Bang om anderen het evangelie aan te prijzen
Ds. A. Simons | 1 reactie | 28-09-2021| 10:50
Vraag
Geloof ik wel echt? Ik heb een levende relatie gehad met God, gevoeld, geproefd, vertrouwd, dat God goed is. Maar als ik echt zou geloven dat God realiteit is, in het hier en nu, dan zou ik daar toch voor moeten staan? Ik bedoel: ik ben zo bang/terughoudend om anderen het evangelie aan te prijzen. Ik ben een allemansvriend en wil een ander niet kwetsen/verwarren met de evangelieboodschap. Ik heb het verlangen om anderen op Christus te wijzen, maar het verlangen om anderen te vriend te houden en in hun waarde te laten is veel groter.
Dus denk ik: als ik echt 100 procent overtuigd was van die realiteit, zou ik de schaamte/schande toch voor lief nemen en gewoon vertellen waarvan ik overtuigd ben? Ik ben nog geneigd God de schuld te geven dat Hij mij niet genoeg heeft verzekerd/aangeraakt/overtuigd en vrijgemaakt heeft van mensenvrees. Erg hé? Maar zo zit het wel momenteel.
Antwoord
Beste briefschrijver, ik val maar met de deur in huis. Als Petrus zijn Meester heeft verloochend gaat hij naar buiten en hij snikt het uit. Een paar dagen later vraagt Jezus: “Petrus heb je mij liever dan al die anderen?” Hij vraagt niet was je geloof wel echt, maar hou je van me Petrus? Heb je mij lief? Ik zou het ook aan jou willen vragen: heb je de Heere Jezus hartelijk lief? Lees het maar na in Johannes 21.
In de tweede plaats twijfel je of je wel vruchten hebt. Ik moet je zeggen dat je in deze positie niet zo moet wroeten in jezelf, want je vindt in je vlees alleen maar de dood. Het ongeloof en klein geloof zoekt naar vruchten, maar vindt ze niet. In het vlees heb je ook geen vruchten, alleen in Christus door het geloof. Of anders gezegd: het ongeloof en kleingeloof ziet ze niet en richt zich op het vlees en niet op Christus. Het geloof ziet het wel, maar dan zit je geestelijk in een heel andere context.
In de derde plaats schrijf je dat je zoveel last hebt van mensen en dat je iedereen tot vriend wil houden. Ook dat is geen teken dat het werk van God niet waar is. Wat wel waar is: dat je moet ‘sterven’ aan jezelf. Gekruisigd worden met Christus. Eenmaal, maar ook dagelijks (Rom. 6:4-6). Of anders gezegd: we moeten gesnoeid worden in het Koninkrijk van God (Joh. 15). Dode en vleselijk takken moeten gesnoeid worden. Ismael moet weggestuurd worden, want Ismael kan niet erven met Izak. Stuur hem weg, zegt God (Gal. 4). Vlees en bloed kan het koninkrijk van God niet beërven.
Je belijdt ten laatste dat je God geneigd ben uit te dagen. Je eindigt met: “Erg he?” Geen vraag, dat weet je ook wel. Het is vleselijkheid en hoogmoed als dit je bezet houdt. Zoek je heling en genezing aan de voet van het Kruis. Het bloed van Jezus Christus reinigt niet alleen, maar vernieuwt ook (1 Joh. 1:7).
Een hartelijke groet
Ds. A. Simons, Valburg
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A. Simons
- Geboortedatum:07-05-1958
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Valburg-Homoet
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook: