Gods straf en vergeving
Ds. W. Arkeraats | 15 reacties | 01-11-2021| 14:27
Vraag
Ik heb in het verleden veel fouten gemaakt zo’n 20 jaar geleden, zoals stelen. Nu heb ik sinds kort voor God gekozen en ik bid dagelijks. Nu is mijn grootste angst altijd al geweest dat ik blind of slechtziend word. Nu heb ik gelezen dat God straft. Straft God mij nu hiermee door blind of slechtziend te worden?
Vergeeft God moordenaars en verkrachters ook? Op internet zegt de ene site God straft niet en de andere site zeg weer van wel. Zo staat er ergens dat God alle gelovigen straft. Als God je straft weet je dus dat je echt Zijn kind bent. Dus ik word wel gestraft?
Antwoord
Beste vriend of vriendin,
Je laat in enkele woorden een bewogen levensweg zien. We mogen dankbaar zijn dat God deze omgebogen heeft en je op Zijn weg heeft gebracht. Maar die verandering maakt je intussen wel in een aantal opzichten heel onzeker. Allerlei gedachten lopen door elkaar heen. Graag wil ik samen met jou proberen een bijbelse weg te zoeken.
Ik weet niet welke sites je raadpleegde. Wel is duidelijk dat ze elkaar soms tegenspreken. Vaak belichten ze bepaalde dingen van één kant. Laten we proberen dit alles in de brede verbanden van de Bijbel te zetten.
Eerst nog dit: graag wil ik je aanbevelen contact te zoeken met een kerkelijke gemeente bij jou in de buurt. Ik hoop heel erg dat er dan iemand is die je in een persoonlijk contact verder kan helpen. Levensvragen staan dikwijls in heel nauw verband met je concrete levensweg; een persoonlijk contact is dan veel waardevoller dan het raadplegen van een site. Ik hoop dat mijn persoonlijk antwoord je kan stimuleren om op deze weg verder te gaan.
Je spreekt over de straf van God. Als ik je goed begrijp denk je dat concrete zonden altijd een concrete straf van God oproepen. Dat betreft vooral de angst om blind of slechtziende te worden. Daar ben je kennelijk altijd al bang voor geweest. En nu lees je op een site dat God altijd straft, dus denk je blind te worden.
Zo spreekt de Bijbel gelukkig niet. In Johannes 9 lezen we dat de Heere Jezus een blindgeborene ontmoet. Zijn discipelen menen meteen een verband te moeten leggen tussen zijn blindheid en eventuele zonden in het verleden. Daarin worden zij wel heel duidelijk gecorrigeerd. Zij leggen als het ware een ‘mechanisch’ verband tussen zonde en straf. Hiermee zeg ik niet dat je nooit slechtziende zult worden, zoals veel mensen problemen krijgen met hun gezichtsvermogen. Maar dat is dat dan niet automatisch een straf van God.
Intussen houd je de vraag over: Straft God ons? De sites die je raadpleegde geven je verschillende antwoorden. De één zegt van wel en de ander van niet. Ik ken de sites die je noemt natuurlijk niet. Daarom zoeken we ons antwoord maar in een andere ‘site’: het hele Woord van God. Als we dat nauwkeurig lezen, zien we dat er heel veel kanten zijn aan de vraag naar Gods straf.
Laten we maar een paar Bijbelse lijnen volgen. We beginnen bij de vraag: Straft God de zonde? Het antwoord is: ja, wel degelijk. Dat lezen we duidelijk in bijvoorbeeld Genesis 3, het hoofdstuk over de zondeval. Maar de Bijbel spreekt óók over de Heere Jezus. Hij kwam naar deze wereld om de straf op de zonde op zich te nemen. Dat deed Hij voor hen die zich in het geloof aan Hem overgeven. We stellen nu wéér de vraag: Straft God de zonde? En het antwoord is opnieuw: Ja, wel degelijk, maar met dit verschil dat Hij de straf op Christus legt en de zondaar vrijspreekt.
En nu even terug naar die sites: de ene site zegt dat God straft en de andere weer niet. Dat is verwarrend. Maar de volle Bijbelse boodschap is als volgt samen te vatten: Straft God de zonde? Dan zeggen we: Ja EN nee. JA, als je Hem niet dient en NEE als je de Heere Jezus als je Middelaar kent. En bij Hem is vergeving voor ALLE zonden. Ook de zonden van een moordenaar. Kijk maar naar de geschiedenis van de kruisiging. Het was de moordenaar die genade kreeg.
Tenslotte kom je bij de straf “voor de gelovigen.” Logisch gezien kun je zeggen: als God je straft, ben je een gelovige. Maar dat is te massief gedacht. De Bijbel leert ons een andere weg. Ik kijk naar het leven van een gelovige. Dat is geen volmaakt mens, Ook een gelovige doet dikwijls heel verkeerde dingen. Dat kun je bijvoorbeeld lezen in Romeinen 7, waar Paulus zegt dat hij altijd weer zonde doet. En ja, dan is het wel eens nodig om Gods straffende hand te ervaren.
Maar die gelovige zegt dan niet: God straft mij, dus ben ik een gelovige. Nee, hij heeft verdriet over zijn zonde en belijdt deze aan God Die hem dat kwade vergeeft. Hoe weet een gelovige dat Hij deelt in Gods genade? Niet door een bepaalde redenering, maar door zijn zondige bestaan in de handen van Christus te geven. En dan leest hij in de Bijbel dat God om Christus’ wil die zonde vergeeft. Die belofte geeft houvast. Ik hoop dat je zó de Bijbel zult lezen. Ik heb de indruk dat je bepaalde dingen logisch aan elkaar wilt verbinden. En uiteindelijk blijft dat een onoplosbare puzzel.
Je mag de Heere bidden om Zijn genade die Hij geven wil dankzij het werk van Christus. En zeker: daar hoort een heilig leven bij, een strijden tegen de zonde. Leven uit de vergeving maakt nooit gemakzuchtig.
Laat ik dit maar onderstrepen met de woorden van Paulus: “Dit is een getrouw woord en aller aanneming waard: dat Jezus Christus in de wereld gekomen is, om de zondaren zalig te maken, van wie ik de grootste (ergste) ben.”
Ds. W. Arkeraats
Dit artikel is beantwoord door
Ds. W. Arkeraats
- Geboortedatum:09-08-1946
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Hardinxveld Giessendam
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Wat is berouw? Weten dat je fout zat, uit dankbaarheid je leven anders proberen in te richten en zoeken naar Zijn wil.
Wat betreft het straffen door God. God is niet onrechtvaardig dat Hij de zonden tweemaal straft. Degenen die niet naar het vlees wandelen maar naar de Geest zijn vrijgemaakt van de wet van de zonde en van de dood, omdat Jezus de straf voor hen gedragen heeft (Rom. 8: 1-2). Alle ellenden die hen in dit leven overkomt heeft tot doel dat zij toenemen in heiligmaking (Heb. 12: 10). Het gebeurt nog wel eens dat ze geslagen worden met eenzelfde gesel waarmee men de ander sloeg. Jakob werd bedrogen door Laban. Dit herinnerde hem aan zijn zonde, het bedriegen van zijn vader. Paulus moest veel lijden voor de naam van Jezus, daar hij veel vijandige dingen tegen de naam van Jezus gedaan heeft.
En als men naar het vlees wandelt, dan zijn alle ellenden die hen overkomt een oproep tot bekering en een voorproef van wat ze te wachten staat indien ze naar het vlees blijven wandelen. Want ze zijn nog steeds gebonden onder de wet van de zonde en de dood.
Dat is de manier zoals mensen het zouden doen.
God is de gans andere, Hij ziet geen zonde meer in Zijn Jacob.
Dat is wat wij niet begrijpen, Zijn gedachten zijn hoger dan onze gedachten.
Jesaja 53
5 Maar Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld; de straf, die ons den vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is ons genezing geworden.
Petrus werd ook opgesloten en vermoord, hij had de christenen niet vervolgd.
Juist daarom is zondigen zo erg. Hij heeft ervoor moeten lijden, Hij heeft gekropen over de grond. Wij worden niet meer gestraft.
Jesaja 38
17 Zie, in vrede is mij de bitterheid bitter geweest; maar Gij hebt mijn ziel liefelijk omhelsd, dat zij in de groeve der vertering niet kwame; want Gij hebt al mijn zonden achter Uw rug geworpen.
Maar God kastijdt wel, namelijk tot hun nut. En welke methode gebruikt God vaak? Hij kastijdt doorgaans naar de aard van hun hoofdzonde. Daar staan veel voorbeelden van in de Bijbel. Ik heb Paulus en Jakob al genoemd. God handelde ook zo met Zijn volk Israël. Als ze de afgoden dienden van de heidenen rondom hen, gaf Hij ze over in hun handen (Deut. 4:25-28). Het was ook Davids ervaring. Hij had Uria laten doden door het zwaard en zijn vrouw genomen en het zwaard zou van zijn huis niet wijken (2 Sam.12:9-10). Het was de ervaring van de broers van Jozef toen zij erkenden dat de benauwdheid die hen overkwam het gevolg was van hun handelen met Jozef die zij in zielsbenauwdheid hadden gebracht (Gen. 42: 21). Het was ook Petrus’ ervaring. Hij liep waar hij wilde, hij gordde zichzelf, maar toen hij oud was geworden gordde een ander hem en bracht hem waar hij NIET heen wilde ( Joh.21:18). Nogmaals God handelt zo, niet uit wraak maar altijd met het uiteindelijke doel: de verheerlijking van Zijn Naam.
In het oude testament, onder het oude verbond zag je dit wel, de Heere zei: doe dat en gij zult leven, daar werden offers ter verzoening.als het volk zondigde kwam er straf.
In het nieuwe testament is het verzoening door voldoening.
Het is opmerkelijk dat Petrus zich verheugde dat hij mocht lijden voor zijn Heere.
Denk maar aan de corrigerende tik die wij onze kinderen geven. Dat doen we niet uit haat, maar juist uit liefde.
Er staat in het Grieks een woord wat lijkt naar pedagogiek.
De ene keer wordt het met onderwijzen vertaald, de andere keer met kastijden of tuchtigen, of onderwijzen zoals in Handelingen 22
3 Ik ben een Joods man, en te Tarsen in Cilícië geboren, opgevoed in deze stad, aan de voeten van Gamáliël onderwezen naar de bescheidenste wijze der vaderlijke wet, zijnde een ijveraar Gods, gelijkerwijs gij allen heden zijt;
Opvoeden gaat met belonen en straffen, echter om terug te brengen op de goede weg. Zoals CrA het stelde zou een gelovige gestraft worden voor een vergeven zonde, de voorbeelden van Paulus en Petrus zijn daarom onjuist.
In het oude testament, bij bijvoorbeeld David,
Zie je dit wel terug, onder het oude verbond zei de Heere: doe dat en gij zult leven, het zal u welgaan.
Dat je de gevolgen van de zonde draagt is niet te vermijden, toch komt zowel ziekte als gezondheid uit Zijn Vaderlijke hand.
Misschien bedoelen we het zelfde...
CrA bedoelt (en dat zegt hij ook) dat het vergeldende karakter uit deze straf weg is. Dat klopt, want de zonden van Gods kinderen zijn vergeven. Daarom zegt CrA terecht: "Hij kastijdt doorgaans naar de aard van hun hoofdzonde." David werd zwaar gestraft voor zijn overspel met Batséba. Het eerste kind van beiden moest daarom sterven. De gevolgen voor het gezin waren nog vele malen groter (moord, doodslag, incest).
Matthew Henry zegt over kastijding in Hebr. 12 het volgende:
A. Zij moeten de kastijding des Heeren niet klein achten, zij moeten het niet licht opnemen met de droefenissen en er niet ongevoelig of onverschillig onder zijn, want zij zijn de hand en de roede Gods, waarmee Hij de zonden bezoekt. Zij, die licht over de droefenissen denken, doen dat ook
over God en over de zonden.
B. Zij moeten niet bezwijken als zij van Hem bestraft worden, zij moeten onder de beproevingen niet wanhopen en verzinken, er niet onder morren en murmureren, maar ze met geduld en lijdzaamheid doorstaan.
C. Wanneer zij in een van deze beide uitersten vervallen, is dat een teken dat zij den raad en de vermaning van hun hemelsen Vader vergeten hebben, die Hij hun in tedere en ware liefde gegeven heeft.
Paulus kreeg vanwege zijn op de loer liggende hoogmoed (blijkbaar was hij dat oude zuurdesem van voor zijn bekering nog niet kwijt) een doorn in het vlees (2 Kor. 12:7). Maar ook moest hij "veel lijden", mede veroorzaakt door het vervolgen van de gemeente (Hand. 9:16, waarover Matthew Henry verklaart: "Ik zal hem tonen, hoeveel hij lijden moet om Mijn naam. Hij,
die een vervolger is geweest, zal zelf vervolgd worden").
Helaas hebben veel kinderen van God een kruis/doorn in het vlees/bestraffing nodig, omdat ze snel afdwalen en het zicht op Christus verliezen. Zie ook Spreuken 3:11-12.
Ik begrijp je uiteenzetting, maar geloof niet dat vergeven zonden gestraft worden, dat het lijden om Zijn Naam een straf op hun zonden is, je ziet toch duidelijk dat het is om iemand op de rechte weg te houden?
Dus de doorn is het vlees is geen straf op de zonden, maar een middel om Paulus op de goede weg te houden, om niet op eigen kracht te vertrouwen, "Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht"
Als Petrus moet lijden voor Zijn Naam is hij blij. Handelingen 5
41 Zij dan gingen heen van het aangezicht des raads, verblijd zijnde, dat zij waren waardig geacht geweest, om Zijns Naams wil smaadheid te lijden.
Daar kan je toch geen straf van maken?
Een vader die zijn kind liefheeft, zal hem straffen om hem op de recht weg terug te brengen, maar een kind dat weer op de rechte weg loopt zal geen straf 'meer' krijgen.
Een kind wat snel afdaalt, zal maatregelen ervaren, zie bijvoorbeeld: Hosea 2
5 Daarom, ziet, Ik zal uw weg met doornen betuinen, en Ik zal een heiningmuur maken, dat zij haar paden niet zal vinden.
De straf die ons vergeven is, is vergeven omdat het op de Heere Jezus gelegd is.
Daarnaast, als ik zie dat veel van Gods kinderen in duisternis verkeren en niet tot hun levensdoel (God loven en prijzen) komen omdat ze onder de maat leven (wettisch), dan lijkt me dat wel degelijk een straf.
Zie ook:
https://www.refoweb.nl/vragenrubriek/18155/straf-van-god/
Volgens mij zeg ik hetzelfde als in de link die je doorgaf, ik denk dat we hetzelfde bedoelen kastijding, als middel tot opvoeding, is iets anders dan de straf die bijvoorbeeld David kreeg na de volkstelling, onder het Oude Verbond, dat is ook zo met de Psalmen, in het Nieuwe Testament zie je wel de kastijding als opvoeding, naar niet een straf op iets wat vergeven is.
Nogmaals Johannes 21
18 Voorwaar, voorwaar, zeg Ik u: Toen gij jonger waart, gorddet gij uzelven, en wandeldet, alwaar gij wildet; maar wanneer gij zult oud geworden zijn, zo zult gij uw handen uitstrekken, en een ander zal u gorden, en brengen, waar gij niet wilt. 19 En dit zeide Hij, betekenende, met hoedanigen dood hij God verheerlijken zou. En dit gesproken hebbende, zeide Hij tot hem: Volg Mij.
Dit noemde CrA terecht geen wraak, daarom kan ik er geen straf van maken ook van Paulus gevangenschap niet.
Wij hebben allen gezondigd en straf verdiend, maar die straf kan op Hem, als mij iets overkomt is dat dan omdat ik iets slechts gedaan heb? Krijg je dan niet, wie heeft er gezondigd zijn ouders of hij?
Nou als ik kreeg wat ikverdiende was ik er allang niet meer, naar de straf die mij de vrede aanbrengt was op Hem.
Dus wel gebeurtenissen om iets te leren of af te leren, maar geen straf.
Daarom is het wonder groter en groter alles door Hem.
Daarom zijn zonden zo erg, ze zijn duur betaald.
Misschien kunnen we hier hier bij laten.
Shalom
Beide spotten ze met Hem. Hij moet daar niet blijven hangen. Nee, als Hij anderen geholpen heeft en echt Gods Zoon is…dan moet Hij er af komen en hen ook verlossen van hun kruis.
Maar Hij bleef….
Totdat de Vader aan de éne openbaart Wie het is Die daar naast hem hangt. En dat het rechtvaardig is dat hij daar zelf hangt. Vervloekt en daarom aan het hout. Nu kan hij er niet meer tegen als zijn medemoordenaar spot. Maar als de Heere aan Hem denkt is hij al in het paradijs terwijl hij nog aan het kruis hangt. Met Hem.
Psalmen 75:8 / STV
8 (75–9) Want in des HEEREN hand is een beker,¹⁹ en de wijn is beroerd,²⁰ vol van mengeling,²¹ en Hij schenkt²² daaruit; doch alle goddelozen der aarde zullen zijn²³ droesemen²⁴ uitzuigende²⁵ drinken.
Het kruis bleef voor beide. Tot de dood. Maar voor de ene wordt het omgebogen tot nut. Vlees sterft. Om niet naar het vlees te wandelen maar door de Geest.
@samanthi en @Omega
Dit hoort er ook bij:
Hebreeën 5:8 / STV
8 Hoewel Hij de Zoon was, nochtans gehoorzaamheid geleerd heeft,¹⁹ uit hetgeen Hij heeft geleden.
Romeinen 8:17 / STV
17 En indien wij kinderen zijn, zo zijn wij ook erfgenamen, erfgenamen van God,⁵⁰ en medeërfgenamen van Christus;⁵¹ zo wij anders met Hem lijden,⁵² opdat wij ook met Hem verheerlijkt worden.⁵³
Hebreeën 12:6 / STV
6 Want dien de Heere liefheeft, kastijdt Hij, en Hij geselt een iegelijken zoon, die Hij aanneemt.²³
Geselen…maar met een vreedzame vrucht der gerechtigheid. Om deel te krijgen aan Zijn heiligheid.
Verder weet ik het ook niet.
Die aan de rechterzijde zag dat Hij Zijn mond niet open deed. Hij protesteerde niet. Hij had niet niets onbehoorlijks gedaan. Dat was zijn spiegel.