Niet uitzien naar eeuwig leven vanwege familie
Ds. A. Simons | 2 reacties | 14-05-2020| 09:31
Vraag
Ik mag geloven dat de Heere Jezus Christus voor mijn zonden gestorven is. Alleen vind ik het zo moeilijk om uit te zien naar het eeuwige leven als ik weet dat mijn kinderen en mijn man dit geloof (nog) niet ontvangen hebben. Dit is mijn grootste gebed. Maar doe ik de Heere dan niet tekort om er niet naar uit te kijken? Ik heb toch ook de verantwoordelijkheid gekregen voor mijn kinderen om hen naar de vreze des Heeren op te voeden? Ik voel dit echt als knelpunt, is dit herkenbaar? Ik wil juist graag erg uitzien naar de eeuwige heerlijkheid.
Deze vraag werd ook besproken in het programma 'Pastorie online':
Antwoord
We gaan proberen uw vraag te beantwoorden. Ik vind het wel een lastige vraag. Misschien moet ik uw vraag vanuit mijn persoonlijk context beantwoorden. Ook ik heb kinderen en kleinkinderen. Ook heb ik verschillende keren uw vraag naar mij toe gekregen na diensten en gesprekken waar het ging over de wederkomst. Een moeder in tranen van boosheid en pijn. Ze nam het mij kwalijk dat ik gebeden had om de spoedige komst van de Heere Jezus. Hoe kon ik uitzien naar Zijn komst zolang de gemeente niet behouden was. Ik hoor haar nog zeggen: “U heeft zeker geen kinderen?” Ik zei haar dat ik een groot gezin had. Ze kon het niet begrijpen dat ik dan bad om de wederkomst. Ik vroeg haar hoe oud haar kinderen waren. Ze noemde een volwassen leeftijd. Ik zei haar: “Dan hebben ze lang genoeg de tijd gehad om zich te bekeren toch?”
Natuurlijk is dit geen volledig antwoord. Toch overstijgt het heimwee naar Zijn komst alle liefdesverhoudingen hier op aarde. Ook de tekst “Wie vader of moeder meer lief heeft dan mij kan mijn discipel niet zijn”, is aangrijpend maar waar (Luk. 14:26). Genade overstijgt de aardse liefde. Hij op de eerste plaats.
Toch moeten we de aardse liefde tot onze man en kinderen niet tegenover de liefde tot Zijn wederkomst zetten. Bewogen zijn met je omgeving, je familie, man en kinderen heeft een grote plaats in het leven van Gods kinderen. Maar de gemeente van de Heere kende ook een hogere liefde: “Want wij verwachten onze Zaligmaker uit de hemel die ons vernederd lichaam zal veranderen en gelijkvormig maken aan Zijn heerlijk lichaam” (Fil. 3:20).
Ik wil u ook wijzen op de laatste woorden van de Zaligmaker aan het kruis: “Vader, in Uwen handen beveel Ik mijn geest” (Lukas 23:46). Leg zo uw man en kinderen in die handen. Het zijn rechtvaardige en barmhartige handen. Handen waar u uw kinderen aan toe kunt vertrouwen. Handen die beter zorgen kunnen dan onze handen. Wanneer uw zorg Zijn zorg wordt, dan kan u het loslaten en uitzien naar Zijn komst. Iemand heeft wel eens gezegd: die heimwee hebben komen thuis. Ja, “mijn ziel en lichaam hijgen en dorsten naar U in een land dor en mat van droogte brandt, waar niemand lafenis kan krijgen” (Psalm 42).
Ik hoor iemand zijn hart uitstorten: “Maar Heere als U het beter vind dat ik nog even blijf, dan is dat mijn diepste verlangen; willen wat U wil” (Fil. 1:22).
Van harte Gods zegen in uw persoonlijk en gezinsleven toegebeden,
Uw ds. A. Simons
Lees ook: 'Uitzien naar de wederkomst'
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A. Simons
- Geboortedatum:07-05-1958
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Valburg-Homoet
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook: