Kan een gelovige nog zonde doen?

Ds. W. Arkeraats | Geen reacties | 03-12-2021| 12:06

Vraag

Ik heb allereerst een vraag aan iemand die veel kennis heeft van de grondtaal van het Nieuwe Testament. Ik heb wat gelezen over de verschillende uitleggingen van Romeinen 7. Romeinen 7 is veel gelovigen tot troost, natuurlijk níet als vrijbrief om te blijven zondigen of om minder tegen de zonde te strijden, maar wel als je te veel op jezelf ziet en zoveel verkeerde dingen ontdekt en dan vreest dat je niet behouden bent.

Ik weet dat sommigen Romeinen 7 anders uitleggen, alsof Paulus als het ware iemand anders aan het woord laat (ook hier heb ik veel gelezen, net als de linkjes in het antwoord 'Overwinningsevangelie') Is er in de grondtekst werkelijk helemaal níets te zien wat zo'n uitleg zou kunnen ingeven? Ik las ook de suggestie dat de ons bekende uitleg van Romeinen 7 wellicht een verdraaiing is “tot hun eigen verderf” en dan ben ik meteen bang gemaakt.

Dan nog een vraag over de ‘onzichtbare’ verandering vanbinnen bij de wedergeboorte of als iemand tot geloof is gekomen en dus een kind van God is. Een variant op de uitleg dat Paulus in Rom. 7 een ander aan het woord laat, is dat die persoon iemand zou zijn die nog probeert in eigen kracht tegen de zonde te strijden, maar dat hij er nog achter moet komen dat hij de Geest moet laten strijden of moet strijden door de Geest. (Zie ook de reactie van 1a2b3c bij deze vraag 'Blijven hangen in Romeinen 7'). Nu vroeg ik me af hoe je dat dan concreet zou moeten zien. Zelf niet meer de strijd met de zonde aangaan, maar daarvan rust nemen om te zien wat er vervolgens ‘vanzelf’ gaat gebeuren (en dat is dan de Geest die het doet)? Of wel de strijd aangaan en dan erkennen dat je het eigenlijk niet zelf bent die strijdt, maar de Geest?

Ik blijf die strijd en het voortbrengen van vruchten sowieso heel lastig vinden. Stel dat een ongelovige een goed werk doet en tot geloof komt. Wat verandert er dan concreet aan dat goede werk, als hij/zij zich op dezelfde manier blijft inzetten voor een medemens? Het werk is hetzelfde, alleen wordt het ineens aan de Geest toegeschreven als zijnde een vrucht van de Geest? Hetzelfde geldt voor als je strijd tegen de zonde zonder dat je de zekerheid hebt een kind van God te zijn (of misschien zelfs gewoon echt nog buiten Christus leeft) en de strijd tegen de zonde als je wél weet een kind van God te zijn: wat is er wezenlijk/concreet anders? Slaag je dan beter in die strijd of is je gedachte/gevoel bij die strijd of de ervaring van die strijd anders?

ADVERTORIAL

De zorgverzekeringen van Care4Life

Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.

U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.

De zorgverzekeringen van Care4Life

Antwoord

Beste vriend of vriendin,

Je bent heel wat verschillende visies op de betekenis van Romeinen 7 op het spoor gekomen. En dat heeft de nodige verwarring opgeleverd. De boeken en sites over dit hoofdstuk zijn legio. 

Eigenlijk zijn de meeste discussies terug te voeren op de vraag: kan een gelovige nog zonde doen? Als je Romeinen 7 leest, zul je denken: Paulus vindt van wél. Je hoort hem tenminste met verdriet zeggen: “Het goede, dat ik wil, dat die ik niet en het kwade, dat niet wil, dat doe ik.” Ondanks dat hij zo graag de Heere wil dienen, komt hij toch dat andere weer in zijn hart tegen, dat hem van de Heere wil aftrekken. Als ik de woorden van Paulus lees, dan zeg ik volmondig: ook de gelovige heeft dagelijks nog met zijn zondige hart te strijden.

Uit de sites die je gelezen hebt, heb je intussen begrepen dat er ook een andere opvatting is, namelijk dat de gelovige niet meer zondigt. Maar dat lijkt in tegenspraak te zijn met de inhoud van Romeinen 7. Om dat wat met elkaar in overeenstemming te brengen zijn er wat andere gedachten geformuleerd: Bijvoorbeeld de opvatting dat Paulus misschien iemand anders invoert: een ongelovige die nog niet wedergeboren is. Een andere gedachte is, dat hij symbolisch spreekt.

Dat zijn opvattingen die ik afwijs. Naar mijn overtuiging wordt alles dan nodeloos ingewikkeld gemaakt. Ik hoop dat ik je wat op weg kan helpen door maar eenvoudig Paulus’ betoog te volgen. Daartoe moeten we Romeinen 7 in de context van de andere hoofdstukken zetten (hoofdstuk 5-8). Die hoofdstukken vormen eigenlijk een doorlopend betoog. In hoofdstuk 5 laat Paulus zien, dat de gelovige vrede heeft door het werk van Christus. En dan kan er nog zoveel zonde zijn, de genade is overvloediger. Maar toen waren er mensen, die zeiden: mooi, dan gaan we meer zondigen, dan krijgen we ook meer genade. Dat weerlegt Paulus in hoofdstuk 6 met kracht. Christen zijn betekent: strijden tegen de zonde. Maar dan komt hij bij de praktijk: dat lukt lang niet altijd. Ook als gelovige verlies je telkens weer de strijd tegen de zonde. Je wilt het niet en tóch. Er zit iets in je (Paulus noemt dat het zondige ‘vlees’), dat je telkens weer de verkeerde kant op laat gaan. Maar o wonder: daar is dan de Heilige Geest Die je helpt bij de strijd tegen de zonde, zó dat je die zonde ook weer kunt weerstaan. Zo is het leven een afwisseling tussen nederlaag (in je eigen kracht) en overwinning (door Gods genade). 

En dan onderstreep ik: Paulus heeft het in Romeinen 7 écht over zichzelf. Je begrijpt: dat is geen overwinningsleven, maar een strijdend leven. We moeten Romeinen 7 immers niet lospellen, maar in het geheel van de Schrift (ook van de Psalmen) lezen, waar je zonde, strijd, nederlaag, schuldbelijdenis volop tegenkomt. En dat is de taal van een gelovige. Dat is een bevrijdend evangelie. Ik hoef me niet te vermoeien met allerlei ingewikkelde redeneringen, maar ik zie, dat het leven van de christen vele aspecten kent: strijd tegen de zonde, vallen in de zonde, bidden om vergeving, leven uit genade.

Je merkt immers zelf wel dat je anders in allerlei dingen blijft ‘hangen’. Ik noem een paar dingen die je naar voren haalt: de strijd met de zonde maar niet aangaan en maar zien waar je uitkomt. Ben ik het nu zelf die strijd voert, of is het de Geest? Die vragen zijn eigenlijk niet belangrijk, ze zijn wel verwarrend. 

Zo is het ook met de dingen aan het eind van je vraag. Hoe zit dat met het strijden tegen de zonde, als je zeker bent van Gods genade of er niet van zeker van bent. En hoe zit het met een ongelovige, die goede dingen doet en daarna tot geloof komt? Het brengt je in verwarring, als je dat allemaal gaat onderscheiden. Het evangelie is eenvoudig: voor ons allen geldt de roeping om de Heere te dienen en tegen de zonde te strijden, wie we ook zijn. En hoe dat allemaal precies zit dat mogen we in de hand van de Heere geven. Het evangelie is bevrijdend: strijd tegen de zonde, belijd de zonden die je doet. Kom tot de belijdenis dat de zonde nooit overwint en bidt om de Geest, die ons op het juiste pad leidt. 

In de site die je aanhaalt lees ik: “Iemand die dit onderwijst, heeft niets van het evangelie begrepen.”  En je citeert deze site: “Misschien is dat een verdraaiing tot ons verderf.” Krasse taal die begrijpelijk bang maakt. Als ik je een goede raad mag geven: laat zulke sites maar terzijde.

Ik zeg het graag wat anders: met mijn verstand kan ik het evangelie inderdaad niet begrijpen. Het is niet te bevatten dat er een God in de hemel is die zondaren wil redden van het verderf. Dat gaat alle logica te boven. Maar wat ik niet kan bevatten, kan ik wel belijden. En dat wil ik graag doen. Ik hoop, dat ik je hiermee een weg heb kunnen wijzen.

Eigenlijk kan ik het niet beter zeggen dan met de woorden van onze catechismus, op de vraag, hoe ik rechtvaardig voor God ben:

“Alleen door een waar geloof in Jezus Christus, alzo dat, al is het, dat mijn geweten mij aanklaagt, dat ik tegen al de geboden Gods zwaar gezondigd en geen daarvan gehouden heb en nog steeds tot alle boosheid geneigd ben, nochtans God, zonder enige verdienste mijnerzijds, uit louter genade mij de volkomen genoegdoening, gerechtigheid en heiligheid van Christus schenkt en toerekent, evenals had ik nooit zonde gehad of gedaan, ja, als had ik zelf al de gehoorzaamheid volbracht, die Christus voor mij volbracht heeft, in zoverre ik zulk een weldaad met een gelovig hart aanneem.”

Ds. W. Arkeraats

Lees meer artikelen over:

romeinenzondeloos
Dit artikel is beantwoord door

Ds. W. Arkeraats

  • Geboortedatum:
    09-08-1946
  • Kerkelijke gezindte:
    PKN (Hervormd)
  • Woon/standplaats:
    Hardinxveld Giessendam
  • Status:
    Actief
136 artikelen
Ds. W. Arkeraats

Bijzonderheden:

Emeritus


Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geen reacties
Je kunt niet (meer) reageren op dit bericht. De reactiemogelijkheid is niet geactiveerd of de uiterste reactietermijn van 1 maand is verstreken.

Terug in de tijd

Besnijdenis en doop van de Heere Jezus

Enige tijd geleden heb ik een vraag gesteld over de doop (naast de besnijdenis) van de Heere Jezus. Hierop heb ik een antwoord gekregen van ds. Den Boer op een eerder gestelde vraag uit 2009. Ik heb d...
4 reacties
02-12-2010

Waarlijke droefheid naar God

In de zondagpreek in mijn gemeente werd er gesproken over de innerlijke bekering. Een bekering die gepaard gaat met een droefheid naar God. Dit zou geen aardse droefheid zijn maar een droefheid in het...
Geen reacties
02-12-2005

Afwijzing bij jeugdvereniging kerk

Met pijn in mijn hart schrijf ik deze vraag/dit verhaal. Waarom is er in mijn kerkelijke gemeente (Gereformeerde Gemeenten) zoveel afwijzing en worden er zulke hoge eisen gesteld (aan mij als persoon)...
3 reacties
02-12-2020
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering