Heere Jezus bidt niet voor de wereld
Ds. A. Simons | Geen reacties | 20-01-2021| 11:22
Vraag
In Johannes 17:9 staat: “Ik bid niet voor de wereld.” Hoe wordt dat bedoeld? Of hoe wordt het woordje “wereld” in deze tekst gezien? Want hoe zou het kunnen dat Christus niet voor de wereld bidt, maar dat Hij wel wil dat alle mensen tot bekering komen? Dat Hij wel de wereld liefhad (Johannes 3:16), maar niet voor de wereld bidt? Als Jezus niet bidt voor de wereld kunnen er toch ook geen mensen tot geloof komen? Dat zou betekenen dat het dan toch van ons gebed afhangt en dat geloof ik niet echt. Staat er ergens in de Bijbel dat Hij wel voor de wereld pleit o.i.d en zo ja, waar?
Antwoord
Dank voor uw vragen. We gaan met Gods hulp op zoek in de Schrift naar het antwoord op uw vraag: “Ik bid niet voor de wereld” (Joh. 17:9).
We kijken naar de context waarin deze woorden staan. Jezus zegt: “Ik ben voor hen, die U mij gegeven hebt” (vers 9) en “Ik bid niet voor de wereld.” Gods kinderen worden hier tegen over de vijandige wereld gezet. Jezus bidt voor degene die de Vader Hem gegeven heeft en niet voor hen die leven in deze vijandige wereld.
Je tweede vraag is; dat Hij wel de wereld lief heeft gehad maar er niet voor gebeden? In Johannes 3:16 zegt Jezus dat Zijn Vader een daad van liefde aan de wereld heeft geopenbaard. Een daad van liefde van de Vader. Het gaat hier niet over de liefde van Christus, zoals u schrijft. In deze tekst gaat het niet over de voorbede van Christus maar over het aanbod van Gods liefde aan een verdorven wereld. Een daad van liefde van de Vader aan een verloren wereld. In 2 Kor. 5:20 staat dat God bidt door middel van Zijn knechten, laat u met God verzoenen. Bidden in de zin van bidden aan de voeten van de zondaar, aan jou en uw voeten: laat je met God verzoenen. Eeuwig wonder, God bidt tot ons: laat je zaligen.
Ik geloof op grond van de Schrift dat Christus er altijd is om voor Zijn kinderen te bidden. Ik vaar op tot Mijn Vader en uw Vader en tot mijn God en uw God. Om daar voor u te bidden (Rom. 8:34/Joh. 16:23, Johannes 16: 26-27, Johannes 17:20-24, Hebreeën 4:14-15, Hebreeën 7:25, Hebreeën 9:24). Of zoals Johannes zegt in zijn eerste brief (1 Johannes 2: 1-2: “Mijn kinderkens, ik schrijf u deze dingen, opdat gij niet zondigt. En indien iemand gezondigd heeft, wij hebben een Voorspraak (Voorbidder) bij den Vader, Jezus Christus, den Rechtvaardige; En Hij is een verzoening voor onze zonden; en niet alleen voor de onze, maar ook voor de zonden der gehele wereld.”
Van harte Gods zegen toegebeden.
Uw dominee A. Simons,
Montfoort
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A. Simons
- Geboortedatum:07-05-1958
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Valburg-Homoet
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook: