Geen vrijmoedigheid voor Heilig Avondmaal
C.A. Hoekman | Geen reacties | 21-10-2020| 16:44
Vraag
Aan ouderling C. A. Hoekman. Zondag ging het in zondag 29 over het Heilig Avondmaal. Ik raak altijd van slag als het daar over gaat. Het maakt mij heel erg onzeker, omdat er altijd wordt gezegd dat het Heilig Avondmaal alleen voor Gods kinderen is en dat ik de Heere niet nodig zou hebben als ik niet aan ga, maar ik heb geen vrijmoedigheid! Ik durf niet te naderen aan die heilige tafel.
Wat nu als ik zal sterven? Ga ik dan verloren omdat ik de vrijmoedigheid niet had? Ik wil niets liever dan de Heere voor eeuwig dienen, maar hangt mijn lot dan echt hier van af? Heb ik Hem echt niet nodig als ik geen vrijmoedigheid heb? Ik hoop dat u mij kunt antwoorden.
Een 27-jarige vrouw.
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Beste jonge vrouw,
Je tobt heel erg met het Heilig Avondmaal. Je raakt van slag als het daarover gaat. Dat zal dan zeker zo zijn wanneer bekendgemaakt wordt in de gemeente dat aanstaande zondag een voorbereidingsdienst voor het Heilig Avondmaal zal worden gehouden. Het is toch alleen voor Gods kinderen en ben ik wel een kind van God? En als je niet aangaat, laat je toch zien dat je de Heere niet nodig hebt? Ga ik dan verloren omdat ik geen vrijmoedigheid had? Mag ik het zo zeggen: is deelnemen aan het Heilig Avondmaal een/het bewijs dat je een kind van God bent? Is niet deelnemen aan het Heilig Avondmaal een/het bewijs dat je geen kind van God bent?
Vooraf stellen we vast dat het Heilig Avondmaal behoort gevierd te worden in de gemeente. Niemand minder dan de Heere Jezus Zelf heeft het ingesteld en het ook samen gevierd met Zijn discipelen in de nacht waarin Hij verraden werd (Luk. 22:14-20 en 1 Kor. 11:23-26). Hij verlangde er naar om, voordat Hij ging lijden en sterven, met Zijn volgelingen het Heilig Avondmaal (pascha) te vieren. Hoe? Door het brood te breken en de wijn te vergieten en daaraan tegelijk de toepassing te verbinden: dat is Mijn lichaam dat voor u gebroken wordt en dat is Mijn bloed dat voor u vergoten wordt. En dan zegt Hij er iets opmerkelijks bij: doet dat tot Mijn gedachtenis (Luk. 22:19b). Christus alleen staat bij het Heilig Avondmaal in het centrum. Discipelen, niets van jullie komt in aanmerking om Mij jullie Zaligmaker te laten zijn. Want Hij weet het, straks maken ze weer ruzie wie van hen toch de meeste, de belangrijkste denkt te zijn (Luk. 22:24-27). Discipelen, doet dat tot Mijn gedachtenis. Overdenk het dat Ik Mezelf voor jullie overgaf aan het kruis en tot in de dood, dat is de betekenis van het gebroken brood en de vergoten wijn. Alleen Mijn verzoenend lijden en sterven kan en mag het rustpunt van je hart zijn. Ik voor u. Gedenkt en gelooft!
Wil je getroost het Heilig Avondmaal kunnen vieren, dan moet je door het geloof met Christus zijn verbonden. Ik denk dat veel kinderen van God daar over tobben en daarom dus ook erg tegen de Avondmaalsviering opzien of tijdens en na de Avondmaalsviering weinig of geen troost ervaren. Doet dat tot Mijn gedachtenis staat te ver van hen af, omdat ze (te) veel bezig zijn met zichzelf. Ben ik wel een kind van God? Heb ik wel genoeg zondekennis? Heb ik me wel genoeg voorbereid? En als ik een gelovige was, zou ik wel vrijmoedigheid hebben om aan te gaan. Aan het Heilig Avondmaal kom je echter niet om te laten zien dat je kind van God bent of dat je vrijmoedigheid hebt om aan te gaan. Daar kom je omdat je buiten Jezus niet leven kunt. Hoewel jouw en mijn zonden ons veroordelen, toch dat stille vertrouwen dat ze om Christus’ wil vergeven zijn, en dat ook de overblijvende zwakheid in mij, met Zijn lijden en sterven bedekt is (vr. 81 HC). Tot Zijn gedachtenis Avondmaal houden is Zijn lijden en sterven overdenken. Alleen om Zijn lijden en sterven is er de vergeving van onze zonden. Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons de zonden vergeve, en ons reinige van alle ongerechtigheid (1 Joh. 1:9).
Moet je dan een onwankelbaar geloof hebben om aan te kunnen gaan? Luister dan wat ook in het Avondmaalsformulier staat, zo troostrijk: ”Maar dit wordt ons, zeer geliefde broeders en zusters in den Heere, niet voorgehouden, om de verslagen harten der gelovigen kleinmoedig te maken, alsof niemand tot het Heilig Avondmaal des Heeren gaan mocht, dan die zonder enige zonde ware. Want wij komen niet tot dit Avondmaal, om daarmede te betuigen, dat wij in onszelf volkomen en rechtvaardig zijn; maar integendeel, aangezien wij ons leven buiten ons zelf in Jezus Christus zoeken, zo bekennen wij daarmede, dat wij midden in den dood liggen. Daarom, al is het, dat wij nog vele gebreken en ellendigheid in ons bevinden, als namelijk: dat wij geen volkomen geloof hebben, dat wij ons ook met zulken ijver om God te dienen niet begeven, als wij schuldig zijn; maar dagelijks met de zwakheid van ons geloof, en de boze lusten van ons vlees te strijden hebben; nochtans, desniettegenstaande, overmits ons (door de genade des Heiligen Geestes) zulke gebreken van harte leed zijn, en wij begeren tegen ons ongeloof te strijden, en naar alle geboden Gods te leven; zo zullen wij gewis en zeker zijn, dat geen zonde, noch zwakheid die nog (tegen onzen wil) in ons overgebleven is, ons kan hinderen, dat ons God niet in genade zou aannemen, en alzo dezer hemelse spijze en drank waardig en deelachtig maken.”
Jouw lot hangt niet af of je wel of niet aan het Heilig Avondmaal kunt, maar of je heel je zaligheid buiten jezelf in de Heere Jezus zoekt. We gaan niet verloren omdat we geen vrijmoedigheid hebben om deel te nemen aan het Heilig Avondmaal, maar we gaan verloren omdat we buiten Jezus zijn. Je kunt Jezus wel nodig hebben en toch niet aan het Heilig Avondmaal deelnemen, omdat je niet durft of omdat je jezelf ongeschikt voelt. Dat geeft dan verwarring in je hart en onrust in je geweten. Maar je kunt niet door het geloof op Jezus zien en met al je zonden en zorgen bij Hem schuilen en dan toch niet aan het Heilig Avondmaal gaan om Zijn naam belijden. Dan verloochen je Zijn Naam.
Je wil niets liever dan de Heere voor eeuwig dienen. Vlucht dan tot de Heere Jezus. Hij baande door de golven van onze zonde en ongerechtigheid de weg naar het hart van God. Alles van ons klaagt ons aan en wil je bij Jezus vandaan houden, misschien nog wel het meest onze hoogmoed. Maar Hij zegt: Komt, want alle dingen zijn nu gereed (Luk. 14:17).
Ik denk aan de geschiedenis van de bloedvloeiende vrouw in Markus 5. We lezen geen naam, een vrouw slechts. Met een afschuwelijke kwaal. De gevolgen van de zonde hadden diep sporen getrokken in haar leven. Heel veel geld uitgegeven om van haar kwaal genezen te worden, veel artsen gehad. Het werd niet beter, maar erger. Daarin is jouw en mijn leven getekend. Zonden en zorgen kwellen haar. Ten dode opgeschreven. Deze van Jezus horende. Ze heeft van Hem gehoord en ze gaat met haar nood tot Jezus, anoniem en schuchter. Zie je deze vrouw gaan? Hoe? Als ik maar Zijn kleding mag aanraken, zal ik gezond worden. Wat een heerlijk geloof in Zijn bekwaamheid en Zijn gewilligheid. Geloof redeneert niet, maar gaat. Ze dringt van achter door de mensenmassa heen om bij Hem te komen en raakt de zoom van Zijn kleed aan. Wie let er op deze vrouw? Niemand toch? Ja, Eén heeft haar zien komen, bang en bevreesd. De trekkracht van Zijn liefde en van Zijn kruis trok haar door alle barrières naar Zich toe. Hoor je Jezus: Wie heeft Mijn kleding aangeraakt? Kom tevoorschijn, vrouw! Er is kracht van Mij uitgegaan, ontfermend en genezend. Zie je ze aan Jezus’ voeten, bevreesd en bevend, vertelt ze alles. Daar ben ook jij welkom (Math. 11:28). Heel je hart mag je voor Hem uitstorten. Alles tegen Hem zeggen. Je zonden, je ongeloof, je onvrijmoedigheid, maar ook je verlangen, dat je zonder Hem niet verder kunt en wilt. En nog een keer klinkt Jezus’stem: “Dochter, uw geloof heeft u behouden; ga heen in vrede en wees genezen van deze uw kwaal.” Wat denk je, zou ze weg zijn gebleven wanneer de nodiging van haar Heere en Heiland tot haar was gekomen om Zijn Naam in de gemeente te belijden?
In het kruis zal 'k eeuwig roemen!
en geen wet zal mij verdoemen;
Christus droeg de vloek voor mij!
Christus is voor mij gestorven,
heeft genâ voor mij verworven;
'k ben van dood en zonde vrij.
(Da Costa)
"Hoofd omhoog, het hart naar boven, hier beneden is het niet! 't Ware leven, lieven, loven is maar, waar men Jezus ziet". Zing je mee, misschien met een betraand oog? Wanneer we hier beginnen te zingen van hulp en heil ons aangebracht, zullen we straks eeuwig zingen van onze Jezus alleen.
Hartelijke groet,
C. A. Hoekman, Kapelle
Dit artikel is beantwoord door
C.A. Hoekman
- Geboortedatum:23-09-1943
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Kapelle
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Dhr. Hoekman was ruim 40 jaar ouderling in de Ger. Gem.
Bekijk ook: