Heere Jezus geslagen in het huis van Zijn liefhebbers
drs. W.H. Hoorn | Geen reacties | 21-01-2021| 08:06
Vraag
Soms hoor ik onze predikant zeggen dat de Heere Jezus geslagen werd in het huis van Zijn liefhebbers. Ik vind het lastig om deze uitdrukking goed te begrijpen. Want wat wordt bedoeld met “huis van Zijn liefhebbers”? De tempel? Jezus heeft toch niet in de tempel geleden, maar “buiten de legerplaats”? En hoezo liefhebbers? Het motief voor Zijn kruisdood was toch haat en geen liefde?
Toen ik dit verder wilde uitzoeken, kwam ik uit bij Zacharia 13:6: “En zo iemand tot hem zegt: wat zijn deze wonden in uw handen? zo zal hij zeggen: Het zijn de wonden, waarmede ik geslagen ben, in het huis mijner liefhebbers.” Voor zover ik kan nagaan is er geen andere Bijbeltekst die dezelfde uitdrukking gebruikt. Maar in de context van Zacharia 13 zijn het valse profeten die dit zeggen. Mag je deze woorden dan wel op de Heere Jezus toepassen? Ik krijg de indruk dat er dan sprake is van klankexegese, maar misschien is dat te kort door de bocht omdat het volgende vers (Zach. 13:7) wel betrekking heeft op Jezus (volgens de Statenvertalers, gezien de gebruikte hoofdletters). Kunt u misschien uw licht hierover laten schijnen?
Antwoord
Beste vragenstell(st)er,
Vorig jaar heb ik in de lijdenstijd over deze tekst mogen preken. Er kan heel veel over worden gezegd, maar in het kort komt het er op neer dat de Heere Jezus met de misdadigers gerekend is geweest. Want men heeft Hem van Godslastering beschuldigd en beweerd dat Hij een valse profeet was. Hij is op deze manier met schande overladen en als een valse profeet veroordeeld, hoewel zelfs een heiden als Pontius Pilatus geen schuld in Hem kon vinden. Het zwaard is toen tegen deze Herder ontwaakt. Omdat Hij, in onze plaats en als onze Metgezel, Gods toorn tegen de zonde aan het kruis heeft willen dragen.
Het gaat in deze tekst in wezen dus over het plaatsvervangend lijden van de Heere Jezus, waar ook de afwijzing en de valse beschuldigingen bij horen. Uitgerekend door de godsdienstige voormannen van het toenmalige Judea. Juist die mensen dus, die Hem hadden moeten liefhebben bleken Zijn grootste haters te zijn. Daar kunnen wij ons niet boven stellen. Want dat is ook onze natuurlijke geestelijke toestand. Zoals Jacobus Revius (1586-1658) terecht dichtte: “`t En sijn de Joden niet, Heer' Jesu, die U cruysten.”
Wat zijn deze wonden in Uw handen? Dat zijn de wonden waarmee Hij Zich door ons mensen, die van nature niets van Hem willen weten, aan het kruis heeft laten slaan. Zie dan op deze wonden waarmee Hij in onze plaats geslagen is. En wat onze zonden en ongerechtigheden Hem hebben gekost. Toen het zwaard van Gods toorn over onze zonden tegen deze Herder ontwaakte. En wanneer wij dan, gelijk een Thomas, dit niet willen en kunnen geloven. Dan strekt Hij in Zijn gewonde handen in Gods Woord nog naar ons uit. Opdat ook wij dan op onze knieen zullen vallen, zeggende: “mijn Heere en mijn God!”
Moge het jou gegeven worden om ook op jouw knieën te vallen voor deze geslagen Goede Herder.
Hartelijke groeten,
Drs. W. H. Hoorn
Dit artikel is beantwoord door
drs. W.H. Hoorn
- Geboortedatum:30-01-1959
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Dedemsvaart
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Niet beroepbare kandidaat