Geloof lijkt kracht te hebben verloren
Ds. W. Arkeraats | 3 reacties | 14-09-2021| 12:51
Vraag
Al een tijdje loop ik met twijfels en onzekerheid. Het geloof lijkt zijn kracht te hebben verloren. De afgelopen jaren ben ik veel op zoek geweest naar de kern van het christelijke geloof. Daarbij heb ik veel gelezen en rondgekeken om me niet te laten leiden door tradities. Dit bracht me steeds dichter bij God en gaf me een steeds beter beeld van God en wat God nu precies vraagt. Dat we als zondaar tot Jezus moeten vluchten om alles alleen maar van Hem te verwachten, omdat Hij de Weg, de Waarheid en het Leven is. En Jezus belooft dat al wie tot Hem komt, Hij geenszins zal uitwerpen. En zo nog vele beloften die getuigen van Gods liefde voor zondaren die tot Hem de toevlucht nemen. De Christus die gekomen is om zondaren zalig te maken. Het is wonderlijk dat God voor zulke mensen die alles verzondigd hebben en blijven zondigen, toch wil zeggen: “Al je zonden zijn je vergeven.”
Dagelijks werd ik gevoed tijdens het lezen van de Bijbel of andere lectuur. Psalmen zong ik vanuit mijn hart. Veel was ik er mee bezig en het gaf vreugde en veel verwondering. Ik mocht getuigen dat Jezus ook mijn Borg en Middelaar was. Meerdere keren mocht ik aan het avondmaal deelnemen, omdat Hij alles was wat ik wilde en blijven zitten voelde als het verloochenen van Jezus, alsof ik Jezus dan niet nodig zou hebben. Dat was steeds weer een extra teken en zegel van de waarheid van Gods beloften. Het liefst had ik het aan iedereen willen vertellen omdat ik er zo vol van was, ik gunde het iedereen om me heen zo om ook te leren van de Christus.
Nu is het de afgelopen maanden veranderd. De preken spreken me minder aan, het kost moeite om de Bijbel of andere lectuur te lezen en zelden word ik er nog door aangesproken. Psalmen kan ik niet meer zo uit volle borst meezingen. Het evangelie waarin Gods liefde klinkt voor mensen die de wet onmogelijk kunnen houden blijft verwonderlijk. Toch ervaar ik het nu niet meer zo. Als ik weer wat lees denk ik eerder: dat weet ik al. Ook mijn stille tijd lijdt er onder. Ik verwacht er minder van en sla het dan snel over of raffel het af. In de kerk hoop ik steeds weer dat God zal bevestigen wat Hij eerder gezegd of gedaan heeft, maar ook dan valt dan vaak weer tegen. Als het dan toch weer klinkt dat als we het allemaal niet meer weten, dat we ons leven in Zijn handen mogen leggen, dan lukt dat niet. Ik heb het gevoel dat ik alle beloften nog weet en kan uitleggen hoe alles in elkaar zit en werkt, maar het gevoel lijkt weg, het vuur wat brandde lijkt gedoofd.
Ik weet niet waardoor het veranderd is of wat er tussen mij en God in is komen te staan. Het voelt stil, ik voel me alleen en het maakt me verdrietig. Zonder het dagelijks wandelen met God, voelt het leven waardeloos. Ik verlang er zo naar weer dagelijks gevoed te worden en me steeds weer te verwonderen en weer meer bij te leren van het onbegrijpelijke van het evangelie, van wie de Christus wil zijn voor zondaren. Dat ik mag leven in geloof, hoop en liefde.
Antwoord
Beste vriend of vriendin,
Met veel belangstelling heb ik je uitgebreide vraag gelezen en overdacht. Graag wil ik proberen bepaalde lijnen te trekken, in de hoop dat je daarmee wat verder kan komen.
Je beschrijft hoe je intens met de Heere en Zijn Woord leefde, maar óók, hoe ver dit alles nu van je af staat. Laten we maar beginnen met de dankbaarheid dat je zo veel vreugde en zegen uit het Woord van de Heere ontving. Dat kan niemand je meer afnemen. Misschien heb je (onbewust) wel eens gedacht dat dit nooit meer voorbij kon gaan. Maar intussen is dat toch wel gebeurd.
Toen ik las wat je schreef, kwamen er enkele namen uit de Bijbel in mijn gedachten. Ik dacht aan Jacob. Die had veel van de Heere gekregen: een ontmoeting in Beth-El, waar de Heere persoonlijk met Hem sprak ondanks Zijn zondige daden. Toen leefde Jacob in diepe verwondering. Dat sprak hij ook uit. Maar hoe ging het daarna? Jacob had toen zoveel te stellen met zijn bedrieglijke schoonvader en de ruzies in zijn gezin, dat hij aan het leven met de Heere niet meer toekwam. We lezen niets van een ontmoeting met de Heere. Pas in Pniel kwam het weer goed.
Verder dacht ik ook aan David. Hij was nog heel jong toen hij door Samuel gezalfd werd en hij zal met vreugde gezongen hebben: “De Heere is mijn Herder.” Maar hoe ging het daarna? Angst, bedrog, dorpen uitmoorden. Zal David toen dicht bij de Heere geleefd hebben? Pas in Ziklag komt hij tot zichzelf. Heel duidelijk brengt David dat ook onder woorden in Psalm 30. Lees die Psalm maar eens.
Zie je dat er perioden kunnen zijn dat de zegen ‘van vroeger’ niet gevoeld wordt? Natuurlijk hoeft dat niet veroorzaakt te worden door grote zonden. Evenmin hoeven we niet altijd op onze plaats gebracht te worden door heel aangrijpende gebeurtenissen in ons leven. Het kan ook ‘zo maar’ verflauwen.
Ik noem deze voorbeelden, om te laten zien, dat in de Bijbel ook voorbeelden zijn van mensen, die het zicht op de Heere verloren.
Er is nog een tweede punt. Uit je beschrijving proef ik dat je soms heel erg op je gevoel leeft en ook graag de kern van het belijden zoekt. Dat maak ik op uit je zoektocht hiernaar. Op je gevoel leven is enerzijds een voorrecht. Je kunt dan de dingen van het geloof diep beleven. Maar de keerzijde is dat je de moed verliest als je het ‘niet meer voelt’. En dan komt de kracht van het geloof aan de orde dat zich aan het Woord van God en Zijn belofte vastklemt, ook wanneer de gevoelige ervaring er niet is. Natuurlijk sluiten geloof en gevoel elkaar nooit uit, maar we moeten ze wel in hun goede verbanden zien. Dat is lang niet altijd gemakkelijk.
Ik hoop, dat het bovenstaande tot bemoediging mag zijn, zodat we tegen elkaar kunnen zeggen: Blijf op de Heere hopen!
Toch is er ook een andere kant die ik niet onbelicht wil laten. Wat je de laatste tijd ervaart heeft ook invloed op de manier waarop je omgaat met Schriftlezing, gebed en kerkdienst. “Je raffelt het wat af”, zoals je zelf schrijft. Maar wéét je: daarmee kom je in een vicieuze cirkel terecht. En daarom bind ik je op het hart: wees gedisciplineerd. Besteed nu evenveel aandacht aan wat de Heere geeft als in de tijd toen je er vreugde in had. Vergelijk het maar met iemand die ziek is: zo iemand, moet goed eten, ook al smaakt het lang zo goed niet als in zijn gezonde tijd. Maar daarmee wordt de genezing wél bevorderd. Dat betekent niet dat je zelf kunt opwekken wat je kwijt bent. Daarvan zijn we afhankelijk van de werking van Gods Geest. Maar we mogen wel een gezegende en gezonde discipline opbrengen. Dat wil de Heere zegenen.
Ik wens je van harte Gods zegen toe en hoop dat je weer vreugde zult vinden in de dienst van de Heere.
Ds. W. Arkeraats
Dit artikel is beantwoord door
Ds. W. Arkeraats
- Geboortedatum:09-08-1946
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Hardinxveld Giessendam
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Dankjewel voor het insturen van je vraag; het had de mijne kunnen zijn, zo herkenbaar. Laten we het antwoord ter harte nemen! We moeten heel dicht bij Hem blijven. Mijn valkuil is de stille tijd... en dan kan ik er op wachten... Gods zegen!
Verwerp mij van Uw aangezicht toch niet.
Ai laat van mij Uw heiligen Geest niet scheiden. Die kan alleen op het rechte spoor mij leiden. Bestier mijn gang daar Gij mijn zwakheid ziet. Geef mijn gemoed wat nu angstvallig vreest, de blijdschap weer, doe op Uw heil mij hopen. Laat Mij gesterkt door enen edelen geest, volvaardig het pad van Uw geboden lopen!