Persoonlijke belijdenissen van catechismus
Ds. C. Harinck | 2 reacties | 24-06-2020| 10:25
Vraag
Aan ds. C. Harinck. De catechismus spreekt steeds heel persoonlijk en belijdend over mij en ons. Bijvoorbeeld vraag 53: “Dat Hij ook mij gegeven is.” Het is persoonlijker dan de vragen van Hellenbroek. Mijn vraag is: voor wie is de catechismus oorspronkelijk bedoeld geweest? Oftewel, wie werden deze persoonlijke belijdenissen op de lippen gelegd? En veronderstel dat het kinderen of jongeren waren (dat heb ik weleens horen zeggen), hoe kun je hen deze dingen in de mond leggen? Dit is toch voor Gods kinderen?
Antwoord
Beste vraagsteller,
Je zult je misschien verbazen, maar de Catechismus is oorspronkelijk bedoeld om kinderen de christelijke leer te onderwijzen in de gezinnen en de scholen. Dus niet bedoeld om over gepreekt te worden. Dat heeft verder niet zo veel betekenis voor uw vraag. Wat wel van belang is, is wat de kinderen gevraagd werd en wat zij moesten antwoorden.
Nu is er een discussie geweest of de vraag gesteld werd door de onderwijzer of door de leerling. De meest geaccepteerde gedachte is dat de onderwijzer de vraag stelt en het kind antwoordt. Dan loop je dus tegen uw probleem aan.
De andere gedachte is dat het kind de vraag stelt en de onderwijzer antwoordt. Dan geeft de onderwijzer het ideale antwoord. Dan is uw probleem opgelost. De vraag is alleen: Was dat de bedoeling van de opstellers. Ik denk het niet.
De Catechismus die in Geneve diende om de kinderen te onderwijzen is door Calvijn zo opgesteld dat het kind moet antwoorden. Het staat er soms uitdrukkelijk bij dat het kind antwoordt. Ursinus en Olevianus waren leerlingen van Calvijn. Zij hebben het niet anders bedoeld. Je stelde als ouder de vraag en het kind antwoordde. Zo ging het ook in het begin van de openbare Catechismusprediking. Aan een kind in de aanwezige gemeente werd de vraag gesteld door de predikant en het kind antwoordde vanaf zijn plaats , meestal vooraan in de kerk.
Dan blijft dus uw probleem bestaan. Zou u willen dat we onze kinderen op de vraag over de Heilige Geest weifelende en onzekere antwoorden zou geven. Nee, je leert het kind wat volgens de Bijbel het antwoord is en hoe het zou moeten kunnen antwoorden.
Verder keek men toen ook wat anders tegen de kinderen van de gemeente aan. Ze waren met hun ouders in Gods verbond begrepen en daarom is hen “de Heilige Geest, die het geloof werkt, niet minder dan de volwassenen toegezegd.” Antwoord 74 Heidelberger Catechismus. Het is goed om daar bij stil te staan. Dat zeiden onze reformatoren. Weten wij het nu beter of wisten zij het beter en wisten zij op grond van deze toezegging van God in het kinderhart een hoop te wekken dat ook hun de Heilige geven zou worden?
Tot slot. Beste broeder, je zou met een weifelend antwoord of met een wensend antwoord rustig onbekeerd kunnen blijven. Het is beter te horen hoe het met u gesteld zou moeten zijn.
Ds. C. Harinck
Dit artikel is beantwoord door
Ds. C. Harinck
- Geboortedatum:09-04-1933
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Kapelle
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Wat zou kerkelijk Nederland hiermee inderdaad gezegend zijn, ipv al het “nadere reformeren” van de afgelopen jaren. Dus niet verder reformeren, maar terug formeren!
Heere, herstel ons...
Tegenwoordig zijn we in rechts reformatorisch Nederland erg goed in het "maken" van problemen. Laat het Woord gewoon staan zoals het er staat! Daarom ben ik ook erg blij met dit antwoord van ds. Harinck.
Bekering schijnt tegenwoordig een enorm onbereikbaar iets te moeten zijn, maar de Heilige Geest is nog net zo krachtig als toen Hij met Pinksteren 3000 mensen ineens bekeerde. Laten wij niet op Gods stoel gaan zitten om Hem te vertellen hoe Hij het moet doen. Laat God zijn eigen werk maar doen. Hij is betrouwbaar, Hij is de God die niet liegen kan. Waarom geloven wij Hem dan niet op Zijn Woord?