Verdeeldheid in mijn hart
Ds. A. Kot | Geen reacties | 19-11-2020| 10:52
Vraag
Op een of andere manier is er verdeeldheid in mijn hart. Aan de ene kant wil ik God dienen en geloof ik dat Jezus mij kan redden en dat Hij dat wil. Aan de andere kant (en daar word ik erg bang van) is er zoveel opstandigheid en vijandigheid in mijn hart. Als ik bijvoorbeeld lees “Geef Mij je hart”, dan wil ik dat graag doen en toch ook weer niet. Het is alsof ik wel wil geloven maar toch niet mezelf aan Hem wil/durf toe te vertrouwen. Ik zou ook niet weten hoe je je hart eigenlijk aan God geeft. Dit zorgt voor veel zorgen, want wat moet ik zeggen als ik voor God sta: “Ik geloof in U, maar toch niet helemaal?” Wat nu?
Deze vraag werd ook besproken in het programma Pastorie online:
Antwoord
Beste vragenstel(l/st)er,
Het probleem dat je schetst is heel herkenbaar. Van nature heeft een mens geen zin om de Heere te dienen. Dat noemen we de oude mens of ons vlees. Maar als God hem genade schenkt wordt dat anders. Dan wordt er een nieuwe of geestelijke mens uit de Heilige Geest geboren. Dan zijn er -om het maar eenvoudig te zeggen- als het ware twee mensen in één persoon. Daar is nog altijd de oude natuur die wil zondigen en de nieuwe natuur die dat niet wil (Rom. 7:19). Dat betekent dus strijd in die ene persoon. Paulus tekent de strijd die dat met zich meebrengt, bijvoorbeeld in Gal. 5:17. Het is een strijd waar een kind van God levenslang mee te worstelen heeft. Die oude mens moet gedood of gekruisigd worden en afsterven (o.a. Rom 6:6, Gal. 6:14 en HC zondag 33), opdat de nieuwe mens zal leven. Bij de dood mag de oude mens der zonde worden afgelegd en zal de nieuwe mens volmaakt en geheiligd leven. Wanneer iemand dus deze geestelijke strijd ervaart is dat niets vreemds. De Bijbel spreekt erover en al Gods kinderen hebben deze strijd te strijden. In de geestelijke wapenrusting (zie Ef. 6).
Nu een volgend punt. Hoe geef ik mijn hart eigenlijk aan God? Wel, de Bijbel spreekt over het ware geloof als een komen tot Christus (b.v. Joh. 6:37). Het is een komen met zelfveroordeling en berouw vanwege de zonde. Het is een komen om te schuilen achter het bloedoffer van Christus. Het is een komen met het verlangen voortaan voor de Heere te leven. Overgave aan God betekent geloof in Christus en steunen op Zijn volbrachte werk. Het betekent afzien van al het jouwe om het nu alleen te verwachten van het Zijne. Het wil zeggen dat je voor je zaligheid nergens anders op vertrouwt dan alleen op het geheel enige offer van Christus. Het is een hongeren en dorsten naar de gerechtigheid om door Jezus Christus gered, gevoed en geheiligd te worden. Wie zo tot Christus komt heeft Hem van harte lief en ziet dat alles aan Hem gans begeerlijk is. Dit is het geloof dat God door Zijn Geest werkt in het hart van allen die zalig worden.
Nu moet je jezelf de vraag stellen of je deze weg nu gegaan bent en gaat. Want het is een weg die iedere dag bewandeld moet worden. Het geloof moet iedere dag beoefend worden. Iedere dag is bekering nodig. Iedere dag is daar de strijd tussen vlees en geest. Aan deze zijde van het graf nooit uitbekeerd of afbekeerd. Zo komt er een arm en ellendig volk (in zichzelf) dat op de Naam des Heeren betrouwt (Zef. 3:12). Zo word ik minder en zo zal Christus wassen. Zo wordt Hij alles en ik niets. Kom, ik nodig je van harte uit deze weg te gaan. Het is het meer dan waard.
Je ds. A. Kot
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A. Kot
- Geboortedatum:25-12-1966
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Huizen
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook: