Zus en vriend betrapt
Ds. A. de Lange | Geen reacties | 04-02-2006| 00:00
Vraag
Mijn zus gaat binnenkort trouwen. Nu wil ze ook in de kerk trouwen. Ik heb haar en haar vriend een keer samen in bed betrapt. Ze hebben dus vooruitgegrepen op het huwelijk. Ik heb gezegd dat ik het schijnheilig vind, vrijen voor het huwelijk en in de kerk trouwen. Mijn ouders weten dit niet, want ik heb niks gezegd. Wat moet ik doen? Ik weet dat de dominee in de kerk vraagt of er iemand een bezwaar heeft tegen de kerkelijke bevestiging van het huwelijk... Moet ik bezwaar aantekenen?
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Je legt een hele kwestie op tafel, waarin een heel aantal vragen spelen.
1. De eerste vraag is volgens mij: mag een stel “in de kerk trouwen” als ze daarvoor al geslachtsgemeenschap met elkaar gehad hebben? Mijn antwoord zou zijn, dat het alleen onder een bepaalde voorwaarde mag en kan. Wat is die voorwaarde? Dat ze inzien dat ze er zonde mee gedaan hebben en dat ze er voor God mee in de schuld gekomen zijn en Hem om vergeving gevraagd hebben. Erkennen ze hun zonde niet, dan kan die zijn schadelijke gevolgen blijven houden. In hun huwelijksleven met elkaar. Geslachtsgemeenschap gehad te hebben voor het huwelijk en dat normaal blijven vinden verlaagt de mogelijkheid om elkaar afgezien van de lichamelijke relatie onvoorwaardelijk lief te hebben. Verder zal de zonde een blokkade vormen in hun verhouding naar God toe. David vertelt in psalm 32 hoe donker het in zijn leven was, in de tijd dat hij zijn zonde met Bathseba niet als zonde wilde zien en voor God beleed. God is tegen de zonde en als wij aan onze zonde vasthouden, door onszelf daarin te vergoeilijken en Gods normen te verachten, dan is Hij ook tegen ons. Dan mogen wij niet Gods zegen verwachten, maar we moeten Zijn vloek verwachten. Dan kun je wel in de kerk trouwen, en de dominee, die van niets weet, kan de zegen wel uitspreken, maar we mogen niet verwachten dat God ook echt Zijn zegen aan dit bruidspaar geeft.
2. De tweede vraag is: heb jij wat te maken met de zonde van je zus en haar vriend? Sommige mensen zouden zeggen: natuurlijk niet, dat is hun zaak, daar moet je je niet mee bemoeien. Ik ben blij dat jij aanvoelt dat het zo niet is. Bijbels gezien zijn wij verantwoordelijk voor elkaar. Ook om elkaar op de zonden te wijzen, en om elkaar van een zondig spoor terug proberen te brengen, zodat we in de juiste verhouding tot God kunnen komen te staan. Dat wil helemaal niet zeggen dat wij beter zijn dan degene die wij zien zondigen. Wij hebben allemaal veel te veel zonden. Soms op wat ander gebied, maar ze zijn er genoeg. Jij loopt misschien wel het gevaar dat je je zus en haar vriend een hak zou willen zetten, en haar betaald zou willen zetten voor dingen die ze jou misschien ooit heeft aangedaan. Zulke dingen zijn ook zonde, en voor God telt de ene zonde niet minder dan de andere. Maar ook al hebben wij zelf onze zonden, we hebben wel de opdracht om in nederigheid, in liefde, en met verlangen naar Gods zegen voor een ander, net zo goed als voor onszelf, een ander te helpen. Die zit soms in het warnet van de zonde en heeft juist iemand anders nodig, om hem daar uit te halen.
3. De derde vraag is: Moet je nu naar de dominee of de kerkenraad, nu ze in de kerk willen trouwen? Misschien wel. Maar ik moet je eerlijk zeggen, dat je daar als je Mattheüs 18 wilt gehoorzamen niet heen mag, als je ze niet eerst zelf onder vier ogen erover aangesproken hebt. Ik krijg de indruk dat je al met je zus gesproken hebt, maar ik weet niet of dat wel op de goede manier gebeurd is. Het lijkt me wenselijk en nodig, dat je nog een keer met haar spreekt. En dan moet het niet gaan over een beschuldiging van schijnheiligheid, maar dan moet je haar erop wijzen dat hun vooruitgrijpen op het huwelijk echt niet kan voor God, en dat het zonde is. Hopelijk mogen je zus en haar vriend dit keer een andere houding aannemen en erkennen dat het verkeerd was wat ze deden. Hopelijk mag je iets tegenkomen van een bedroefdheid, een verslagenheid, dat ze tegen Gods bedoelingen zijn ingegaan. Dan kunnen ze ernaar zoeken dat het met God op orde komt. In de weg van schuldbelijdenis en schuldvergeving (“maar ik beleed na ernstig overleg mijn boze daan - Gij naamt die gunstig weg.” Ps. 32). Als dat zo mag zijn, mag je het verder laten rusten. Blijf wel voor je zus en haar vriend bidden. Maar dat doe je evengoed toch al, of niet?
Maar stel nu, dat je zus je uitlacht. Of gewoon kwaad op je is, omdat je dit aan de orde stelt. Dan moet je er met iemand anders over praten van wie je vertrouwt dat die op een goede manier met je zus en haar vriend zouden kunnen spreken. Misschien zijn dat je ouders, of een oom of tante. Misschien ook een ouderling, of de predikant. Vraag ze of ze erbij willen zijn als jij met je zus (en haar vriend) wilt spreken. Zou dat nog niets uitwerken, dan heb je Bijbels gezien de verantwoordelijkheid om het officieel te melden als bezwaar bij de kerkenraad tegen kerkelijke huwelijksbevestiging. Nogmaals, ik hoop niet dat het zover hoeft te komen. Je mag er zelfs een stukje vertrouwen in hebben, dat het niet zal hoeven, als je de geordende weg hierin gaat.
Ik wens je veel sterkte, veel liefde tot God en je zus en haar vriend, veel zelfkennis en nederigheid toe. Niet alleen zij kunnen hiervan van leren, maar jij ook!
Vriendelijke groeten,
ds. A. de Lange, Oldebroek
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A. de Lange
- Geboortedatum:06-03-1960
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Nieuw-Lekkerland
- Status:Actief