Twaalf tronen voor twaalf discipelen
Ds. W. van Weelden | Geen reacties | 18-02-2021| 10:12
Vraag
In Mattheus 19:28 staat: “En Jezus zei tegen hen: Voorwaar, Ik zeg u dat u die Mij gevolgd bent, in de wedergeboorte, als de Zoon des mensen zal zitten op de troon van Zijn heerlijkheid, ook zult zitten op twaalf tronen en de twaalf stammen van Israël zult oordelen.” Bij deze twaalf was ook Judas die hem verraden zou. Als Jezus dat wist, waarom zegt Jezus dan tegen alle twaalf dat zij op twaalf tronen zullen zitten? Bij wat Jezus ook zegt “dat u die Mij gevolgd bent, in de wedergeboorte” zou je wellicht kunnen zeggen dat Judas daarbij werd uitgesloten, maar dan toch spreekt Jezus over twaalf tronen tegen zijn twaalf discipelen.
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Het is een heldere vraag. Hoe zit het met Judas? Vanaf het begin is het dus duidelijk dat het uiterst ingewikkeld is om zaken in de handen van mensen te leggen. We kennen dit in de discussie over de benaming van Simon. De Heere Jezus noemt hem Petrus. Op deze petra wordt de gemeente gebouwd. Ook hier dezelfde discussie: gaat het hier over de mens Simon, bijgenaamd Petrus of gaat het hier over de belijdenis van Simon: gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God. Vervolgens zegt de Heere Jezus dat vlees en bloed hem dat niet hebben geopenbaard, maar Mijn Vader die in de hemel is (Mattheüs 16). De belijdenis komt dus uit de hemel. Kortom: bij de petra waarop Christus Zijn gemeente bouwt, zien wij niet op de mens maar op de belijdenis. Want de belijdenis komt bij God vandaan.
Zo letten we ook op Judas. Judas viel uit. Er waren geen twaalf discipelen meer. Het getal van twaalf apostelen wordt echter aangevuld. In Handelingen 1 lezen wij van de verkiezing van Matthias. De discipelkring wordt in Handelingen 1 compleet gemaakt. Het gaat om het twaalftal. Het twaalftal is onontbeerlijk. De personele bezetting kan wisselen.
Dit geldt ook voor de twaalf tronen. De twaalf tronen getuigen van het ambt. Het gaat niet om de mens, maar om het ambt. Een kerkelijke waardigheid maakt geen christen. Het gaat niet om de mens maar om wat de Heere schenkt aan zijn kerk. Het ambt is gegeven om de gemeente te bewaren bij het Woord van God. Mensen mogen dienen in het ambt maar zijn daardoor niet onfeilbaar. Om het met Hieronymus te zeggen: niet alle bisschoppen zijn ook ware bisschoppen.
Kortom: het twaalftal discipelen is net als de twaalf tronen een Bijbels gegeven. De personele bezetting is hierin niet doorslaggevend.
Ds. W. van Weelden
Lees ook de vervolgvraag: 'Judas en de afval van heiligen'
Dit artikel is beantwoord door
Ds. W. van Weelden
- Geboortedatum:13-11-1956
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Oud-Alblas
- Status:Actief