Demonische activiteit in het heden
Ds. G.A. van den Brink | Geen reacties | 18-06-2021| 15:06
Vraag
Tijdens Jezus tijd op aarde was er veel demonische activiteit. Hij en de apostelen dreven veel demonen uit en veel mensen leken dus ook bezeten te zijn. In onze tijd lijkt dit bijna niet meer voor te komen en ook in het Oude Testament lezen we hier praktisch niks over. Kan het zijn dat door Jezus aanwezigheid de satan en zijn demonen bewust aanwezig waren om Jezus (en de apostelen) dwars te zitten en dat na Jezus hemelvaart ze niet dit niet meer zo deden doordat Jezus er niet meer was?
Of is het ook mogelijk dat God juist bewust demonische activiteit toestond in die periode om Jezus en de apostelen grote tekenen te kunnen laten doen zoals demonen uitdrijven en dat na deze periode God de demonen dit niet meer zodanig toestaat? In de toekomende tijd van het beest zal God immers ook een leugengeest sturen opdat de mensen de antichrist zullen geloven. Zou God niet eveneens de demonen gestuurd kunnen hebben of in ieder geval toegestaan kunnen hebben om Jezus macht te tonen?
Als dit alles niet zo is, waarom zien we dan in onze tijd praktisch geen bezetenen? En waarom lijkt de Bijbel aan te wijzen dat in de eindtijd de demonische activiteit wel weer groter wordt. Is dat omdat we nu in een soort van genadeperiode leven?
Antwoord
Beste vragensteller,
Er is veel verschil van mening onder christenen over wat duivels is en wat niet, wat het werk is van demonen en wat niet. Zelf houd ik me graag aan de volgende drie overtuigingen:
1. Er zijn geestelijke machten die in deze wereld werkzaam zijn. De strijd die wij hebben te voeren is niet moralistisch (in de zin: we streven naar een goede moraal) maar geestelijk. De boze geesten zijn dermate machtig, dat geen mens in zichzelf daartegen is bestand.
2. Christus heeft de kop van de slang vermorzeld, de geestelijke machten overwonnen, de duivel verslagen. Dat er zo vaak in de evangeliën gesproken wordt over demonische tegenstand, is om precies dit te illustreren. Wie de evangeliën leest, beseft dat Christus sterker is dan alles wat zich tegen Hem verzet. Elke gelovige mag dan ook vrijmoedig belijden dat Hij mij uit de heerschappij van de duivel verlost heeft (Heidelberger Catechismus 1.1.). Al zijn de demonische krachten sterker dan dat ik ben, ze zijn door de Verlosser en Bevrijder verslagen, zodat ik geen demonen en duivels hoef te vrezen.
3. In het Oude Testament zien we een duidelijke aansporing: laat je niet in met geesten, waarzeggers, afgoden, tovenaars. Wie zich er niet mee inlaat, hoeft er ook niet bang voor te zijn. Deze stelregel lijkt mij ook voor christenen van groot belang. Als we dit als uitgangspunt nemen, vervalt mogelijk ook de behoefte om op allerlei vragen over duivels en demonen antwoord te krijgen.
Met hartelijke groet,
Ds. G. A. van den Brink
Dit artikel is beantwoord door
Ds. G.A. van den Brink
- Geboortedatum:05-01-1974
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Apeldoorn
- Status:Actief
Bijzonderheden:
-Vragen aan ds. Van den Brink kunnen tot nader bericht niet worden ingediend.
-Emeritus-predikant. Sinds september 2020 als wetenschappelijk medewerker verbonden aan de TUA.
-Bekijk ook: