Geroepen tot een ambt maar afgewezen
Ds. G.A. van den Brink | 1 reactie | 09-02-2021| 11:44
Vraag
Beste dominee Van den Brink. Ik stelde u enkele jaren geleden de vraag 'Geroepen tot een ambt'. Inmiddels heb ik enkele keren de route van toelating bewandeld binnen onze kerk. Wat mij opvalt is dat uw antwoord helaas niet juist gebleken is. U zegt: “Als men je afwijst, zullen ze je waarschijnlijk ook duidelijk en concreet vertellen wat de overwegingen daarbij zijn. Die zullen je helpen om jezelf de vraag te stellen of je geroepen bent.” Wel... dat hebben ze niet gedaan. “Geen vrijmoedigheid”, is het antwoord. En dat zeg ik op basis van meerdere keren dat ik er zelf geweest ben.
Ik heb het daar erg moeilijk mee. Geroepen te zijn en niet te ‘mogen’ gaan. Ook heb ik niet het idee dat ik serieus onderzocht ben. Het onderzoek bestaat uit een schriftelijke vragenlijst die je vooraf opstuurt naar de secretaris en een moment waarop je ‘gehoord’ wordt. Noem het geen gesprek, want dat is het niet. Er worden geen vragen gesteld, dan alleen één aan het begin: “Vertel ons over je bekering en over je roeping.” Op de door Durham genoemde punten (gaven, geleerdheid en genade) komt de laatste nog het meest aan bod. Na een afwijzing kun je ook geen vragen stellen... Kortom, het ging allemaal heel anders dan u schetste. En de Heere roept nog steeds. Wat adviseert u mij?
Antwoord
Beste vragensteller,
Als ik nu zou zeggen dat ik je niet persoonlijk ken en er dus verder niets over kan zeggen, zou ik jou geen recht doen. En ik zou me schamen dat ik je dan zo in de kou laat staan.
“De Heere roept nog steeds”, schrijf je. Dan moet je gehoorzaam zijn. Het kan juist een bevestiging zijn van het feit dat je geroepen bent, als je roeping wordt bekritiseerd en verdacht. De Farizeeën geloofden niet dat de doop van Johannes uit de hemel was, ze geloofden niet dat de blindgeborene de waarheid sprak, ze hielden Jezus voor een bedrieger en ze probeerden Paulus te doden. Geen van hen heeft zich door die tegenstand laten tegenhouden. Jeremia zegt dat hij probeerde te zwijgen, maar het was alsof er een vuur in hem brandde zodat hij wel moest spreken: “Zei ik: Ik zal niet aan Hem denken, ik zal niet meer spreken in Zijn Naam, dan werd het in mijn hart als brandend vuur, opgesloten in mijn beenderen. Wel deed ik moeite om het in te houden, maar ik kon het niet” (Jer. 20:9).
Dus wat nu? Ik vertrouw er op dat je (conform mijn eerdere antwoord) je roeping besproken hebt met goede vrienden en dat zij je hierin steunen. Dan raad ik je aan om te kijken wat er middellijk mogelijk is. Schrijf je in voor een studie theologie, of oriënteer je op een andere invulling van je roeping. Misschien is er een vacature voor zendeling of evangelist of jongerenwerker. Ook hier geldt dat je Gods geopenbaarde wil als richtsnoer hebt.
Niets doen en maar afwachten raad ik je af. Als God je roept, is dat niet iets van de toekomst, maar dan roept hij je om met ingang van vandaag gehoorzaam te zijn en in afhankelijkheid en vertrouwen keuzes te maken en beslissingen te nemen.
Met hartelijke groet,
Ds. G. A. van den Brink
Dit artikel is beantwoord door
Ds. G.A. van den Brink
- Geboortedatum:05-01-1974
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Apeldoorn
- Status:Actief
Bijzonderheden:
-Vragen aan ds. Van den Brink kunnen tot nader bericht niet worden ingediend.
-Emeritus-predikant. Sinds september 2020 als wetenschappelijk medewerker verbonden aan de TUA.
-Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
"Ik heb hetzelfde meegemaakt. Als dat mogelijk is - en de vraagsteller staat daar voor open - zou ik graag met hem in contact gebracht worden, om over deze zaken van gedachten te wisselen."
Laat het ons weten via info@refoweb.nl.