Levenspartner naar Gods wil
M.M. van Winkelen | Geen reacties | 09-09-2021| 11:56
Vraag
Aan een ambtsdrager van de Gereformeerde Gemeenten. Ik ken al langere tijd een meisje, van wie ik ben gaan houden. Ik weet niet of het wederzijds is. Maar belangrijker: ik weet ook niet of het Gods wil is. Hoe kun je dat weten en hoe wil God daarin tot je spreken? Mag je ook vragen of de HEERE daarover uit Zijn Woord wil spreken? Kunt u daar iets over zeggen?
Antwoord
Beste vragensteller,
Het zijn persoonlijke vragen die je stelt. Je voelt je aangetrokken tot een meisje, je vraagt je af of dat wederzijds is, maar je zit ook met de vraag of het naar Gods wil is als je een relatie met dit meisje zoekt. Goed dat je met deze vragen bezig bent. Ik denk graag met je mee.
Allereerst is het goed om je de vraag te stellen welke praktische aanwijzingen de Bijbel geeft als het gaat over de keuze van een (toekomstige) levenspartner. Het gaat dan niet alleen om de vraag of er oprechte, wederzijdse liefde is en er geen bijzaken leidend zijn (bijvoorbeeld geld, uiterlijk). Een belangrijke vraag is ook hoe de ander in het leven staat. Hoe denkt zij over de Bijbel, over God? Hoe staat zij tegenover de dingen van Gods Koninkrijk, zoals bekering en geloof? Ervaar je in deze dingen verbinding? Kun je over deze zaken goed met elkaar van gedachte wisselen? Jozua liet het volk Israël in zijn hart kijken toen hij tegen hen zei: “Aangaande mij en mijn huis; wij zullen de HEERE dienen” (Jozua 24:15). Zou dit niet een heel voorname zaak zijn als het gaat om de vraag met wie je straks je leven gaat delen? Stel je de vraag of je met die ander samen werkelijk God kunt dienen; of dat de ander dat dienen van de Heere juist in de weg staat, ook als je straks mogelijk een gezin mag vormen. Dat is iets om zuinig op te zijn, als je bij elkaar iets van die hartelijke gezindheid van Jozua mag opmerken (wij zullen de HEERE dienen), met hoeveel gebrek dan ook omgeven.
Hiernaast zou ik je de weg van het gebed willen wijzen. Denk aan wat we lezen in Spreuken 3: “Ken Hem in al uw wegen en Hij zal uw paden recht maken” (vers 6). Leg je vragen en gedachten over de ander in het gebed voor de Heere neer (dat doe je wellicht al, maar houdt daarin aan). Je mag de Heere eerbiedig in het gebed vragen of Hij wil bevestigen waar Zijn zegen en goedkeuring op rust; maar ook of Hij je ook wil tegenhouden als je een weg op gaat die niet goed is en waar Zijn goedkeuring niet op rust. Dat is niet een gemakkelijk gebed, want dan bid je in een bepaalde zin ‘tegen je zelf in’. Als het niet tot een relatie komt, of als die relatie al in de knop breekt, dan is dat iets moeilijks. Maar de Heere weet wat goed voor je is. Leg je vinger er maar bij: “Hij zal uw paden recht maken.” Dat zegt de Heere niet tegen mensen die van zichzelf zo netjes in Gods wegen wandelen, maar tegen mensen die zo gemakkelijk van Gods weg afdwalen. Wees verlegen om die leiding die de Heere hier zo genadig aan verlegen bidders belooft, dat is een genade die we hoog mogen waarderen, en je bent er echt goed mee als God zo je levensweg in Zijn gunst leidt.
Ten derde zou ik zeggen: wees opmerkzaam op Gods voorzienige leiding in je leven, ook als het gaat om het meisje waar je je nu op richt. Dan kan het zijn dat er straks een relatie mag opbloeien, maar het ook zijn dat het anders gaat als dat je hoopt. Het huwelijksformulier zegt dat de Heere “nog heden ten dage een iegelijk zijn huisvrouw als met Zijn hand toebrengt.” Dat is dus niet alleen iets uit de tijd van de Bijbel, maar dat doet God ook vandaag nog. Als het gaat om Gods leiding moet je niet uitzien naar allerlei opzienbarende dingen. De leiding van de Heere zit vaak in kleine dingen die een ander wellicht wegzet als ‘toevalligheden’. Het is genade als we iets van die leiding van de Heere mogen opmerken; dat maakt je niet groot, maar juist klein.
Tenslotte stel je de vraag of je de HEERE mag vragen of Hij hierover uit Zijn Woord tot je wil spreken. Je mag de HEERE zeker bidden om licht en leiding, om antwoord in deze dingen. Je mag zelfs naar dat antwoord uitzien. Ik denk aan Psalm [berijmd] 85 : “Merk op mijn ziel wat antwoord God u geeft.” Maar het is wel belangrijk dat je het aan God overlaat hoe en wanneer Hij je duidelijkheid geeft; bindt Hem niet aan hoe jij denkt dat dit moet gaan. Het kan zijn dat een woord uit de Bijbel je duidelijk richting wijst en je hart raakt, bijvoorbeeld tijdens het Bijbellezen, of tijdens het luisteren naar een preek. Maar het kan ook zijn dat geleidelijk aan je dingen duidelijk worden vanuit de Bijbel. Het kan ook zijn dat je (zoals hierboven gezegd) Gods voorzienige leiding mag opmerken en dat je merkt dat voornemens bevestigd worden, of juist niet. Dat kan ook een antwoord van de Heere zijn.
Ik zou je graag willen meegeven dat je je niet moet richten op het ervaren van iets uitzonderlijks, door bijvoorbeeld een bepaald teken van God te vragen dat je duidelijkheid geeft. Het is waar; Gideon deed dat en de Heere gaf dat teken ook op het gebed; zelfs meermaals. Maar Gideon leefde wel in een andere tijd dan wij. Hij had niet de Bijbel zoals wij die hebben. Wij moeten in de eerste plaats Gods wil uit Gods Woord zoeken af te leiden en er verlegen om zijn of Hij ons door Woord en Geest leidt. Als je voor Gods aangezicht duidelijkheid in je hart mag hebben over de vraag of het zoeken van een relatie met dit meisje in overeenstemming is met Gods geopenbaarde wil, dan is dat naar mijn mening genoeg om biddend volgende stappen te zetten. Nogmaals: Ken Hem in al uw wegen en Hij zal uw paden recht maken.
M. M. van Winkelen
Dit artikel is beantwoord door
M.M. van Winkelen
- Geboortedatum:18-07-1981
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Den Haag
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Ouderling in Gereformeerde Gemeenten.
Bekijk ook: