Dierbare herinneringen aan M.
C. M. Chr. Rots - de Weger | 1 reactie | 11-03-2021| 10:59
Vraag
Toen ik 12 jaar was werd ik erg verliefd op een leuke jongen uit mijn geloofsgemeenschap. Ik noem hem hier maar even M. Hij is afkomstig uit een goed stabiel gezin en heeft in tegenstelling tot veel andere jongens nooit vervelend tegen mij gedaan. Ik werd verliefd op hem, onder andere omdat hij de eerste jongen was die naar mij omzag. Hij heeft een warm en zorgzaam karakter, echt het hart op de goede plek en het feit dat hij mij probeerde te betrekken bij alle zondagse activiteiten, zoals de tienerbijbelclubs, vond ik erg aardig van hem. Ook al ging dat vaak niet zo goed, vanwege de sociale onhandigheid, onzekerheid en de daaruit voortkomende onwil van mijn kant.
Hij liet me toen al heel snel weer links liggen en de interesse leek daarmee ook meteen te zijn verdwenen. Hij heeft niet meer naar me omgekeken sindsdien. Ik kom uit een gebroken gezin en ik vond het moeilijk om mijn gevoelens en meningen te uiten. Ik was bang voor jongens toen, want die konden soms echt gemeen zijn, heb ik ervaren. M. was anders en dat kende ik niet, dat maakte hem bijzonder voor mij. Ik vroeg me altijd stilletjes af waar ik zijn vriendelijkheid aan te danken had. Maar M. had ook een beste vriend, die zondags altijd in zijn buurt rondhing. Waar M. was, zag je hem ook altijd. Ik was stiekem een beetje bang voor deze jongen omdat hij mij heel boos kon aankijken. En dat is ook echt het enige wat ik mij van hem kan herinneren. Hij mocht mij niet en ik weet eigenlijk niet waarom. Soms maakte hij een grap over mij waar M. bij was en dan hadden die twee veel lol samen. En daar werd ik dan alleen maar nog onzekerder van.
Ik was altijd een erg stil, hoogsensitief meisje en ik vond het nooit zo fijn als mij iets gevraagd werd, zodat ik gedwongen werd mijn mond open te doen. Ik kon al blozen (met vochtige ogen) bij de woordjes “ja” en “nee” en ik was het liefst zo onzichtbaar mogelijk. Als M. vriendelijk voor mij was, vragen stelde, grapjes maakte, toenadering zocht, reageerde ik niet op hem. De reden: ik voelde me er ongemakkelijk bij en ik wist mij echt geen raad met zijn aandacht. Heel erg onhandig, want ik begrijp nu dat ik hiermee onbewust een verkeerd signaal heb afgegeven. Want nu lijkt het wel alsof ik hem helemaal niet aardig vond, terwijl dit juist wèl het geval was. Zijn aandacht deed mij juist goed. En ik begrijp (denk ik...) nu dus ook die koele afstand, die er van de een op de andere dag ineens was tussen ons.
Toen ik met mijn familie niet lang daarna ook nog eens deze geloofsgemeenschap verliet, zag ik M. helemaal niet meer. Inmiddels ben ik bijna 30. Ik heb tussendoor wel een relatie gehad en ik ben ook op meerdere mannen verliefd geweest. Ik heb een fijn leven, leuke mensen om me heen en ik mag leuk werk doen. Heel sporadisch droom ik nog over M. Bijvoorbeeld dat hij ineens onverwachts pal naast me staat en ik ervan schrik. Of dat ik midden in een grote groep mensen sta en ik zie hem op mij aflopen en dan verdwijnt hij ineens. En als ik dan wakker word zit hij de hele dag en soms ook nog de dag erna prominent in mijn hoofd. Gevoelsmatig doet het me dan ook nog wel iets, maar ik besteed er niet zoveel aandacht aan.
Tot ik een paar dagen geleden onverwacht zijn vader na al die jaren weer tegenkwam op mijn werk. Ik herkende hem in de eerste instantie niet door zijn mondkap, maar toen hij me aankeek zag ik eerst in een flits de blik van M. Dat raakte me zo diep en ik was verder die dag toen helemaal van slag. En nu word ik echt elke dag wakker met M. in mijn hoofd en hij wil er niet meer uit en ik voel nog steeds iets voor hem en ik word er zo somber van! En dat, terwijl ik hem al jaren niet meer gezien heb! Op internet ben ik toen naar hem gaan zoeken, in de hoop contactgegevens te vinden. Tot nu toe heb ik nog niks gevonden, geen sociale media pagina en ook geen foto. Via via heb ik wel begrepen dat M. ook al heel lang niet meer naar die oude gemeente van toen gaat, omdat hij in een andere stad op zichzelf is gaan wonen. Tot op de dag van vandaag weet M. niks af van mijn gevoelens voor hem. Ik heb het hem nooit duidelijk kunnen maken. Het was een geheim van mij alleen en nooit verteld aan iemand.
Omdat hij zo speciaal voor mij was, en eigenlijk nog steeds is, zou ik hem graag eens weer willen zien. Maar ik kamp met een heel hardnekkig ‘eigen-schuld-dikke-bult-gevoel’. En het gevoel dat ik veel te laat ben. Misschien is hij inmiddels al wel getrouwd (die gedachte doet me pijn, maar ik zou het hem wel van harte gunnen, zo lief heb ik hem). Er zit een vervelend stemmetje in mijn hoofd dat constant zegt dat M. zelfs zo bijzonder is, dat ik hem helemaal niet waardig ben. Hij vond mij niet leuk meer, dus dan wil hij mij ook niet meer zien. Logisch toch? Waarom zou ik dan moeite doen? Ik heb heel sterk de overtuiging dat ik het verknald heb voor mezelf. Ik ben bang dat ik hem destijds onbedoeld gekwetst heb door niet op hem te reageren, want dat was natuurlijk helemaal niet fatsoenlijk! Maar ik heb het nooit gedaan om gemeen te doen.
Ik vraag me af of ik hier nu nog iets mee moet gaan doen ter verwerking, of dat ik het maar gewoon zo moet laten? Ik kan mijn verleden niet meer veranderen. En misschien is een eventuele ontmoeting juist helemaal niet verstandig nu... Ik heb dagboeken vol geschreven maar ik kan het niet meer geheim houden, het moet er uit. Iemand moet dit weten! En dit zo vertellen lucht erg op.
Een vouw met een diep geheim.
Antwoord
Beste vraagsteller,
Een lang verhaal schrijft u, maar niet echt met een vraag waarop ik zou kunnen reageren. De vragen die in uw brief staan zijn retorisch en beantwoordt u eigenlijk zelf al door te reflecteren. Niettemin wil ik toch een paar woorden terugschrijven. En dat naar aanleiding van de zin die voor mij de kern vormt, namelijk: “M. was anders en dat kende ik niet, dat maakte hem bijzonder voor mij.”
De aandacht, de zorg, het lieve. Dát maakte deze jongen zo bijzonder toen hij u op 12-jarige leeftijd betrok bij ‘het leven’. Natuurlijk was u op dat moment verlegen en teruggetrokken. U was nog een kind en had de vaardigheden thuis (nog) niet geleerd om in zo’n situatie anders te reageren dan u deed. Nu u terugkijkt, doet u dat als een volwassene die de nodige levenslessen heeft geleerd en verwerkt. En ja, het kan een gevoel van spijt oproepen, maar hoe zou u regeren als u hem tóch onverwachts ontmoet (zoals zijn vader ineens voor u stond)? Misschien wel op dezelfde verlegen manier. Tenslotte zijn er jaren verstreken en u weet niet hoe zíjn jaren zijn geweest. Misschien wilt u alsnog excuses formuleren, maar zit het ‘eigen-schuld-gevoel’ u in de weg... het zou allemaal kunnen. Of niet, en zou een ontmoeting heel geweldig worden.
Helaas weet u dit niet, maar u droomt er wel over. Als u hem nu eens een brief schreef... die u nog niet meteen verstuurt, want dat is wellicht ook niet nodig. U schrijft ‘van u af’, zoals ook dèze brief al opluchting voor u betekent. En waarschijnlijk de volgeschreven dagboeken eveneens. Misschien is één brief niet genoeg, schrijf dan een tweede en desnoods een derde. Of gewoon één hele lange... Met alle gevoelens, verlangens, wensen en verwachtingen van dìt moment, terugkijkend op jaren gelede. Verscheur ze desnoods na voltooiing. Geef M. een lief plekje in uw hart, juist vanwege de aandacht die hij ooit gaf! En laat schuldgevoelens verdwijnen want die verdienen geen plaats, zijn ook niet ‘helpend’.
Is een ontmoeting verstàndig? Misschien. Misschien ook niet. Ik weet het niet. Nieuwsgierig naar M. zult u wél zijn, dat kan ik me indenken. Is er via de ontmoeting op uw werk met zijn vader de mogelijkheid om iets naders te weten te komen? Of was dit eenmalig en heeft u geen adres en/of andere gegevens die u een eindje op weg kunnen helpen?
Komt u niet verder, of wilt u uiteindelijk toch niet, dan sluit u het ‘hoofdstuk’ definitief af. Niet door te vergeten, maar door er niet mee verder te gaan. Pas dan kunt u een beetje ‘los’ leren komen, waarbij de tijd u ongetwijfeld zal helpen. Dierbare herinneringen bewaart u in uw hart, waar ze ‘veilig’ zijn. U noemt dit een “geheim”, en dat is prima.
Marijke Rots
Dit artikel is beantwoord door
C. M. Chr. Rots - de Weger
- Geboortedatum:18-02-1947
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Aalten
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Marijke leverde op 25-05-2017 haar 1000ste antwoord in de vragenrubriek af.
Lees hier het jubileuminterview.
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Wat ik denk dat zou helpen is dat je hem meer probeert te zien als een normaal mens, met gebreken, met goede kanten. Ten eerste maakt dat het makkelijker om zonder hem te leven. Ten tweede, mocht je weer contact met hem krijgen, zorgt dat ervoor dat je niet overrompeld wordt door zijn aanwezigheid. Je kan dan op een nuchtere manier contact met hem leggen en zie of het misschien niet toch wat wordt.
Ten derde, en dat is misschien wel het belangrijkste, zijn gebreken en positieve kanten zijn de realiteit. Als we leven met een geidealiseerd beeld van iemand, leven we eigenlijk in een wereld die niet bestaat. Dat kan op lange termijn alleen maar problemen geven.
Nog een paar afsluitende vragen: met wie ben je meer bezig, met de Heere Jezus, of met hem? Aan wie denk je als je 's nachts wakker wordt, tijdens je dagelijkse werkzaamheden, of als je even tijd voor jezelf hebt?
Ikzelf ben op dit gebied heel erg gestruikeld. Mijn prioriteiten waren verkeerd. Het moet zijn: 'Weg wereld, weg schatten! Ik hoef jullie niet want Jezus is beter!'. Maar ik dacht dat die bepaalde persoon mij gelukkig (zalig?) zou kunnen maken. Het was Gods genade dat ik daar vanaf gebracht ben. Als je vanuit het geloof kunt leven en in vertrouwen zien op de toekomst, is je leven het beste wat je zou kunnen hebben. Daar moet je wel de wereld en alles wat die te bieden heeft voor verlaten, je eigen verlangens en voornemens verloochenen en je hoop en enige verwachting stellen 'In den Naam des HEEREN, Die hemel en aarde gemaakt heeft, die trouwe houdt in der eeuwigheid en nooit laat varen de werken Zijner handen.'
O zaligheid niet af te meten,
o vreugd, die alle smart verbant.
Daar is de vreemd'lingschap vergeten
en wij, wij zijn in 't vaderland.
Het is God Zelf die de Erfenis is, het Beloofde Land, van de Christen!
Misschien schat ik je situatie wel verkeerd in hoor, maar hierbij in ieder geval stof tot nadenken!