Coronavirus: straf van God?
Ds. J. IJsselstein | Geen reacties | 06-03-2020| 16:35
Vraag
Een vraag aan een Ger. Gem.-dominee. Het Coronavirus is volop in het nieuws. De besmettingen worden ook in Nederland steeds meer zichtbaar en de wereld staat op z’n kop. Moeten wij dit virus zien als oordelen van God, als gevolg van de ontheiliging van Zijn heilzame geboden, het seculiere denken dat zich steeds meer inkadert, de mens die het heft in eigen hand neemt (levensbegin, abortus, levenseinde, euthanasie), et cetera? Is er een weg terug, of moeten we de huidige ontwikkelingen zien als de storm van Gods gericht, zonder weg meer terug?
Zou de kerk intern haar maatregelen niet moeten nemen? Te denken valt aan de collectezakken die iedereen vasthoudt en de (wc-)deuren?
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Beste vraagsteller,
Bedankt voor deze (actuele) vraag. Inderdaad kan God bijzondere tegenspoed, zoals een epidemie, sturen om ons op zonden te wijzen. Maar dan vooral op de zonden van onszelf. Van onszelf persoonlijk en van onszelf als christenen in Nederland. Eén van onze zonden is dat we vaak als het gaat om zonden, wijzen naar de zonden van anderen. Maar genade leert ons om onze eigen zonden te belijden. En uiteindelijk worden dan, net als bij Daniël, de zonden van onze medemensen en van ons volk door ons in ons bidden ook meegenomen als onze eigen zonden.
Lees het gebed van Daniël maar eens na in Daniël 9. Zo maar een paar zinnen uit dat hoofdstuk: Ik bad dan tot de HEERE, mijn God, en deed belijdenis, en zeide: “Och Heere! Gij grote en verschrikkelijke God, Die het verbond en de weldadigheid houdt dien, die Hem liefhebben en Zijn geboden houden. Wij(!) hebben gezondigd, en hebben onrecht gedaan, en goddeloos gehandeld, en gerebelleerd, met af te wijken van Uw geboden, en van Uw rechten.
En wij(!) hebben niet gehoord naar Uw dienstknechten, de profeten, die in Uw Naam spraken tot onze koningen, onze vorsten en onze vaders, en tot al het volk des lands. O Heere! bij ons(!) is de beschaamdheid der aangezichten, bij onze koningen, bij onze vorsten, en bij onze vaders, omdat wij(!) tegen U gezondigd hebben” (vers 4-8).
Dat schuldbesef maakt trouwens niet wanhopig. Het heeft altijd een besef in zich, door de Heilige Geest gewerkt, van Gods barmhartigheid. Kijk maar in Daniël 9:9: “Bij den Heere, onzen God, zijn de barmhartigheden en vergevingen, alhoewel wij tegen Hem gerebelleerd hebben.”
Een toename van ernstige gebeurtenissen zoals epidemieën, oorlogen, aardbevingen, etc. is volgens de Bijbel ook een teken dat de wederkomst van Christus aanstaande is. Het is een van de tekenen der tijden. Dat zijn tekenen die aansporen tot bekering. De resterende tijd is kennelijk korter dan ooit. Het zijn ook tekenen die Gods kinderen in alle moeite en zorg willen bemoedigen, hoewel zij net al alle andere mensen door dezelfde oordelen heengaan. Immer de Heere Jezus zegt tegen Zijn discipelen: “Als nu deze dingen beginnen te geschieden, zo ziet omhoog, en heft uw hoofden opwaarts, omdat uw verlossing nabij is” (Lukas 21:2).
Je vraagt: Is er nog een weg terug? In de wereldgeschiedenis is er nooit een weg terug. De eeuwen wentelen voort naar het einde, of beter gezegd: naar het begin van de eeuwigheid. Maar voor mensen die nog zonder God leven, is er wel een weg terug. De tekenen willen ons juist alarmeren en ons dringen die weg te zoeken. Die Weg is Jezus Christus, Zaligmaker van verloren zondaars. En ieder die in Hem gelooft, zal niet verloren gaan, maar dwars door de oordelen heen behouden worden.
Moet de kerk maatregelen nemen? Jazeker, maar uiteraard met wijsheid en voorzichtigheid. De Spreukendichter zegt: “Een kloekzinnig mens ziet het kwaad en verbergt zich, maar de slechten gaan henen door en worden gestraft” (Spreuken 22:3). Wij mogen als christenen niet willens en wetens de oorzaak worden van het ziek worden van anderen, in de kerk, in onze omgeving en in onze samenleving. Als wij door onvoorzichtigheid en door het nalaten van hygiënische of beperkende maatregelen (waarvan de Bijbel, bijvoorbeeld rond de ziekte melaatsheid, veel voorbeelden geeft!) de verspreiding van het corona-virus vergemakkelijken, schaden we daarmee de gezondheid van onze medemensen. En daarbij kunnen we ook een smet werpen op de kerk en daarmee ook op de Naam van de Heere.
Iedereen, ook ieder kerkgenootschap en iedere kerkenraad, heeft hierin een eigen (grote) verantwoordelijkheid. Zeker als je bedenkt dat er tijdens een kerkdienst veel mensen bij elkaar zitten, bijna letterlijk tegen elkaar aan in de bank en ook gedurende langere tijd.
Er valt te denken aan: extra aandacht voor hygiëne in en rond de kerk, mensen met griepverschijnselen en mensen die contact gehad hebben met besmette personen tijdelijk afraden om de diensten te bezoeken, geen handen meer geven, papieren wegwerphanddoeken gebruiken, deurcollectes houden in plaats van doorgeefcollectes, het niet gezamenlijk drinken uit één beker tijdens het Heilig Avondmaal, etc.
Uiteraard is het verstandig als men zich hierin ook laat adviseren door deskundigen, zoals mensen van de GGD.
Tegelijkertijd is het ook goed dat we juist in deze tijd als kerken invulling geven aan onze opdracht om barmhartigheid te tonen. Door niet alleen voor onszelf, maar ook voor anderen in de gemeente of in onze buurt te zorgen, ook als ze (besmettelijk) ziek zijn. Maar ook dan uiteraard niet ondoordacht, maar luisterend naar de adviezen van de overheid en van deskundigen.
Ds. J. IJsselstein
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J. IJsselstein
- Geboortedatum:14-07-1965
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Woerden
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Website: Leespreken.nl