Gevoelloos en moedeloos
Ds. A. Kot | Geen reacties | 10-08-2021| 09:37
Vraag
Ik ben een jonge vrouw en ik voel mij zo koud, hard, opstandig, boos, gevoelloos, hopeloos, moedeloos, verloren. Ik heb/had een uitzien dat mijn ogen geopend zouden worden. Wat kon ik er naar uitzien om ontdekt te worden aan mijn zonden om God geen verdriet te doen, om Zijn wil te doen en niet die van mij. Ik kon daar om smeken en roepen het voelde als een schreeuw naar boven: Heere ontdek mij.
Nu kan ik niet eens meer bidden. Ik voel niks meer, geen emoties. Het is koud en dood, ik voel me zo aangevallen van alle kanten. Ik ben zo hard dat het me niet eens meer wat doet dat ik hard ben. Zo rustig om bang van te worden. Niks weegt meer. Alles is weg. Ik weet niet hoe ik verder moet. Ik kan dit niet! Wat moet ik doen (ik weet: ik kan niks doen, het kan niet van mijn kant komen, enkel uit genade).
Sorry voor mijn wat verwarde verhaal. In mijn hoofd is het ook zo verward.
Deze vraag werd ook besproken in het programma 'Pastorie online':
Antwoord
Beste vragenstelster,
Hartelijk dank voor je openhartige vraag. Ik wil er graag drie dingen over zeggen als antwoord.
1. Ik bemerkt uit je schrijven dat je ernaar verlangde/verlangt wedergeboren, gelovig, bekeerd, een kind van God te worden. Dat is een goed verlangen. Het is een zaak die de Heere ons in Zijn Woord aanbeveelt. Want zonder deze dingen kan een mens niet zalig worden. Het is dit waartoe de Heere oproept, nodigt, lokt, vermaant, beveelt. Hij waarschuwt om door te gaan in onze eigen gekozen, verkeerde, goddeloze weg want dat wordt eeuwig omkomen.
2. Nu bemerk je echter dat het er van binnen niet goed voorstaat. Misschien is er wel een andere tijd in je leven geweest. Een tijd dat je dacht dat je begerig was naar de geestelijke dingen, hongerde en dorstte naar de gerechtigheid, verlangde om Christus te mogen kennen, uitzag naar de gemeenschap en vrede met God door het bloed van het Lam. Een tijd misschien wel dat je dacht dat Christus het goede werk al in je begonnen was... Maar nu kun je daarvan niets bemerken. Je bent er verder bij vandaan dan ooit. Je hebt nauwelijks hoop dat het nog kan veranderen. Je begrijpt Asaf wel als hij zegt: ik was een groot beest bij U! Sterker nog: je kunt nauwelijks nog verlangen bespeuren, biddelozer en dankelozer dan ooit, er verder bij vandaan dan ooit. En nu kan het niet meer naar je gevoel. Nu heb je de neiging om de hoop op te geven.
3. Weet je. Je moet één ding leren: uit u geen vrucht meer in der eeuwigheid. Een mens kan niet zalig worden met een beroep op zijn deugden, vrome gestalte, Godsvreze. Hij kan alleen maar zalig worden met een beroep op zijn ondeugden. Jezus Christus is niet gekomen om te roepen rechtvaardigen maar zondaars tot bekering, gekomen om te zoeken en zalig te maken wat verloren is. Alles wat je meer bent dan verloren ben je teveel. En er is niets wat zo moeilijk is voor een mens om te leren en toe te stemmen dan dat hij een verloren en verdoemelijke zondaar is. Maar als je dat mag leren -dat is ook genade- dan verlies je alle hoop op jezelf. Maar toch is het dan niet hopeloos. Ik zou willen zeggen dat hier juist het uitzicht ligt. Want nu mag je naar de Heere Jezus toe met lege handen, een verzondigd bestaan, zondig, schuldig, strafwaardig, onrein. Maar dit zijn je aanbevelingsbrieven voor Hem. Nu mag je pleiten op Zijn beloften, hopen op Zijn Woord, vertrouwen dat Hij zal doen wat Hij beloofd heeft, je vastklemmen aan Zijn verzoenend offer, schuilen achter het bloed. En dan zal iemand die moe is van zichzelf, belanden met zonden, het ervaren dat wie zo tot hem komt de rust der ziel bij Jezus verkrijgt. Dat zo iemand niet wordt weggezonden. Wat heb je dan? Dan heb je in jezelf niets, dan ben je in jezelf niets, dan kun je van jezelf niets. Maar in Christus heb je alles. Ben je alles. Vermag je alles door Hem die je kracht geeft. Een ware gelovige heeft niets in zichzelf maar alles in Christus door het geloof. En daarom: als je op jezelf ziet zal alles tekort zijn voor de eeuwigheid. Maar als je door het geloof op Christus mag zien is het leven en vrede.
Welnu, ik wens je toe te sterven aan jezelf, aan je gestalten, aan je gevoel, aan alles, opdat je zou leven van en uit Christus door het geloof. Opdat je het leven zou zoeken buiten jezelf in Hem alleen!
Je ds. A. Kot
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A. Kot
- Geboortedatum:25-12-1966
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Huizen
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook: