Last van godslasterlijke gedachten
Ds. P. Roos | Geen reacties | 12-01-2021| 16:59
Vraag
Sinds korte tijd heb ik last van godslasterlijke gedachten. In het begin is het erg hevig geweest. Ik heb er toen erg mee geworsteld en dacht dat er voor mij geen vergeving meer mogelijk was. Nog nooit heb ik de zonde zo zwaar voelen drukken. Het bracht me op de knieën en ik heb om vergeving gesmeekt. Het lied “maar neen daar is vergeving, altijd bij U geweest” bleef door mijn hoofd spoken. De dominee preekte over dat er “altijd een weg terug is”, dat heeft me allebei veel rust gegeven.
Ik probeer weinig aandacht te besteden aan deze gedachten en het lijkt beter te gaan. Doordat ik het probeer te negeren (werd als tip gegeven) voel ik me juist erg afgestompt en soms vraag ik me af: vind ik het wel erg, heb ik er wel echt berouw van? Daar word ik bang van. Ik schrik er erg van. Na deze periode van heftige godslasterlijke gedachten is mijn leven anders geworden. Waar ik eerst (zeg gerust) verslaafd was aan films kijken heb ik er nu geen behoefte meer aan. Waar ik eerst het Bijbellezen afraffelde ben ik nu als vanzelf hele avonden aan het lezen en overdag praat en bid ik veel tegen/tot de Heere. Maar andere zondige gedachten lijken uit het niets op te borrelen.
Soms vraag ik me af: ben ik er wel ‘gezond’ mee bezig gezien mijn psychische achtergrond. Ik ben bekend geweest met paniekaanvallen. Ook ben ik een piekeraar. Merk vaak dat er allemaal twijfel in me opkomt of de Heere wel in mijn leven aan het werk is. Of ik het mezelf niet wijs maak. De godlasterlijke gedachten die terugkomen maken het er niet beter op. Ik ben bang dat de Heere mij erg zal straffen omdat de godslasterlijke gedachten niet ophouden. Dan ben ik blij als ik een dagje weg ga en ik niet meer hoef te denken aan al deze twijfelende gedachten. Ik schrik dan van mijn opluchting, ik denk dan: zie je, zo graag wil je naar je oude/normale leven terug. Je wil niet met Gods Woord bezig zijn. Ik vind het moeilijk om te zien of dit het werk van de duivel is of dat ik inderdaad ten diepste de Heere niet wil volgen.
Ik heb het gevoel de bevestiging te hebben gekregen dat de Heere deze zonde wil vergeven. Ook is er een ommekeer in mijn leven gekomen. Toch ben ik er nog niet. Ik hoor hier zoveel mensen zeggen dat ze bekeerd zijn. Ik kan dat niet met zekerheid zeggen. Hoe kom ik daar? De laatste tijd hoor ik veel dat de Heere spoedig en haastig komt. Het maakt me bang voor mijn geliefden, zij kennen de Heere nog niet. Ik voel me daar verantwoordelijk voor, dat ik pas kan getuigen als ik het zelf ondervonden heb. Maar ik ben zo bang dat die tijd er niet meer is.
Antwoord
Uit je beschrijving maak ik op dat er een zekere kettingreactie plaats vindt in je binnenste, vooral in je gedachtewereld. Ik begrijp dat het je benauwt.
Je hebt ook soms last van paniekaanvallen en dat wijst erop dat je dus ook gekweld wordt door angst. Het doorzien van je situatie is erg belangrijk. Als we soms met angst te maken hebben, bewerkt de angst juist het tegenovergestelde. Angst trekt de dingen naar zich toe. Als iemand een dure schaal zou moeten meedragen, zou ieder mens bang zijn deze te laten vallen, zodat deze breekt. En juist daardoor zou je hem kunnen laten vallen. Angst maakt onzeker.
Er is angst bij je dat God je niet vergeeft en dat je zonden te ernstig zijn. Ik heb eigenlijk maar één antwoord op wat je kwelt: besef dat het vlees nooit bekeerd wordt. We zijn zondaar en dat levert al deze tegenstrijdigheden op. Aanvaard jezelf gerust als zondaar. Natuurlijk niet uit gemakzucht, maar als noodzakelijke zelfkennis. Paulus voelde zich vleselijk, verkocht onder de zonde (Rom. 7:14). Erger kan het bij jou en ons niet worden. En Paulus was wel echt veranderd en gelovig. Waarom jij dan niet?
Kijk, het is eigenlijk zo. Je bent bang voor godslasterlijke gedachten. Deze kunnen alleen maar afnemen als je er minder aandacht aan geeft. Maar natuurlijk gaan we ons dan weer afvragen of we niet onverschillig worden. Ik heb eens een echt gelovige vrouw gekend, die met tranen in haar ogen zei dat ze bang was voor verharding. Haar tranen spraken haar vrees tegen. Het is natuurlijk wel goed, dat je bang bent voor elk teken van verval, maar je zult je eigen angst en zorg altijd weer opnieuw blijven onderzoeken en wantrouwen. Niet doen dus! Aanvaard het, laat het gaan. Je krijgt dat boze vlees er niet onder. Het zal zich steeds sterker willen verzetten.
Paulus zei in Romeinen 7: Ik dank God, door Jezus Christus onze Heere. Daar ligt onze enige hoop. Je kunt het niet zonder Hem in eigen kracht oplossen. Zeg het dan in het geloof: Ik geloof, kom mijn ongelovigheid te hulp. Dat zei die vader van die maanzieke jongen (Mattheüs 17:14). Toen de Heere dat kind ging helpen, verzette zich de tegenstand des te meer. Als Gods Geest gaat werken, zal het vlees zich des te feller en gemener verzetten (Galaten 5:17).
Geloof dat de Heere machtig en gewillig is, je te redden en te sterken. Daar hebben we geen wiskundige zekerheden van, maar wel een geloofszekerheid. Je angst zoekt altijd weer de zwakke punten op, maar dat is juist overtrokken. Het is verder niet de Heere Die je bang wil maken, nee, je begrijpt zelf wel dat de duivel hier alle belang bij hebt.
Besef ook dat het leven een strijd is. In de wereld, maar vooral ook in het leven met de Heere. Strijd de goede strijd des geloofs!
Hartelijke groeten,
Ds. P. Roos
Dit artikel is beantwoord door
Ds. P. Roos
- Geboortedatum:29-10-1938
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Veenendaal
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Ds. P. Roos is overleden op 26-10-2021.
Bekijk ook: