Het groeiende geloof van de blindgeborene
Ds. D. van der Wal | Geen reacties | 05-02-2021| 10:53
Vraag
We hoorden laatst een preek over de blindgeborene. We vroegen ons af wat het verschil was in zien, weten of ervaren. Tussen de eerste ontmoeting met Jezus, die hem opzocht aan de poort, en de tweede ontmoeting, nadat hij uit de tempel geworpen was. Wat zag hij eerst? Ja natuurlijk, alles rond hem, maar wat van Jezus? Bij de tweede ontmoeting geloofde hij pas. De Heere heeft toch ook Zijn werk gedaan toen Hij hem opzocht.
Deze vraag werd ook behandeld in het programma 'Pastorie online':
Antwoord
Hartelijk dank voor het stellen van deze vraag naar aanleiding van het horen van een preek over de blindgeborene. Nu is het zo dat ik de desbetreffende preek niet gehoord of gelezen heb, dus of het onderscheid tussen zien, weten of ervaren daar is gemaakt en zo ja, op welke manier kan ik niet achterhalen. En dat maakt het beantwoorden van deze specifieke vraag enorm lastig.
Wat in een preek gezegd wordt hangt (als het goed is!) altijd samen met wat er daarvoor en daarna komt. Ik zou daarom als tip (aan alle lezers!) willen meegeven om vragen naar aanleiding van de prediking te stellen aan de desbetreffende prediker zelf. Hij weet wat hij verkondigd heeft en waarom juist op die manier. Hij doet dat biddend, in de volle afhankelijkheid van God en wil niets liever dan doorspreken over hoe de Heere wil werken met het gesproken woord. Ik wil mij er niet gemakkelijk vanaf maken, maar het is vrijwel onmogelijk om er een goed antwoord op te geven zonder alle ins en outs te weten.
Ik zal mij daarom proberen om op een wat meer algemene manier antwoord te geven op de vraag: wat is de betekenis van deze bijzondere geschiedenis en hoe moet je dit duiden.
De geschiedenis van de blindgeborene vinden we in Johannes 9. Het is een bijzonder verhaal die ons meerdere belangrijke lijnen laat zien die ik hier heel beknopt weergeef. Zo zien we hier het naderende oordeel. Christus is het Licht van de wereld en waar dat Licht komt wordt de duisternis veroordeeld. Zie ook de opmerking van de Heere Jezus in Johannes 9 vers 39.
Door dit wonder laat de Heere Jezus zien dat Hij zoveel meer is dan een rabbi of bijzondere Man, Hij is de Zoon van de Levende God. En dat vraagt om een reactie en die komt van de kant van de Farizeeërs. De discussie die zich ontspint begint bij het vaststellen van de genezing van de man (Johannes 9: 13-17), vervolgens het gesprek met de ouders van de man (Johannes 9: 18-23) om tot slot te eindigen in een bijzonder gesprek tussen de Farizeeërs en de man zelf (Johannes 9: 23-24).
Terwijl de man vasthoudt aan zijn eigen ervaring -“ik was blind maar nu kan ik zien”- is het ironisch om te merken hoe de ‘verlichte’ Farizeeërs hier de blindgeboren man het ‘licht’ willen onthouden. Door het verhaal heen merk je hoe het geloof in Christus bij de blindgeborene langzaam begint te ontkiemen. In Johannes 9: 11 spreekt hij nog over de “Mens Jezus”, in Johannes 9: 17 noemt hij Hem een “profeet”, in Johannes 9: 33 dat Jezus van God is en tot slot komt de belijdenis in Johannes 9 vers 38.
Hij heeft goed door dat er iets heel bijzonders met de Heere Jezus aan de hand is. Hij wist nu dat Hij wonderen kon doen die door de eeuwen heen niet waren voorgekomen (zie Johannes 9 vers 32). Bij de blindgeborene begint er langzaamaan iets te groeien.
Wat daarbij van onmisbaar belang is dat is de aanleiding of oorsprong. Kijk maar naar het begin van dit verhaal. Het is de Heere Jezus die deze ongelukkige man op het oog heeft. Hij is het die het wonder tot stand brengt, al is Hij er bij het laatste gedeelte (het wassen bij Siloam) er niet bij.
De Heere Jezus begint dus met Zijn werk in deze man. En Hij gaat er ook mee door, Hij maakt af waar Hij mee begonnen is! Kijk maar mee naar vers 35: “Jezus hoorde dat zij hem uit de synagoge geworpen hadden, en toen Hij hem gevonden had, zei Hij tegen hem...”
“Toen Hij hem gevonden had.” Het is niet de man die de Heere Jezus zoekt maar andersom. Christus komt met Zijn opzoekende liefde en gaat door met het wonder. Namelijk dat deze man niet alleen het licht, maar ook het Licht der wereld ziet. Zijn ogen moeten als het ware twee keer geopend worden. De Heere Jezus doet dat door een op de man gerichte en ontdekkende vraag te stellen. “Gelooft u in de Zoon van God?” De man weet het niet en bekent eerlijk zijn gemis. Zijn natuurlijke ogen werken inmiddels prima, maar geestelijk gezien is hij blind. Nog wel. Want Christus brengt een tweede wonder tot stand. Hij gaat zien dat Jezus de Christus is. En niet alleen dat, maar ook dat Hij niet zonder de Heere Jezus Christus kan!
En met dat evangelie wil ik dit antwoord ook beëindigen. Want we kunnen ons soms zo verliezen in de details of wat x of y daarover zegt of schrijft dat we de boodschap voorbij gaan. Zo blijven we op een afstand staan. Maar de Heere zoekt ons op, ook in dit gedeelte met die persoonlijke vraag: Maar jij, wie zeg jij dat Ik ben? En wat is daarop jouw antwoord?
Met broederlijke groet,
Ds. D. van der Wal
Dit artikel is beantwoord door
Ds. D. van der Wal
- Geboortedatum:06-05-1987
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Aalten
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook: