Zegen God en sterf
Gereformeerde Bijbelstichting | 3 reacties | 12-11-2021| 13:07
Vraag
Waarom staat in de Statenvertaling in het boek Job dat z’n vrouw zegt: “Zegen God en sterf” in plaats van “Zeg God vaarwel en sterf”? De betekenis van het woord zegen hier is negatief, terwijl een zegen ontvangen juist ten goede/van harte moet zijn.
Antwoord
Het werkwoord “zegenen” (Hebreeuws: barach) heeft voor ons vooral een positieve connotatie. Zo komen we het werkwoord in het Oude Testament ook vele malen tegen. Denk aan Gods belofte “Ik zal u zegenen” aan Abram (Gen. 12:2) en het begin van de bekende priesterlijke zegen (Num. 6:24), die vaak aan het einde van de kerkdienst klinkt. Met betrekking tot Christus lezen we in Psalm 72:15: “Den gansen dag zal men Hem zegenen”, ofwel “loven”. In kanttekening 16 bij Job 1:5 geven de Statenvertalers aan dat “zegenen” in de Bijbel niet alleen in positieve zin voorkomt, maar ook vloeken, misprijzen en versmaden kan betekenen. Als voorbeelden van die negatieve betekenis noemen ze naast Job 1:5: Job 1:11, Job 2:9 (dus de door vraagsteller genoemde tekst) en 1 Koningen 21:10. Bij laatstgenoemd vers licht de kanttekening toe dat “zegenen” in de zin van “vloeken” wordt gebruikt als een eufemisme: de betreffende zaak “is zo afgrijselijk gehouden geweest, dat men het kwalijk durfde noemen, zodat in de plaats daarvan het tegendeel op bedekte wijze gezegd wordt.”
Met betrekking tot het werkwoord “zegenen” in Job 2:9 wordt vaak aan de negatieve betekenis van “vloeken” of “vaarwel zeggen” gedacht; in negatieve zin gebruikte ook de satan het woord in Job 1:11 en Job 2:5. Toch kan “zegenen” in Job 2:9 ook verklaard worden als “loven”, zoals we lezen in kanttekening 22 bij dit vers. Deze kanttekening, die eerst verwijst naar Job 1:5, noemt als alternatieve vertaling “Zegen God, al is het dat gij sterft”, en geeft daarbij de volgende toelichting: “Dewijl gij zo genegen zijt om God in alles te zegenen, dat is, te loven en te danken, gelijk gij nog onlangs tevoren gedaan hebt (Job 1:21), ga daarin voort en zie hoe Hij het u vergelden zal, namelijk met een pijnlijken dood, dien gij niet ontgaan kunt. Zij bespot zijn vertrouwen op God.”
Een ander voorbeeld van een Hebreeuws woord met tegengestelde betekenissen vinden we in Leviticus 20:17. Het betreft het woord dat in de Statenvertaling is vertaald met “schandvlek”. Kanttekening 23 bij dit vers schrijft daarover: “Het Hebreeuwse woord betekent gewoonlijk een goede daad of weldadigheid, maar hier en Spr. 14:34 gans het tegendeel, dat is, een kwade, schandelijke, ijselijke daad, waarmede een mens God ten hoogste vertoornt, zijn naaste ontsticht en zichzelven in schande brengt. Alzo is ook het woord zegenen voor zijn tegendeel genomen, dat is, vloeken, 1 Kon. 21:10.”
Met vriendelijke groet,
Lennart van Belzen,
wetenschappelijk medewerker GBS
Dit artikel is beantwoord door
Gereformeerde Bijbelstichting
- Kerkelijke gezindte:Divers
- Woon/standplaats:Leerdam
- Status:Actief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Dit wordt duidelijk wanneer wij Paulus de vloek uit horen spreken: Maranatha: De Heere Komt. Dat is een zegen voor de gelovige, maar tegelijkertijd een vloek voor de goddeloze.
Dat laat duidelijk zien hoe iets zowel een positieve als negatieve connotatie heeft. Het verschil is perspectief.
Ik vind ook dat er geen zegen moet staan. En in de HSV staat het ook beter om te begrijpen. Zeg God vaarwel....en sterf.
Je kan toch niet voor heel veel woorden heel veel verklaringen op gaan zoeken?
Ik ben ook maar een eenvoudig man en ik wil het ook horen en lezen zo als het is bedoeld!