De actualiteit en het bijbelboek Openbaring
Ds. W. Arkeraats | Geen reacties | 24-03-2020| 15:26
Vraag
Kunt u mij zeggen in welk gedeelte van het boek Openbaring wij ons nu bevinden?
Antwoord
Beste vriend of vriendin,
Ik kan je vraag wel begrijpen, maar niet beantwoorden. Stellig zal de huidige coronacrisis de reden zijn van je vraag. Daardoor voelen we ons allemaal onzeker. Er is immers een onzichtbare vijand, die ons bedreigt. Dagelijks horen we berichten, soms heel somber en dan toch ook weer wat hoopvol. Onwillekeurig denken we dan aan wat we lezen in het boek Openbaring. En dan is het goed te begrijpen, dat we ons afvragen: Hoe kunnen we de gebeurtenissen van deze tijd in dat Bijbelboek terugvinden?
Die vraag is niet zomaar te beantwoorden. Maar daar wil ik het natuurlijk niet bij laten, dat zou geen recht doen aan je vraag.
Om daar wat zicht op te krijgen, moeten we dit indrukwekkende Bijbelboek wat van dichterbij bekijken. Op het eerste gezicht zou je denken dat het in één doorgaande lijn de tijd beschrijft van de hemelvaart van de Heere Jezus tot aan Zijn wederkomst. Dat is echter niet het geval. Deze tijd wordt in drie reeksen beschreven: de opening van de zeven zegels, de zeven engelen die op de bazuin blazen en de zeven fiolen (schalen) van Gods toorn die worden uitgegoten. Deze drie reeksen, die achtereenvolgens beschreven worden, laten alle drie de gebeurtenissen vanuit een bepaalde invalshoek zien. Dat is het eerste.
Vervolgens moeten we bedenken dat Bijbelse profetieën vaak een meervoudige vervulling kennen en dus op verschillende tijden betrekking hebben. Daarbij denk ik ook aan Mattheus 24, waar de Heere Jezus spreekt over de verwoesting van Jeruzalem. Hij geeft dan de tekenen: oorlogen, geruchten van oorlogen, aardbevingen, ziekten. Maar deze tekenen hebben evenzeer betrekking op de tijd die aan Zijn wederkomst voorafgaat.
Zo is het ook met het boek Openbaring. Dat boek is niet een simpele tijdlijn, maar een boek vol profetische vergezichten, bestemd voor de kerk van alle tijden. De historische achtergrond is het bestaan van de stad Rome, de “hoer op de zeven bergen”, dikwijls ook Babylon genoemd. Aan het eind van Openbaring lezen we over de ondergang van de stad op één dag, waarbij we stellig aan het jaar 70 mogen denken, toen het as van de Vesuvius op de stad neerdaalde en grote verwoestingen werden aangericht.
Zo zullen de christenen van die tijd, die door de Romeinse overheid vervolgd werden, het boek Openbaring gelezen hebben. Het is immers niet alleen een profetisch boek, maar ook een troostboek. En we begrijpen dat de christenen van toen er geen troost in zouden vinden, als hen gezegd werd dat het alleen betrekking had op de verre toekomst. Zij maakten immers tóen hun tijd van bitter lijden mee.
Intussen zijn de eeuwen voortgegaan en gaan de profetieën telkens weer in vervulling. Als we bijvoorbeeld hoofdstuk 6 lezen over het rode, zwarte en vale paard komen daar de beelden in voor van oorlog, honger, ziekte en dood. Dat zagen de mensen in de Middeleeuwen voor zich: hele steden stierven uit door de pest. Toen ging het zwarte paard wel heel zichtbaar over deze aarde.
Lees ook: 'Het groene (vale) paard uit Openbaring'
Nu kunnen we daar twee kanten mee uit. We kunnen in een zekere zorgeloosheid zeggen: Ach, die oorlogen, aardbevingen en ziektes zijn er altijd al geweest; en dan maar hopen, dat je er niet door getroffen wordt. Dat is de ene kant. De andere kant is de poging om elk deel van het boek Openbaring in te passen in onze eigen tijd. Dat is in het verleden nogal eens gebeurd en dat leidde altijd weer tot speculaties. Dan verschijnen er boeken en tegenwoordig ook films, waarin allerlei scenario’s worden uitgewerkt. In de jaren zeventig van de vorige eeuw verscheen er een boekje “De Bijbel is geen puzzelboek”, waarin helder werd aangegeven dat we van de toekomst geen blauwdruk kunnen maken.
Begrijpelijk is het intussen wél dat in tijden van crisis, zoals van oorlog, epidemieën en andere rampen naar het boek Openbaring gegrepen wordt. Dat is immers een tijd waarin men zich onzeker en angstig en bedreigd voelt.
Nu kom ik terug op je vraag: “In welk gedeelte van Openbaring zitten we?” Het zal je duidelijk zijn dat mijn antwoord is: Dat weten we niet. Maar daar is het laatste woord niet mee gezegd. Want in dit laatste Bijbelboek komt de Heere tot ons met een indringende boodschap. Juist omdat we niet weten hoe God Zijn plan met deze wereld uitvoert en we dit dus ook niet in een exacte tijd kunnen uitdrukken, moeten we elke dag bereid zijn Hem te ontmoeten. Dat is ook in overeenstemming met de woorden van de Heere Jezus als Hij zegt: “Waakt dan, want u weet niet de dag en het uur, waarop de Zoon des mensen komen zal.” We moeten dus leven, alsof we -om het zo te zeggen- helemaal aan het eind van het Boek gekomen zijn. Daar komen we trouwens de roep van de Geest en de Bruid tegen: “Kom, Heere Jezus, kom spoedig.”
Je begrijpt wel, dat ik de gedachten over het boek Openbaring maar heel in het kort heb kunnen weergeven. Er zijn echter verschillende verklaringen waarin veel uitgelegd wordt. Het is goed om je daarin te verdiepen.
Waar we dus niet in kunnen kijken, is het boek van Gods geschiedenis, want dat is in de handen van het Lam. Waar we wel in kunnen kijken en lezen is de Bijbel, waarin de Heere ons oproept tot bekering en geloof en waarin Hij genade en vrede belooft aan hen die Hem zoeken. Die boodschap vind je er in – van het begin tot het eind.
Ds. W. Arkeraats
Dit artikel is beantwoord door
Ds. W. Arkeraats
- Geboortedatum:09-08-1946
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Hardinxveld Giessendam
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus