Als christen omgaan met transseksualiteit
Ds. H. Veldhuizen | Geen reacties | 16-01-2006| 00:00
Vraag
Hoe moet een christen omgaan met transseksualiteit? Mag je je laten ombouwen, moet je eraan toegeven? Is het slecht om je als het andere geslacht te kleden?
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Beste vriend of vriendin. Bedankt voor je vraag: hoe je als christen moet omgaan met transseksualiteit en of je je bijvoorbeeld mag laten ombouwen e.d. Ik zal proberen een duidelijk antwoord te geven, hoewel ik dat wel een beetje moeilijk vind, omdat ik niet weet niet of het jezelf betreft of bijvoorbeeld een kennis of vriend of vriendin of dat je het misschien om een andere reden vraagt. Ik houd mijn antwoord dus wat algemeen.
Laat ik eerst maar zeggen: transseksualiteit is een heel ingrijpend iets. Het is geen waan of inbeelding of iets dergelijks, ook geen travestie (d.w.z. dat je je graag kleedt met de kleding van het andere geslacht. Ik had de idee dat jij daaraan dacht omdat je dat in je vraag noemt). Het is ook niet “je lichaam lelijk vinden” of een hartgrondige hekel hebben aan menstruatie of zaadlozing of iets dergelijks. Maar het is, als het werkelijk transseksualiteit is: je als het ware met al je (ook seksuele) gevoelens in een ander lichaam bevinden dan het lichaam dat je hebt. De erogene zones (waar een man of vrouw graag gestreeld wordt bijv.) zitten op een andere plaats dan waar ze behoren te zitten, je hebt een ‘haat’ tegen je eigen lichaam, een vrouw bijv. tegen haar borsten en een man tegen zijn geslachtsdelen. We kunnen dat niet afdoen met aanstellerij of je “moet je daartegen verzetten”, of “het gaat met de jaren wel over” of iets dergelijks. Ook niet met: “je moet maar veel bidden of de Heere je verandert”, hoe uiterst belangrijk het gebed voor een transseksueel (en voor jou en mij) ook is. Zeker, de Heere is machtig. Maar dat betekent niet dat Hij (altijd) doet wat wij willen of vragen. Iemand kan een kruis te dragen hebben; hij of zij kan de Heere bidden of Hij dat kruis wil wegnemen. Maar de Heere verhoort dat niet altijd. Hij of zij kan ook de Heere bidden of Hij hem of haar de kracht wil geven om het kruis te dragen. Ik denk bijvoorbeeld aan een gehandicapt iemand. Hij of zij kan de Heere bidden of Hij zijn of haar handicap wil wegnemen. Maar als zeker is dat hij of zij gehandicapt blijft, zal hij of zij bidden of de Heere hem of haar wil helpen om de handicap te dragen. En dat wil de Heere zeker doen. Dat geldt ook de transseksuele medemensen. Transseksuelen zijn in grote nood. Als ik het goed heb zijn er in ons land naar schatting vijfduizend transseksuelen. Dat komt om begrijpelijke redenen echter niet altijd naar buiten.
Nu is onder andere je vraag: Mag je je laten ombouwen? Misschien weet je dat wel: dat gebeurt. O.a. in het VU-ziekenhuis in Amsterdam. Je kunt zeggen: daar heb ik principiële bezwaren tegen, want de Heere heeft ons als man of vrouw geschapen. Maar toch is dat niet zo gemakkelijk. Is iemand die gehandicapt is geboren ook niet gehandicapt geschapen? Toch hebben we er geen bezwaar tegen om, als het mogelijk is, er alles aan te doen dat de handicap wordt weggenomen of in ieder geval sterk wordt verminderd. En denk ook aan kosmische ingrepen, als iemand geboren is met een afwijking, laten we zeggen met een grote moedervlek in het gezicht. Ook dan zeggen we niet, althans niet zo gauw: zo is het kind geschapen, daar doen we niets aan. En in dit laatste geval gaat het ‘alleen.maar’ om de buitenkant. Bij transseksualiteit gaat het om iets diep ingrijpends “van binnen”. En: we hebben makkelijk praten over principiële bezwaren als we zelf ’normaal heteroseksueel’ zijn. Hoewel ik de principiële bezwaren niet helemaal wil wegwerken, juist vanwege het geschapen zijn als man of vrouw (o.a. Genesis 1:27). Maar hoe zit het dan met vers 28 (vruchtbaar zijn en vermenigvuldigen), want daarvan is bij een transseksueel in het algemeen geen sprake. Als ik aan transseksualiteit denk, denk ik: de zonde heeft diep doorgewerkt in de schepping, er is niets meer volmaakt, en een transseksueel ervaart de gevolgen daarvan op een ingrijpende manier aan den lijve.
Toch zeg ik er nog wat bij. Ik zeg wel: niet te gauw met principiële bezwaren aankomen. (Dus: je kunt eventueel dus wel principiële bezwaren hebben; alleen: doe dat niet te gauw). Maar er zijn ook andere bezwaren, waarom ik grote moeite zou hebben met ombouwen. Die liggen voor een groot deel op het pastorale vlak. Stel iemand is 30 jaar man of vrouw geweest, wat voor gevolgen heeft de ombouw voor hem/haar als hij/zij van man vrouw wordt of andersom? De contacten met je familie, de woonomgeving, de werkomgeving, ja was meneer, je wordt mevrouw of andersom, je heette Jan, het wordt voortaan Jansje, enz. Onderschat niet wat dat betekent. Het is de vraag of een transseksueel na zijn of haar ombouw van zijn/haar problemen verlost is. Kan hij/zij die problemen aan. Kan het niet heel andere problemen geven, zoals eenzaamheid, gevoelens van niet begrepen worden door de omgeving, verlies van vrienden, van werk? Daarbij komen de gewoontes die iemand zich in het leven eigen gemaakt heeft. Ik denk aan een man die ik eens ontmoette, die omgebouwd was tot vrouw. Ik denk dat weinig mensen die van hem (voortaan: haar) wisten gemerkt zouden hebben dat zij voorheen man was. Maar degenen die het wisten (o.a. ik zelf) zagen het aan haar manier van lopen, de bouw van de (behaarde!) benen, enz. Ik denk ook aan het ombouwen van de stem, wat de nodige maanden kost, als het al tot een juiste stemhoogte en -klank komt, en als de persoon in kwestie zelf al aan de ‘nieuwe stem’ zou kunnen wennen. Misschien zijn deze pastorale bezwaren evenzeer principiële bezwaren, want het leven gedurende de 30 jaar voor de ombouw (ik houd het maar even op 30 jaar), waren jaren waarin God een bepaalde weg met je ging en die je niet zomaar kunt uitwissen. En dan denk ik nog niet eens aan de mogelijkheid dat iemand getrouwd zou zijn: na zijn of haar ombouw is de relatie met de wederhelft een relatie die vrijwel onmogelijk is.
Als ik alles op een rij zet dan denk ik dat de meest aangewezen weg, de weg is van het kruisdragen. Ik weet dat het makkelijk gezegd is door iemand die gezond is. Maar ik denk aan wat ik hierboven schreef over een gehandicapt iemand. Ook die heeft een zwaar kruis te dragen en we kunnen wat dat betreft als christenen niet dicht genoeg bij een gehandicapt iemand staan. Toch: zou de Heere geen kracht willen geven? Ik denk aan een echtpaar dat ik ken van wie de vrouw kerntransseksueel is. Samen, de vrouw en de man, hebben ze, toen voor hen duidelijk werd wat transseksualiteit was, heel intens met elkaar gesproken. En gebeden. Samen besloten ze het kruis te dragen ’anders’ te zijn dan andere echtparen. Kinderzegen was voor hen uitgesloten. Ze namen twee kinderen aan. Naar buiten toe weet, behalve de intieme vrienden, niemand wat er aan de hand is. De vrienden leven en bidden met hen mee. Soms moet de vrouw even een ’uitlaatklep’ hebben door zich thuis in uitgesproken mannenkleren te steken. Samen dragen ze het stille verdriet en hun leven is door de jaren heen verdiept tot een werkelijk christenleven dicht bij de Heere. Kijk, dan denk ik: de Heere is een horend God. Niet doordat Hij de transseksualiteit wegneemt. Maar doordat Hij kracht geeft en de liefde van deze beide mensen verdiept tot werkelijke liefde waarbij het seksuele niet voorop staat en men elkaar weet te dienen in de liefde (Galaten 5:13b).
Ik hoop dat ik je voldoende geholpen heb. God zegene en sterke je als het jezelf betreft. Wijsheid toegewenst als het iemand uit je vrienden- of familiekring betreft.
Ds. H. Veldhuizen
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. Veldhuizen
- Geboortedatum:02-01-1938
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Wapenveld
- Status:Inactief