Is God ook in mijn leven begonnen?
C.A. Hoekman | Geen reacties | 20-08-2020| 11:47
Vraag
Ik ben een meisje van 17 en ben eigenlijk altijd al bezig geweest met God. Nu de laatste tijd nog veel meer en ook wel heel anders. Ik heb een gesprek met mijn dominee gehad omdat ik heel veel vragen had. Vele zijn beantwoord. Ik zei dat ik bang was dat ik onbekeerd zou sterven. Maar die zondag vroeg de dominee in een preek: “Lig je weleens wakker omdat je bang bent?” Toen dacht ik: nee nooit. Vanaf dat moment begon ik er over na te denken hoe dat kan. Toen het gesprek ten einde was bad de dominee: “Wie heeft lust den Heer’ te vrezen?” Die lust heb ik heel sterk. Ik heb een verlangen om bij God te mogen zijn en naar Zijn wil te leven.
Ik las gisteren in het boekje “Bekering ook voor jou?” van ds. C. G. Vreugdenhil. Daar staat geschreven, dat als je een lust hebt om de Heere te vrezen, dat dat niet mijn werk is, maar Gods werk. Is dit dan een begin van het werk van God in mijn hart? Juist daarom word ik bang, omdat ik namelijk niet bang ben om onbekeerd te sterven. Ik word er niet bang van als ik er aan denk. Ik vind het heel erg dat dat zo is.
Mijn leven is wel heel erg veranderd. De dingen die ik eerst deed doe ik niet meer. Ik zoek God veel meer, want ik heb Hem nodig. Een paar weken terug las ik heel veel uit boekjes die over het geloof/God en de Bijbel gaan en luisterde preken doordeweeks. Ik dacht toen: nu moet ik wel bekeerd worden. Ik schaam me er zo voor. Gelukkig luisterde ik een preek waarin het daar over ging. Dat heeft die gedachte weggenomen. Wat een wonder vind ik dat. Maar daarom ben ik dus zo bang dat het allemaal nu ook weer verzonnen is wat ik voel. Ik ga de dagen smekend, biddend en roepend door. Ik weet dat ik bekering nodig heb, maar dat daar de Heilige Geest voor nodig is. Dat ik het niet verdiend heb. Daarom kan en durf ik haast ook niet te geloven dat God mij dat verlangen heeft gegeven.
Deze vraag werd ook besproken in het programma 'Pastorie online':
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Beste jonge vrouw,
Je bent eigenlijk altijd met God bezig geweest. De laatste tijd nog veel meer en ook wel heel anders. In een gesprek met je dominee zijn veel vragen beantwoord. Wel zei je tegen je dominee dat je bang was onbekeerd te sterven, maar je had er nog nooit van wakker gelegen. Immers op de vraag van de dominee: “Lig je wel eens wakker, omdat je bang bent?”, dacht je, nee nooit. En vanaf dat moment begon je er over na te denken, hoe dat kan. Zeg ik het goed, dat je toen tot de conclusie kwam, dat als God in je leven is begonnen, je dan bang moet zijn om te sterven, en daarom wel eens wakker moet liggen? Daartegenover ervaar je juist een sterk verlangen om de Heere te vrezen om bij God te mogen zijn en naar Zijn wil te leven. En dan je vraag: is dat verlangen dan toch een begin van het werk van God in mijn hart? Ondanks dat je niet bang bent om onbekeerd te sterven en je daar niet van wakker ligt. Is dit je kernvraag: is God in mijn leven begonnen of ben ik zelf begonnen? Is het verlangen om God te dienen en te vrezen wel van God? Is het niet van mezelf? Ik wil proberen deze kernvraag van jou te toetsen aan de Bijbel en dan tegelijkertijd een aantal van je gedachten en opmerkingen uit je vraag beantwoorden.
Wat denk je, zou de duivel mensen het verlangen in het hart geven om de Heere te vrezen en te zoeken en naar Gods wil te leven? Dat zou toch tegen zijn eigen doelstellingen ingaan? De duivel, die er op uit is alles kapot te maken en het is hem gelukt (Gen. 3). Jezus noemt hem de mensenmoordenaar vanaf het begin, die in de waarheid niet is gebleven en altijd leugens spreekt, hij is de vader van de leugen (Joh. 8:44). De duivel gaat zoekend rond als een briesende leeuw om te verslinden (1 Petr. 5:8). De duivel is er op uit om ons van Gods Woord af te trekken, omdat hij heel goed weet dat mensen die in de schat van Gods Woord graven om de vrede met God te leren kennen, mensen zijn die hij dreigt te verliezen. En Gode zij dank, de duivel verliest het keer op keer wanneer een zondaar met al zijn zonden en zorgen, door het geloof, op Jezus ziet. En is dat niet precies het werk van de Heilige Geest, om zondaren te leren dat ze zondaar zijn, buiten God en zonder Christus. Maar ook om ze te brengen tot het Lam van God.
Niet de ervaren bangheid is bepalend of je bekeerd bent, ook niet of je precies weet dat God in je leven begonnen is. Doorslaggevend is of je mag geloven dat de Heere Jezus Christus ook voor jouw zonden leed en stierf, in jouw plaats. Je hebt Gods toorn verdiend en... je krijgt Gods ontferming. Want geloof het met heel je hart, nooit zal de Heilige Geest een zondaar biddend en zoekend maken, om ze dan in hun smeken, bidden en roepen los te laten. Het liefste werk van de Heilige Geest is zondaren tot de Heere Jezus te brengen. Daar is Gods Woord vol van. Kun je één zondaar in de Bijbel aanwijzen, die tot Jezus vluchtte en werd afgewezen? Hoe kwamen ze tot Hem? Met al hun zonden en zorgen. Ze moesten Jezus hebben of verloren gaan. En jij?
Het lied van Mc. Cheyne bezingt het op tere wijze:
Maar toen mij God Geest aan mij zelf had ontdekt, toen werd in mijn ziele de vreze gewekt.Toen voeld’ ik wat eisen Gods heiligheid deed. Daar werd al mijn deugd een wegwerpelijk kleed. Toen vlucht’ ik tot Jezus. Hij heeft mij gered! Hij heeft mij verlost van het vonnis der wet! Mijn heil en mijn vreugd’ en mijn leven werd Hij. Ik boog m’, en geloofd’, en mijn God sprak mij vrij!
Stop er mee om te weten te komen of God ook in jouw leven begonnen is, dat verlamt je. Gods Woord wijst een heilzamer weg. Hoe? Wanneer je als een zondares, door het geloof, mag schuilen achter het bloed van de Heere Jezus. Niet jouw werken brengen je tot God, maar Zijn verzoenend lijden en sterven. En alleen aan Zijn voeten krijg je antwoord op je vraag, zo’n heerlijk antwoord, dat je aanbidding van Hem en verwondering over Hem overhoudt.
Je geeft aan dat je leven heel erg veranderd is. De dingen die je eerst deed, doe je niet meer. Je zoekt veel meer God, want je hebt Hem nodig. Je las veel boekjes die over het geloof/God en de Bijbel gaan en doordeweeks luisterde je preken. Je dacht toen: nu moet ik wel bekeerd worden. Alsof God onze werken moet belonen met Zijn goedkeuring. Gelukkig schaamde je je ervoor. God vindt geen rust in jouw werken en goede bedoelingen, zelfs niet in je smeken, bidden en roepen. Je hebt bekering nodig zeg je en dat is zo waar.
'k Bekend', o HEER, aan U oprecht mijn zonden;
'k Verborg geen kwaad, dat in mij werd gevonden;
Maar ik beleed na ernstig overleg,
Mijn boze daân; Gij naamt die gunstig weg.
Leg je aan Jezus’ voeten neer. Als die blinde man uit Jericho in Lukas 18. Hij hoorde dat Jezus voorbijkwam. Dat gaf hem hoop op redding. Zijn enige hoop, want niemand kon hem helpen, dan alleen Jezus. Hoor je hem roepen? Jezus, Gij Zoon van David, ontferm U over mij! De voorbijgangers bestraften hem om hem het zwijgen op te leggen. Val Jezus niet lastig, denk je dat Hij naar jou luistert? Daar ben je te onbelangrijk voor. Maar... hij riep zoveel te meer: Zoon van David, ontferm U over mij! Hij laat zich door de hele wereld en ook door zijn eigen geweten niet tegen houden. Hij moet bij Jezus zijn. Wat denk je, zou dit verlangen naar Jezus van hemzelf zijn? En dan het onbevattelijke in deze geschiedenis. Mensen gaan aan deze man voorbij, voorbijgangers, ze kunnen niet redden en helpen in deze nood. Hij zit daar, alleen, in zijn reddeloosheid. Alleen? En Jezus, stilstaande! Hij ziet en hoort deze man, temidden van al het rumoer. Kom eens dichterbij? Hoor je Zijn nodiging en bevel? Breng hem tot Mij. In Markus 10 : 49 staat er: Heb goede moed; sta op; Hij roept u.
Hoor je Zijn roep? Hij roept jou! Maar ik ben blind. Ik kan niet bij Hem komen. Denk je dat Jezus blinden laat verdwalen (Jes. 42:16; Luk. 7:22)? Zie je Jezus stilstaan? Bij mij? Ik moet bekeerd worden en ik heb de Heilige Geest zo nodig, en ik heb het niet verdiend. Denk je dat Hij dat niet weet? Hij kent al onze zorgen, Hij weet van onze bangheid, Hij ziet onze zonden. En dan toch de uitlokkende vraag: Wat wilt u, dat Ik u doen zal? Hij hoort zo graag dat je alles tegen Hem zegt, heel je hart bij Hem uitstort, je grootste nood bij Hem brengt, zoals deze blinde. Hij redeneert niet, of hij wel voldoende geloof heeft, of zijn zondekennis wel genoeg is; ook niet, of God wel in zijn leven is begonnen. Hij heeft nog één verlangen: Heere, dat ik ziende mag worden.
Fluister het deze blinde maar na: Heere Jezus, mag ik op U zien. U alleen kunt het en ik weet uit Uw eigen Woord, U wilt het ook, want ik hoorde Uw stem in Uw Woord, breng Hem bij mij. Daar staat een blinde voor Jezus. Zie je hem staan? Daar mag jij ook staan!
Toen vluchtte ik tot Jezus, Hij heeft mij gered. Matthew Henry zegt dan zo mooi: het gebed van het geloof, geleid en bestuurd door Christus’ bemoedigende beloften, en daarop gegrond, zal niet tevergeefs worden opgezonden, ja, het zal niet slechts een antwoord van vrede ontvangen, maar ook van eer. En Jezus zei tegen hem: Word ziende; uw geloof heeft u behouden.
Wat denk je van deze Jezus? Is Hij geschikt voor jou? Hoor je Zijn nodiging? Breng hem tot Mij. Kom tot Mij! Hoe? Zoals je bent. Met al je vermoeidheid en belastheid en Hij zal je rust geven. Jezus, Jezus alleen. Bij Hem ben je stil en verwonderd over zijn onverdiende ontferming. Genade zo verbazingwekkend groot. Voor mij. Ik weet dat ik blind was, maar nu zie ik (Joh. 9:25). En terstond werd hij ziende, en volgde Jezus op de weg. Ga je mee?
Hartelijke groet,
C. A. Hoekman, Kapelle
Dit artikel is beantwoord door
C.A. Hoekman
- Geboortedatum:23-09-1943
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Kapelle
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Dhr. Hoekman was ruim 40 jaar ouderling in de Ger. Gem.
Bekijk ook: