Hartelijke zuchten en onophoudelijk bidden om Heilige Geest
Ds. W.G. Hulsman | Geen reacties | 29-06-2021| 10:03
Vraag
In de Heidelbergse Catechismus antwoord 116 staat dat God de Heilige Geest alleen wil geven aan hen die Hem met hartelijke zuchten zonder ophouden daarom bidden en daarvoor danken. Hiermee wordt een uitspraak gedaan over Gods wil die ik lastig kan verenigen met Bijbelteksten als 1 Timotheus 2:4. Concreet: God laat in Zijn Woord duidelijk zien dat Hij mensen uit genade zalig wil maken en daar hoort uiteraard ook de gave van de Heilige Geest bij.
De HC lijkt een soort voorwaarde in te brengen: God wil de Heilige Geest alleen geven aan hen die daarom verlegen zijn. De keerzijde daarvan lijkt me, als je niet verlegen bent om de Heilige Geest, dan wil God je de Geest niet geven. Hoe is deze manier van spreken van de HC terug te voeren op de Schrift?
Antwoord
Het zalig worden, gaat niet zonder het geschenk van de Heilige Geest. Door het werk van de Heilige Geest gaat het Woord van de Heere spreken in ons leven. Daardoor komen we tot geloof en bekering. De Heilige Geest zal dan niet van ons wijken. Zo is het verwoord in zondag 20 van de Catechismus. Daar staat dat de Heilige Geest eeuwig bij mij zal leven.
De werking van de Heilige Geest is echter niet altijd even sterk. We kunnen de Heilige Geest bedroeven en ook uitblussen. Zondag 16 wil er op wijzen dat de Heere de Heilige Geest juist wil geven aan hen die daar steeds weer om bidden. Zoek het om steeds weer vervuld te worden met de Heilige Geest. Hij maakt het leven met de Heere vol en zegenrijk.
Ds. W. G. Hulsman
Dit artikel is beantwoord door
Ds. W.G. Hulsman
- Geboortedatum:08-11-1956
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Barneveld
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus