods huis om Hem af te smeken of Hij toch ons feilbaar woord van trouw wil vastmaken aan Zijn onfeilbaar woord van trouw, en ons verbond wil bergen in Zijn verbond. Ook in mijn huwelijk ligt de zekerheid niet in mijzelf en mijn belofte, maar in Hem Die beloofd heeft dat Hij de getrouwden wil zegenen en bijstaan. Dan kán het ook. Wat het huwelijksformulier ons voorhoudt: dat man en vrouw elkaar trouw zullen helpen en bijstaan in alle dingen die tot het tijdelijke en eeuwige leven behoren.
Van harte Gods vrede toegebeden,
Ds. D. M. Elsman
Dit artikel is beantwoord door
ds. D.M. Elsman
- Geboortedatum:16-04-1961
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Rijssen
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook: